RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Zaak\rolnummer: 403956/09-2508
Vonnis d.d. 23 maart 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Telfort B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres, hierna te noemen Telfort,
gemachtigde J.A. Hartman gerechtsdeurwaarder te Groningen,
Q.,
wonende te [adres], Veendam,
gedaagde, hierna te noemen Q.,
gemachtigde mr. M.S. Scheffers, advocaat te Veendam,
Telfort heeft op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd Q. te veroordelen tot betaling van € 1157,01 vermeerderd met rente en kosten.
Q. heeft de vordering bestreden. Telfort heeft vervolgens een conclusie van repliek tevens akte houdende vermindering van eis genomen. Daarna heeft Q. gedupliceeerd.
Vervolgens is vonnis bepaald.
1.1 Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.2 Q. heeft met ingang van 23 juli 2008 met Telfort een overeenkomst gesloten voor de duur van minimaal 24 maanden ten aanzien van een aansluiting op het mobiele telecommunicatienetwerk van Telfort. In het kader van de overeenkomst heeft Telfort aan Q. een sim-kaart en een telefoonnummer ter beschikking gesteld.
1.3 De algemene voorwaarden van Telfort zijn van toepassing.
1.4 Tussen partijen is overeengekomen dat de betalingen via automatische incasso van de bankrekening van Q. zou worden geïncasseerd.
Het standpunt van Telfort
2.1 Telfort legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Omdat Q. niet tijdig overging tot betaling van de factuur van 30 juli 2008 heeft Telfort de telefoon van Q. op grond van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden geblokkeerd. Aangezien Q. ook de factuur van 28 augustus 2008 niet betaalde, heeft Telfort op grond van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden en artikel 6:265 BW de overeenkomst op 19 september 2008 met Q. ontbonden. De omstandigheid dat Q. niet aan zijn betalingsverplichting kon voldoen omdat zijn uitkeringsinstantie niet tijdig uitkeerde, kan niet aan Telfort worden tegengeworpen. Telfort betwist dat Q. een afspraak met haar heeft gemaakt dat de overeenkomst weer zou worden voortgezet indien hij tot betaling zou overgaan.
2.2 Door de voortijdige ontbinding van de overeenkomst lijdt Telfort schade. Nu de ontbinding te wijten is aan Q. is Q. verplicht deze schade te vergoeden op grond van artikel 8.1 jo 8.3 van de algemene voorwaarden en artikel 6:277 BW. De schade is bij Q. in rekening gebracht bij factuur van 30 september 2008 ad € 888,75. Dit bedrag bestaat uit de vaste maandelijkse abonnementskosten over de periode 19 september 2008 tot 23 juli 2010 (het eind van de minimale contractsperiode).
2.3 Omdat betaling uitbleef heeft Telfort de vordering op ter incasso overgedragen aan haar gemachtigde. Zij vordert derhalve ook buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij rente.
3.1 In augustus 2008 is de WW-uitkering van Q. beëindigd en was hij aangewezen op een bijstandsuitkering. De uitbetaling van de uitkering heeft lang op zich laten wachten met als gevolg dat Q. in de maanden augustus en september geen uitkering heeft ontvangen. Hij kon daarom de factuur van 30 juli 2008 niet betalen. Hij heeft deze factuur op 29 september 2008 voldaan.
3.2 Q. heeft de factuur van 28 augustus 2008 niet ontvangen. Begin oktober 2008 heeft de zus van Q. gebeld met Telfort. Op dat moment is door Telfort kenbaar gemaakt dat Q. de factuur van 28 augustus ter hoogte van € 78,79 nog diende te betalen. Zij heeft toen een regeling getroffen met Telfort. Die regeling hield in dat Telfort voor 15 oktober 2008 het openstaande bedrag van € 78,79 moest hebben voldaan. Vervolgens zou hem een nieuwe sim-kaart worden toegezonden waarna hij weer gebruik zou kunnen maken van zijn abonnement. Q. heeft dit bedrag op 13 oktober 2008 voldaan. Vervolgens ontving hij een nieuwe sim-kaart. Telfort heeft de overeenkomst echter niet voortgezet.
3.3 Q. is van mening dat de vervallen abonnementskosten niet als schade kunnen worden aangemerkt nu Telfort geen diensten meer levert. Voorts meent Q. dat artikel 8.3 van de algemene voorwaarden als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. Deze bepaling levert immers een aanzienlijke verbetering van de inkomenspositie van Telfort op waarvoor Q. moet opdraaien.
3.4 Q. is van mening dat gerechtelijke procedure niet nodig was geweest nu hij om een betalingsregeling heeft verzocht van € 50,00 per maand, welke werd afgewezen door Telfort. Q. betwist voorts de opgevoerde buitengerechtelijke kosten.
