ECLI:NL:RBGRO:2010:BM9260
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot omzetting van eenzijdig gezag naar gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de man op 20 november 2009 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Groningen, waarin hij verzoekt om gezamenlijk ouderlijk gezag over zijn minderjarige kinderen A en B. Partijen hebben tot april 2009 een affectieve relatie gehad en de vrouw heeft momenteel het ouderlijk gezag. De man stelt dat er geen contra-indicaties zijn voor het gezamenlijk gezag en dat de communicatie tussen hen verbeterd kan worden. Tijdens de zittingen op 14 januari en 11 juni 2010, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was, hebben beide partijen aangegeven dat zij een mediationtraject willen ingaan om hun communicatie te verbeteren.
De vrouw heeft echter aangegeven dat er een kloof is tussen de opvoedingsstijlen en dat de communicatieproblemen tussen hen de kinderen benadelen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft benadrukt dat gezamenlijk gezag de voorkeur heeft en dat ouders moeten werken aan hun communicatie. De rechtbank heeft overwogen dat partijen in het verleden gezamenlijk voor de kinderen hebben gezorgd en dat er geen reden is om van het uitgangspunt van gezamenlijk gezag af te wijken, ondanks de communicatieproblemen.
De rechtbank heeft uiteindelijk beslist dat partijen gezamenlijk belast worden met het ouderlijk gezag over hun kinderen en heeft de omgangsregeling vastgesteld, waarbij de man de kinderen een weekend per veertien dagen bij zich kan ontvangen, evenals gedurende de helft van de schoolvakanties en feestdagen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven op 22 juni 2010 door mr. D.A. Flinterman en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier A.F. de Vries.