ECLI:NL:RBGRO:2010:BM0989

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
15 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
433919 BU VERZ 09-596
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over het gebruik van autogordels en de juiste wijze van dragen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 15 maart 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie, gegeven op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene, wonende te Drachten, had beroep ingesteld tegen een sanctie die was opgelegd omdat zij als bestuurder of passagier geen gebruik had gemaakt van een autogordel. De procedure begon met een brief van betrokkene op 7 mei 2009, waarin zij haar beroep aankondigde. De zitting vond plaats op 8 februari 2010, waar de gemachtigde van betrokkene en de vertegenwoordiger van het openbaar ministerie aanwezig waren.

De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat zijn dochter wel degelijk een gordel droeg, maar dat deze onder haar linker oksel was geplaatst. Betrokkene stelde dat zij niet op de hoogte was van de juiste wijze van het dragen van de gordel en vond dat de verbalisant had moeten volstaan met een waarschuwing. De vertegenwoordiger van het openbaar ministerie verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren, stellende dat betrokkene de gordel niet op de juiste manier had gebruikt.

De kantonrechter oordeelde dat het beroep ontvankelijk was, maar dat het gebruik van de gordel niet voldeed aan de wettelijke eisen. De rechter verduidelijkte dat onder het dragen van een gordel niet elk willekeurig gebruik kan worden verstaan, maar dat dit moet gebeuren op de voorgeschreven wijze. Aangezien betrokkene de gordel functioneel als een tweepuntsgordel had gebruikt, werd geoordeeld dat zij de verweten gedraging had verricht. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en deze beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 433919 \ BU VERZ 09-596
CJIB-nummer: [nummer]
d.d. 15 maart 2010
inzake
naam: betrokkene
adres: wonende te Drachten.
Verloop van de procedure
Bij brief van 7 mei 2009, ontvangen op 8 mei 2009, heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, gegeven op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), met bovengenoemd CJIB-nummer.
Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie is behandeld ter zitting van 8 februari 2010. De gemachtigde van betrokkene is verschenen. Namens de officier van justitie is verschenen A.J. Rijks, werkzaam bij de CVOM.
De gedraging
Aan betrokkene is een sanctie opgelegd ter zake van de gedraging: als bestuurder of passagier geen gebruik maken van een autogordel.
De standpunten van partijen
De gemachtigde van betrokkene heeft (zakelijk weergegeven) aangevoerd dat zijn dochter wel degelijk gebruik maakte van een gordel. Zij droeg de gordel namelijk onder haar linker oksel. Betrokkene weet dat zij een gordel moet dragen, maar er is haar nimmer verteld op welke wijze zij hiervan gebruik moet maken en zij is dan ook van mening dat de verbalisant had kunnen volstaan met het geven van een waarschuwing.
De vertegenwoordiger van het openbaar ministerie heeft de kantonrechter verzocht het beroep van betrokkene ongegrond te verklaren en ter zitting aangevoerd dat voldoende vast staat dat betrokkene de gordel niet op de juiste manier gebruikt heeft.
De beoordeling
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Het beroep is ontvankelijk nu het tijdig is ingesteld en zekerheid is gesteld.
Betrokkene voert aan dat zij wel degelijk een gordel droeg, maar wellicht niet op de juiste wijze. Ook de verbalisant heeft hetgeen betrokkene verklaart bevestigd in het zaakoverzicht.
De kantonrechter is van oordeel dat onder het dragen van een gordel niet ieder willekeurig gebruik kan worden begrepen. Volgens de heersende jurisprudentie moet daaronder worden verstaan het gebruiken van de (voorgeschreven) autogordel op de daarvoor bedoelde wijze. De wetgever laat al sinds lange tijd (voorin) slechts driepuntsgordels toe. Betrokkene heeft haar gordel zodanig gebruikt, dat functioneel slechts sprake is van een tweepuntsgordel. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat betrokkene de haar verweten gedraging heeft verricht.
De kantonrechter zal, gelet op het bovenstaande, beslissen als volgt.
Beslissing
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2010.
Typ: bb
Verzonden op:
Indien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard of de opgelegde administratieve sanctie bedraagt meer dan € 70,00, kan tegen de beslissing hoger beroep worden ingesteld door binnen zes weken na de hiervoor vermelde datum van verzending een beroepschrift in te dienen bij dit gerecht (correspondentieadres: postbus ).
Het hoger beroep wordt behandeld door het gerechtshof te Leeuwarden.
Die procedure verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling kunt toelichten.