ECLI:NL:RBGRO:2010:BO0437

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
14 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670028-10
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en mensensmokkel met betrekking tot een Bulgaarse vrouw

Op 14 oktober 2010 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en mensensmokkel. De zaak betreft de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010, waarin de verdachte samen met een mededader een Bulgaarse vrouw, geboren op 3 september 1990, heeft aangeworven en meegenomen naar Nederland met het doel haar te laten werken als prostituee. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader de vrouw vanuit Duitsland naar Nederland hebben vervoerd, terwijl zij wisten dat zij niet in het bezit was van de benodigde vergunningen voor arbeid als zelfstandige.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de strafbaarheid van de gedragingen niet afhankelijk is van dwang of ongeoorloofde beïnvloeding. Het doel van de wet is om personen te beschermen tegen gedwongen prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, ook al was er geen bewijs van dwang in de klassieke zin. De verdachte heeft de vrouw geholpen bij het verkrijgen van toegang tot Nederland, terwijl hij wist dat dit wederrechtelijk was.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan de uitvoering voorwaardelijk is, en een geldboete van €750. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 273f en 197a van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op mensenhandel en mensensmokkel.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670027-10 (promis)
datum uitspraak: 14 oktober 2010
bij verstek
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [woonplaats] [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
30 september 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010,
in de gemeente(n) Reiderland en/of Oldambt en/of (elders) in Nederland, en/of
in Bulgarije en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, [betrokkene] (geboren
03-09-1990) heeft aangeworven en/of medegenomen, met het oogmerk die
[betrokkene] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele
handeling(en) met of voor een derde tegen betaling (sub 3°);
art 273f lid 1 ahf/sub 3° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010,
in de gemeente Reiderland en/of Oldambt en/of (elders) in Nederland, en/of in
Bulgarije en/of Duitsland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, [betrokkene] (geboren 03-09-1990) aan te werven
en/of mee te nemen, met het oogmerk die [betrokkene] in een ander land, te
weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen
betaling,
- met die [betrokkene] heeft afgesproken haar vanuit Papenburg, in elk geval
Duitsland, mee te nemen naar (nachtclub Night Live in) Nieuw Beerta, en/of
- die [betrokkene] vanuit Papenburg, in elk geval Duitsland, met een auto
heeft vervoerd / meegenomen naar (nachtclub Night Live in) Nieuw Beerta, in
elk geval Nederland,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Art 273f jo. 45 Sr.
althans, indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[mededader] en/of (een) ander(en) in of omstreeks de periode van 1
november 2009 tot en met 17 januari 2010, in de gemeente Reiderland en/of
Oldambt en/of (elders) in Nederland, en/of in Bulgarije en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal, [betrokkene] (geboren 03-09-1990) heeft aangeworven en/of
medegenomen, met het oogmerk die [betrokkene] in een ander land, te weten
Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
gelegenheid, inlichtingen of middelen heeft verschaft, door
- aan die [mededader] geld te lenen (voor de reiskosten van [betrokkene]) en/of
- die [mededader] en [betrokkene] (in zijn auto) vanuit het buitenland naar Nederland
te vervoeren en/of over te brengen en/of
- die [betrokkene] te brengen naar en/of te halen van nachtclub Nightlife te
Nieuw Beerta;
althans, indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[mededader] en/of (een) ander(en) in of omstreeks de periode van 1
november 2009 tot en met 17 januari 2010, in de gemeente Reiderland en/of
Oldambt en/of (elders) in Nederland, en/of in Bulgarije en/of Duitsland,
(telkens) ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans
eenmaal, [betrokkene] (geboren 03-09-1990) aan te werven en/of mee te nemen,
met het oogmerk die [betrokkene] in een ander land, te weten Nederland, ertoe
te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer
seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
- met die [betrokkene] afgesproken haar vanuit Papenburg, in elk geval
Duitsland, mee te nemen naar (nachtclub Night Live in) Nieuw Beerta, en/of
- die [betrokkene] vanuit Papenburg, in elk geval Duitsland, met een auto
heeft vervoerd / meegenomen naar (nachtclub Night Live in) Nieuw Beerta, in
elk geval Nederland,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
gelegenheid, inlichtingen of middelen heeft verschaft, door
- aan die [mededader] geld te lenen (voor de reiskosten van [betrokkene]) en/of
- die [mededader] en [betrokkene] (in zijn auto) vanuit het buitenland naar Nederland
te vervoeren en/of over te brengen en/of
- die [betrokkene] te brengen naar en/of te halen van nachtclub Nightlife te
Nieuw Beerta;
art 273f lid 1 ahf/sub 3° Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010
te Nieuw-Beerta, gemeente Oldambt, althans in Nederland, en/of in Duitsland
en/of Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een ander, te weten
[betrokkene], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot
Nederland (in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november
2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over
land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000
te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde
misdaad) en/of die [betrokkene] daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen
heeft verschaft terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wisten of ernstige
redenen hadden te vermoeden dat die toegang en/of verblijf wederrechtelijk was
(die [betrokkene] was niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning
en/of verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige
en/of die [betrokkene] was niet op weg om zich bij enig bevoegde instantie te
melden), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte :
- (een gedeelte van) de reiskosten van [betrokkene] betaald of voorgeschoten en/of
- [betrokkene] in een auto vanuit het buitenland naar Nederland vervoerd en/of
overgebracht en/of
- die [betrokkene] gebracht naar en/of gehaald van nachtclub Nightlife te Nieuw
Beerta om daar (als prostituee) te gaan werken;
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van de stukken gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde, en heeft daartoe onder meer het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde.
