ECLI:NL:RBGRO:2010:BL4584
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- A. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Voogdijverlening over minderjarige na ongewenst seksueel contact met moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 16 februari 2010 uitspraak gedaan over de voogdij over een minderjarige, geboren in 2009. De moeder, die op 15-jarige leeftijd zwanger is geworden door ongewenst seksueel contact, weigerde vrijwillige hulpverlening, wat de rechtbank zorgwekkend achtte. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport van 7 januari 2010 geadviseerd dat hulpverlening noodzakelijk is voor de moeder om de traumatische gebeurtenis te verwerken en om haar rol als moeder goed te kunnen vervullen. De grootmoeder van de minderjarige werd niet geschikt geacht om met de voogdij belast te worden, omdat dit zou kunnen leiden tot belangenverstrengeling en omdat zij te sturend zou zijn in het leven van de moeder.
Tijdens de zitting op 28 januari 2010 werd de moeder bijgestaan door haar grootouders en vertegenwoordigers van de Raad en Bureau Jeugdzorg Groningen (Bjz.). De rechtbank concludeerde dat de moeder onvoldoende in staat was om de belangen van haar kind te behartigen en dat er een noodzaak was voor een voogdijvoorziening. De rechtbank heeft Bjz. belast met de voogdij over de minderjarige, met de overweging dat de hulpverlening gericht moet zijn op de moeder om haar te ondersteunen in haar ouderschap. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de voogdijverlening in het belang van de minderjarige is en dat de moeder bij het bereiken van de meerderjarigheid het gezag over haar kind kan terugkrijgen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.