ECLI:NL:RBGRO:2010:BN5865
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van het recht op (begeleide) omgang met minderjarige A. door de rechtbank Groningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 20 juli 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over het recht op omgang met hun minderjarige kind, aangeduid als [A.]. De rechtbank heeft de man het recht op (begeleide) omgang met [A.] ontzegd, na te hebben vastgesteld dat de dertienjarige [A.] ernstige bezwaren heeft tegen omgang met zijn vader. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak voortgezet ter zitting met gesloten deuren op 8 juli 2010, waarbij partijen, hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat de communicatie tussen de ouders niet constructief is en dat de vrouw de omgang tussen de man en [A.] frustreert. De man heeft [A.] voor het eerst na tien jaar ontmoet op 12 februari 2010, en de daaropvolgende ontmoetingen verliepen positief. Echter, de vrouw heeft eisen gesteld die de man niet kan en wil voldoen, wat heeft geleid tot een verslechtering van de situatie. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de psychische toestand van de vrouw een normale omgang tussen vader en zoon in de weg staat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het belang van [A.] voorop moet staan en dat de huidige situatie niet in zijn belang is. De rechtbank heeft de man het recht op omgang ontzegd, omdat [A.] zelf heeft aangegeven geen omgang met zijn vader te willen hebben, en heeft de zaak afgesloten met de beslissing om het meer of anders verzochte af te wijzen.