ECLI:NL:RBGRO:2010:BN5203
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- P. Schadd-de Boer
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring van het verzoek tot ontkenning van het vaderschap na DNA-onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 6 juli 2010 uitspraak gedaan over het verzoek van verzoekster tot ontkenning van het vaderschap van verweerder. Verzoekster, die op 17 juli 1989 is geboren uit een huwelijk tussen haar moeder en verweerder, heeft op 16 april 2010 een verzoekschrift ingediend. Dit verzoek is gedaan binnen drie jaar nadat verzoekster meerderjarig is geworden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster de Nederlandse nationaliteit bezit en dat zij in het gezin van haar ouders is opgegroeid. De moeder van verzoekster was destijds uitgehuwelijkt aan verweerder, maar zij hebben nooit samengewoond en verweerder heeft nooit de biologische vader van verzoekster kunnen zijn.
Bij de behandeling van de zaak op 29 juni 2010 zijn verzoekster, haar advocaat mr. J.W. Poortinga, de moeder van verzoekster en de biologische vader van verzoekster gehoord. Uit DNA-onderzoek, uitgevoerd door Service Labs, bleek met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat de biologische vader van verzoekster de heer [naam vader] is, en niet verweerder. Dit onderzoek heeft aangetoond dat de kans dat verweerder de biologische vader is, kleiner is dan 0,0000401%.
De rechtbank heeft op basis van de feiten en het DNA-onderzoek geoordeeld dat het verzoek van verzoekster tot ontkenning van het vaderschap van verweerder gegrond is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk effect heeft, ongeacht een eventueel hoger beroep. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. De rechtbank heeft de beschikking op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt, en de griffier heeft partijen geïnformeerd over de mogelijkheden tot hoger beroep.