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 250ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr), thans artikel 273f Sr, is gesteld dat de strafbaarheid van de gedragingen als bedoeld in dit artikel niet afhangt van het ontbreken van dwang of ongeoorloofde beïnvloeding. Het doel van de bepaling is overigens wel om vrouwen en mannen te beschermen tegen gedwongen prostitutie. Mogelijke dwang die is toegepast bij de aanwerving of medeneming van zo’n persoon hoeft niet bewezen te worden, daar dit geen bestanddeel vormt van de delictomschrijving. De wetgever heeft er bewust voor gekozen de aanpak van vrouwenhandel op deze wijze te vergemakkelijken. Het aanwerven of medenemen van een persoon voor prostitutie uit het buitenland is dus strafbaar, ook als deze persoon uit vrije wil in de prostitutie werkzaam is of wil zijn.
Voor medenemen is het met zich voeren van een in Nederland in de prostitutie te belanden persoon vanuit het buitenland voldoende. Degene die deze persoon op een deel van zo’n traject, waarbij vanuit het buitenland de grens met Nederland wordt gepasseerd, begeleidt, maakt zich schuldig aan medenemen in de zin van artikel 273f, eerste lid, sub 3, Sr.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
Verdachten wisten of hadden ernstige redenen te vermoeden dat de toegang van [betrokkene] tot Nederland wederrechtelijk was.
De wederrechtelijkheid is daarbij gelegen in het feit dat de toegang tot doel had in Nederland te gaan werken, terwijl [betrokkene] - zoals verdachten wisten of dienden te vermoeden - niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning en/of verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:
Een proces-verbaal van aanhouding d.d. 17 januari 2010, opgenomen op de pagina’s 48 tot en met 50 van dossier nummer PL27NN/10-001608, d.d. 20 maart 2010 van de Koninklijke Marechaussee, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven,
Dat verbalisanten op 17 januari 2010, omstreeks 17.53 uur, op de Rijksweg A7, ter hoogte van de voormalige doorlaatpost te Nieuweschans, gelegen in de gemeente Reiderland, een auto de Duits-Nederlandse grens zagen passeren en dat verbalisanten die auto hebben staande gehouden. Dat de mannelijke bestuurder desgevraagd een Bulgaarse identiteitskaart op naam van [verdachte] toonde, de mannelijke bijrijder een Bulgaarse identiteitskaart op naam van [mededader] en dat verbalisant zag dat [mededader] uit zijn portemonnee een Bulgaarse identiteitskaart op naam van [betrokkene], geboren op 3 september 1990, haalde, zijnde de vrouwelijke inzittende op de achterbank.
Dat [verdachte] verklaarde onderweg te zijn naar een vriend in Winschoten. Dat verbalisanten zagen dat de auto niet in de richting van Winschoten reed en dat zij de auto later op het terrein van de nachtclub ”Club Nightlife” zagen staan en dat betrokkenen voor de nachtclub met een andere onbekende man stonden. Dat verbalisanten het voertuig na enkele minuten met daarin slechts [verdachte] en [mededader] in de richting van Nieuweschans zagen passeren.
Een proces-verbaal d.d. 27 januari 2010, opgenomen op pagina 67 van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven,
Dat zij op 17 januari 2010, omstreeks 20.00 uur, [betrokkene] hebben aangetroffen in club Night Life te Nieuw Beerta, waar zij werkzaam was als prostituee.
Een proces-verbaal d.d. 18 januari 2010, opgenomen op pagina 153 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van medeverdachte [mededader],
Ik heb gisteravond mijn vrouw (de rechtbank begrijpt: [betrokkene]) naar het werk gebracht.
Een proces-verbaal d.d. 18 januari 2010, opgenomen op de pagina’s 168 tot en met 170 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van medeverdachte [mededader],
heeft gewerkt daar waar ik aangehouden werd. In die club. Ze werkt in een seksclub.
Ik hoorde van dat ze bereid waren om haar een arbeidscontract aan te bieden zodat ze zich kon inschrijven. Ik hoorde van haar dat als ze een arbeidscontract heeft, ze gewoon legaal kon werken. Maar ik weet het allemaal niet zeker. Als ik haar niet kan brengen dan moet ze met de taxi.
Ik heb [(voornaam) verdachte] (de rechtbank begrijpt steeds: de verdachte [verdachte]) gevraagd of hij haar daar naar toe kon brengen met zijn auto. Dat was voor de tweede keer dat hij ons daar naar toe heeft gebracht. Ik heb haar daar twee keer heengebracht.
Ik wil niet dat [verdachte] teveel weet van het werk van. Toen we haar daar naar toe brachten was het denk ik wel duidelijk voor hem.