4.1 Vast staat dat partijen op 23 juli 2008 voor de duur van 24 maanden een overeenkomst hebben gesloten en dat daarop de algemene voorwaarden van Telfort van toepassing zijn. Uit hoofde van deze overeenkomst is Q. gehouden tot betaling van de abonnementskosten.
4.2 Vast staat voorts dat Q. de factuur van 30 juli 2008 in eerste instantie onbetaald heeft gelaten en dat Telfort bij aanmaning van 1 september 2008 Q. nadrukkelijk verzocht heeft om vóór 8 september 2008 tot betaling over te gaan. Daarbij is vermeld dat indien de betaling uit zou blijven Telfort zou overgaan tot het afsluiten van het telefoonnummer en dat zij vervolgens de resterende abonnementskosten bij Q. in rekening zou brengen.
4.3 Q. heeft de factuur van 30 juli 2008 pas op 29 september 2008 betaald. De kantonrechter is van oordeel dat dit een tekortkoming van zodanige aard is dat het Telfort vrij stond de overeenkomst op 19 september 2008 te ontbinden op grond van wanprestatie. Het verweer van Q. dat hij een afspraak met Telfort zou hebben dat hij weer aangesloten zou worden indien hij de factuur van 28 augustus 2008 vóór 15 oktober 2008 zou betalen wordt verworpen. Telfort heeft het bestaan van een dergelijke regeling gemotiveerd weersproken, zodat het op de weg van Q. had gelegen om deze stelling nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Nu Q. daarmee in gebreke is gebleven, heeft hij niet aan de op zijn rustende stelplicht voldaan zodat dit verweer zal worden gepasseerd.
4.4 Telfort heeft naar aanleiding van de ontbinding op grond van artikel 8.1 jo 8.3 van de algemene voorwaarden de resterende abonnementstermijnen bij factuur van 30 september 2008 bij Q. in rekening gebracht. In artikel 8.3 van de algemene voorwaarden is bepaald dat indien Telfort de overeenkomst tijdens de toepasselijke minimumduur ontbindt de contractant verplicht is de vaste kosten voor de minimumduur van de overeenkomst te voldoen. Q. beroept zich op vernietigbaarheid van dit beding.
4.5 De kantonrechter verwijst ter zake naar de EG Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. In de bijlage bij deze richtlijn is een lijst van algemene voorwaarden opgenomen, die als oneerlijk in de zin van de richtlijn kunnen worden aangemerkt. In die lijst is onder e) het beding opgenomen dat tot doel heeft de consument die zijn verbintenissen niet nakomt een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen. Onder o) is opgenomen dat bedingen die tot doel of gevolg hebben de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenis niet uitvoert als oneerlijk kan worden aangemerkt.
4.6 De kantonrechter overweegt dat het beding waar Telfort zich op beroept een oneerlijk beding kan zijn in de zin van voornoemde Europese Richtlijn omdat dat beding tot gevolg kan hebben dat een consument die zijn verplichtingen niet nakomt een onevenredig hoge schadevergoeding wordt opgelegd. Tegenover de verplichting tot betaling van de vaste abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst staan immers geen diensten meer van Telfort. Of daadwerkelijk sprake is van een onredelijk bezwarend beding dient te worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval. De kantonrechter acht onder meer de werkelijk geleden schade van belang. Het is hem onduidelijk of bij het sluiten van het abonnement een mobiel toestel ter beschikking is gesteld en zo ja wat de verkoopwaarde van dit toestel was op het moment dat dit is verstrekt. Telfort dient zich daarover nader uit te laten.
4.7 Indien artikel art. 8 lid 3 van de algemene voorwaarden vernietigbaar is, geldt dat Telfort op grond van artikel 6:277 BW recht kan hebben op schadevergoeding. Het gaat daarbij om de schade die Telfort heeft geleden doordat op grond van de tekortkoming van Q. de overeenkomst is ontbonden en geen wederzijdse nakoming heeft plaatsgevonden. Echter zonder nadere toelichting van Telfort, welke toelichting ontbreekt, kan naar het oordeel van de kantonrechter niet zondermeer worden geconcludeerd dat het misgelopen abonnementsgeld als schade kan worden beschouwd. Nu Telfort de door haar gestelde schade niet heeft geconcretiseerd, zal zij tevens in de gelegenheid worden gesteld om dit alsnog te doen. Q. zal vervolgens bij akte kunnen reageren.
4.8 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
verwijst de zaak naar de rol van 13 april 2010 voor uitlating door Telfort als bedoeld in overwegingen 4.6 en 4.7;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 23 maart 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.