ECLI:NL:RBGRO:2010:BL4579

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
19 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
115670/KG ZA 10-29
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot heraansluiting van water in gekraakt pand afgewezen

In deze zaak vorderde eiser, een kraker, dat de Stichting Lefier, eigenaar van een leegstaand pand, zou worden veroordeeld tot heraansluiting van water in het gebouw. De Stichting Lefier had het water afgesloten ter voorkoming van legionella, voordat het pand gekraakt werd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter stelde vast dat de watertoevoer naar de leidingen op de etages al lange tijd voor de kraakactie was afgesloten en dat dit gebeurde op goede gronden. Eiser had niet onderbouwd dat de Stichting Lefier onrechtmatig handelde door het water niet te heraansluiten. De rechter concludeerde dat de Stichting Lefier geen rechtsplicht had om de krakers van leidingwater te voorzien, aangezien zij zonder recht of titel in het pand verbleven. De vordering werd afgewezen, en eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op € 1.079,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 115670 / KG ZA 10-29
Vonnis in kort geding van 19 februari 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. E.T. van Dalen,
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting
STICHTING LEFIER,
gevestigd te Groningen,
gedaagde,
advocaat mr. R.H.E. Pruim.
Partijen zullen hierna [eiser] en de Stichting Lefier genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de Stichting Lefier.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De Stichting Lefier is eigenaar van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als de [naam], aan de [adres] te [plaatsnaam]. Voorheen was in voormelde onroerende zaak een verzorgingstehuis gevestigd. Na sluiting van het verzorgingstehuis stond de [naam] leeg tot in ieder geval eind december 2008.
2.2. Ter beperking van het risico van kraken van vorenbedoeld, leegstaand gebouw heeft de Stichting Lefier op 17 december 2008 een “overeenkomst van lastgeving met volmacht tot tijdelijke terbeschikkingstelling van verblijfsruimte” gesloten met Ad Hoc Beheer B.V.. Ad Hoc Beheer B.V. heeft vervolgens met meerdere personen afzonderlijke (tijdelijke) gebruikscontracten gesloten, zodat de begane grond van het betreffende gebouw sedertdien (weer) bewoond is.
2.3. In verband met de tijdelijke bewoning door gebruikers van Ad Hoc Beheer B.V. heeft GTI Noord B.V. in januari/februari 2009 in opdracht van de Stichting Lefier werkzaamheden aan de waterleiding in het gebouw verricht. Die werkzaamheden hebben onder meer bestaan uit het aanleggen van een nieuwe ringleiding op de begane grond en het op de begane grond plaatsen en aansluiten van boilers en andere voorzieningen.
De watertoevoer naar de leidingen op de etages is toen afgesloten, met name ter voorkoming van legionella als gevolg van (stilstaand) water in niet meer gebruikte leidingen op de etages.
2.4. Bij brief van 14 april 2009 heeft de N.V. Waterbedrijf Groningen aan de Stichting Lefier laten weten dat op 24 maart 2009 een hercontrole is uitgevoerd aan de waterleidinginstallatie in meergenoemd gebouw en dat daarbij is gebleken dat de leidingwaterinstallatie geen gebreken meer vertoont die verontreiniging van het openbare leidingnet kunnen veroorzaken of risico’s voor derden opleveren die “het door u ter beschikking gestelde” leidingwater gebruiken
2.5. Op 31 oktober 2009 is voormeld gebouw, behoudens de begane grond, door een groep krakers, waaronder [eiser], in gebruik genomen. Op de door krakers in gebruik genomen etages is geen leidingwater.
2.6. Bij brief van 21 december 2009 heeft de advocaat van de krakers de Stichting Lefier verzocht en gesommeerd om de krakers binnen twee dagen na de datum van de brief “van water” te voorzien. De Stichting Lefier heeft niet aan voormelde sommatie voldaan.
3. De vordering en de beoordeling daarvan
3.1. In dit geding vordert [eiser] de Stichting Lefier te veroordelen te bewerkstelligen dat het gebouw [naam] in haar geheel weer van water wordt voorzien, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 per dag, met veroordeling van de stichting Lefier in de kosten van dit geding.
Volgens [eiser] heeft de Stichting Lefier onrechtmatig jegens hem en zijn mede-krakers gehandeld door haar medewerkers de waterleidingen in het gebouw te laten doorzagen, zodat hij en zijn mede-krakers, anders de anti-kraakwacht op de begane grond, niet over leidingwater kunnen beschikken. Volgens [eiser] moet dat gezien worden als een bewuste actie van de Stichting Lefier om hem en de zijnen het leven zo zuur mogelijk te maken.
3.2. Voormelde vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking.
Anders dan in de inleidende dagvaarding wordt gesuggereerd, is de watertoevoer naar de leidingen op de etages van het gebouw [naam] niet pas na de kraakactie van oktober/november 2009 afgesloten, maar was die toevoer al vele maanden daarvoor- toen bedoelde etages niet meer bewoond werden - en op goede gronden, t.w. gevaar voor legionellabesmetting, afgesloten. Dat er van de zijde van de Stichting Lefier sprake is geweest van een doelbewuste actie om de krakers dwars te zitten strookt dan ook niet met de feiten. Ook overigens valt niet in te zien en is door [eiser] evenmin op enige wijze onderbouwd, dat de Stichting Lefier jegens [eiser] en de zijnen onrechtmatig handelt of heeft gehandeld. Nog daargelaten dat de Stichting Lefier voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat niet op eenvoudige wijze en zonder de nodige kosten de watertoevoer naar de etages weer tot stand te brengen is, heeft de Stichting Lefier in de gegeven omstandigheden, waarbij een groot deel van het gebouw al geruime tijd van de watertoevoer was afgesloten, immers geen rechtsplicht om [eiser] en de zijnen, die zonder recht of titel in het gebouw verblijven, van leidingwater te voorzien, terwijl ook niet gezegd kan worden dat door de weigering van de Stichting Lefier om de watertoevoer naar de etages te realiseren een inbreuk gemaakt wordt op enig (subjectief) recht van [eiser] en de zijnen. Een mogelijk, maar door [eiser] niet gesteld, “recht op drinkwater” gaat niet zover dat [eiser] er jegens de eigenaresse van een door hem gekraakt pand aanspraak op kan maken dat deze aansluiting op het leidingwaternet tot stand brengt in het geval die watertoevoer ruim voor de kraakactie al was afgesloten. Evenmin is steun in het recht te vinden voor de mogelijke stelling van [eiser] dat de Stichting Lefier gehouden is [eiser] en de zijnen toe te staan zich zelf op de watertoevoer aan te sluiten.
3.3. De gevraagde voorzieningen worden derhalve geweigerd, met veroordeling van [eiser] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Stichting Lefier worden begroot op:
- vast recht 263,00
- overige kosten -
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.079,00.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
4.1. wijst de vorderingen af,
4.2. veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure tot heden aan de zijde van de Stichting Lefier begroot op € 1.079,00
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Vroome en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2010.?