ECLI:NL:RBGRO:2010:BN8138

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
21 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117032 / FA RK 10-647
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.W.H. Buijtenhuijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie in het kader van schuldsanering

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 21 september 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De man, die in 2005 was gescheiden van de vrouw, had een maandelijkse alimentatie van € 250,- vastgesteld gekregen voor hun minderjarige kind. Echter, na het uitspreken van zijn faillissement op 24 november 2009, stelde de man dat hij niet langer in staat was om deze alimentatie te betalen. Hij verzocht de rechtbank om de eerdere beschikking te wijzigen, zodat hij niet langer gehouden zou zijn tot het betalen van kinderalimentatie, of in ieder geval om het bedrag te verlagen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de nieuwe richtlijnen voor onderhoudsplichtige ouders die zijn toegelaten tot de schuldsanering in aanmerking genomen. Deze richtlijnen, die per 1 juli 2010 zijn ingegaan, stellen dat het vrij te laten bedrag van de onderhoudsplichtige ouder kan worden verhoogd met de bij rechterlijke uitspraak vastgestelde kinderalimentatie, tot een bepaald maximum. De rechtbank heeft besloten de beslissing aan te houden, zodat de man de curator kan verzoeken om een herberekening van het vrij te laten bedrag, rekening houdend met de alimentatieverplichting.

De uitspraak benadrukt het belang van de alimentatieverplichting in het kader van schuldsanering en de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen de financiële mogelijkheden van de onderhoudsplichtige ouder en de belangen van het kind. De rechtbank heeft de man de gelegenheid gegeven om de benodigde stappen te ondernemen en heeft verdere beslissingen aangehouden tot de herberekening is uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 117032 / FA RK 10-647
beschikking d.d. 21 september 2010
in de zaak van:
verzoeker,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M.T. van Daatselaar,
en
verweerster,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. A.R.H. Baas.
PROCESVERLOOP
De man heeft op 19 maart 2010 een verzoekschrift ingediend, waarin hij heeft verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van de rechtbank Groningen van 11 januari 2005 te wijzigen, in die zin dat de man met ingang van primair 24 november 2009 danwel subsidiair de datum van indiening van het verzoekschrift niet langer meer gehouden is een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen te voldoen, althans een zodanig bedrag en met ingang van zodanige datum als de rechtbank juist acht zal moeten voldoen.
De vrouw heeft op 17 mei 2010 een verweerschrift ingediend.
Op 2 juli 2010 is ter griffie van de rechtbank een brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw binnengekomen.
Voorts is op 3 juli 2010 een faxbericht van de advocaat van de man ontvangen.
De rechtbank heeft op 13 juli 2007 de zaak behandeld ter zitting met gesloten deuren. Hierbij zijn partijen, bijgestaan door hun advocaten, verschenen en gehoord.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten
- Bij beschikking van 11 januari 2005 van deze rechtbank is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken, welke beschikking op 4 februari 2005 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
- Partijen hebben gezamenlijk het gezag over de minderjarige A.;
• Bij de echtscheidingsbeschikking is bepaald dat de man met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen een bedrag van € 250,- per maand dient te betalen.
Standpunten van partijen
De man heeft gesteld dat sprake is van een wijziging van omstandigheden waardoor voormelde beschikking niet langer voldoet aan de wettelijke maatstaven als bedoeld in artikel 1:397 Burgerlijk Wetboek (BW). Bij beschikking van 24 november 2009 van de rechtbank Groningen is ten aanzien van de man het faillissement uitgesproken. Hierdoor heeft de man geen draagkracht meer om welk bedrag dan ook aan kinderalimentatie te voldoen. Naar verwachting zal het faillissement het tweede halfjaar worden opgeheven of worden omgezet in een schuldsanering van de man.
De vrouw verzet zich tegen nihilstelling van de kinderalimentatie. In het kader van het faillissement van de man had de curator in de berekening van het vrij te laten bedrag voor de man rekening dienen te houden met de alimentatieverplichting van de man.
Beoordeling
In het rapport Alimentatienormen van juli 2010 (de Tremanormen) is een nieuwe richtlijn opgenomen ten aanzien van de onderhoudsplichtige ouder die is of wordt toegelaten tot de schuldsanering uit hoofde van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Met ingang van 1 juli 2010 hanteert de rechtbank deze nieuwe richtlijn, inhoudende dat in het geval een onderhoudsplichtige ouder is toegelaten tot de schuldsanering ervan wordt uitgegaan dat het vrij te laten bedrag van die ouder is, dan wel zal worden verhoogd met de bij rechterlijke uitspraak of overeenkomst vastgestelde kinderalimentatie, zij het per kind tot een maximum van het bedrag dat recht geeft op de persoonsgebonden aftrek als gevolg van de bijdrage in de onderhoudskosten van het kind.
Gelet hierop zal de rechtbank de beslissing aanhouden, teneinde de man in de gelegenheid te stellen om de curator te verzoeken het vrij te laten bedrag opnieuw te berekenen, daarbij rekeninghoudende met de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige A., welke de rechtbank bij uitspraak van 11 januari 2005 heeft vastgesteld.
BESLISSING
stelt de man in de gelegenheid om de curator te verzoeken een nieuwe berekening te maken van het vrij te laten bedrag, daarbij rekeninghoudende met de bij uitspraak van deze rechtbank van 11 januari 2005 vastgestelde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen, en deze berekening uiterlijk op 19 oktober 2010 aan de rechtbank en aan de wederpartij te doen toekomen;
houdt iedere overige beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W.H. Buijtenhuijs en uitgesproken door deze ter openbare terechtzitting van 21 september 2010 in tegenwoordigheid van mr. A. van der Wal als griffier.
aw