Een proces-verbaal d.d. 26 januari 2010, opgenomen op de pagina’s 84 tot en met 85 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [betrokkene],
Ik werk 3,5 maand in bar Nightlife. Ik sta niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
Ik werk geheel vrijwillig in club Nightlife. Het is mijn eigen keus. Echt leuk vindt Naim dat niet.
Een proces-verbaal d.d. 20 maart 2010, opgenomen op de pagina’s 14 en 22 van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven,
Tijdens de insluitingsfouillering zijn bij verdachte [mededader] onder andere de identiteitskaart en een bankpas op naam van [betrokkene] aangetroffen.
Verdachte [verdachte] heeft een contact in zijn telefoon staan waarvan de eigenaar / houder eerder voor mensenhandel is vervolgd en veroordeeld.
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij het tot prostitutie brengen van [betrokkene] ontkend. Verdachte zou er zelfs niet van hebben geweten dat zij [betrokkene] bij een seksclub zouden gaan afleveren. De rechtbank acht deze ontkenning van verdachte gelet op de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen niet geloofwaardig. Gelet daarnaast op de wetshistorische uitleg van artikel 273f Sr, waaromtrent de rechtbank de door de officier van justitie gegeven interpretatie onderschrijft, acht de rechtbank de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde mensenhandel bewezen. In het verlengde daarvan moet verdachte hebben geweten of in ieder geval hebben vermoed dat [betrokkene] niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning en/of verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige, zodat ook de onder 2 ten laste gelegde mensensmokkel bewezen kan worden.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010, in de gemeenten Reiderland en Oldambt en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, [betrokkene] (geboren 03-09-1990) heeft medegenomen, met het oogmerk die [betrokkene] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.
2.
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens een ander, te weten [betrokkene], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland en die [betrokkene] daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte en zijn medeverdachte wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang wederrechtelijk was (die [betrokkene] was niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige en die [betrokkene] was niet op weg om zich bij enig bevoegde instantie te melden), immers hebben verdachte en zijn medeverdachte:
- [betrokkene] in een auto vanuit het buitenland naar Nederland vervoerd en
- die [betrokkene] gebracht naar nachtclub Nightlife te Nieuw Beerta om daar als prostituee te gaan werken.
Strafbaarheid van de feiten
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:
1, primair Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen, meermalen gepleegd.
2. Het een ander behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot
Nederland, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die
toegang wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede met de vordering van de officier van justitie.
Voorwaardelijke vrijheidsstraf en geldboete
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een geheel voorwaardelijke vrijheidsstraf en daarnaast een geldboete moet worden opgelegd.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte daarvan rekening gehouden met het volgende.
Door het meenemen van [betrokkene] om haar in Nederland als prostituee te laten werken, heeft verdachte zich met zijn mededader onder de gegeven omstandigheden schuldig gemaakt aan mensenhandel, hetgeen in beginsel een zeer ernstig feit is.
Hoewel in deze zaak niet is gebleken dat [betrokkene] tot prostitutie is gedwongen in de klassieke betekenis van het woord, bevindt zich in het dossier informatie waaruit aannemelijk wordt dat hier een situatie van vrouwenhandel bestaat. De rechtbank wijst op het gegeven dat [betrokkene] niet in het bezit was van persoonlijke bescheiden, als haar identiteitskaart en bankpas, en de aanwezigheid van telefoonnummers in de contactenlijst van de mobiele telefoons van verdachte en zijn medeverdachte die duiden op deze betrokkenheid. Bijvoorbeeld de nummers van meerdere seksclubs (in Nederland en Duitsland) en het nummer van een wegens vrouwenhandel veroordeelde persoon.
Tevens hebben verdachte en zijn mededader zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel, waarmee het algemeen belang van de staat in het geding is.
De rechtbank acht een vrijheidsstraf dan ook gerechtvaardigd.
De rechtbank zal een vrijheidsstraf van kortere duur opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd, nu het hier een veroordeling ter zake van artikel 273f, eerste lid, sub 3, Sr betreft waarbij een situatie van ernstige vrouwenhandel niet aannemelijk is geworden. De rechtbank zal voorts deze straf voorwaardelijk opleggen, nu het openbaar ministerie heeft aangegeven het vervolgingsbeleid met betrekking tot dit delict te wijzigen in die zin dat voortaan ter zake actief zal worden opgetreden, ook wanneer deze situatie zich voordoet los van het bestaan van een situatie van vrouwenhandel als beschreven in de andere onderdelen van artikel 273f Sr.
Omdat evenwel met mensenhandel en –smokkel doorgaans veel geld wordt verdiend, zal de rechtbank tevens overgaan tot de oplegging van een onvoorwaardelijk geldboete.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 197a, eerste lid, en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een geldboete van € 750 (zegge: zevenhonderd en vijftig euro) met bevel dat voor geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, vervangende hechtenis voor de duur van 15 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. M.J.B. Holsink, voorzitter, H.J Bastin en S. Tempel, in tegenwoordigheid van W. Brandsma als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2010.