ECLI:NL:RBGRO:2010:BO0437
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.B. Holsink
- H.J. Bastin
- S. Tempel
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mensenhandel en mensensmokkel met betrekking tot een Bulgaarse vrouw
Op 14 oktober 2010 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en mensensmokkel. De zaak betreft de periode van 1 november 2009 tot en met 17 januari 2010, waarin de verdachte samen met een mededader een Bulgaarse vrouw, geboren op 3 september 1990, heeft aangeworven en meegenomen naar Nederland met het doel haar te laten werken als prostituee. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader de vrouw vanuit Duitsland naar Nederland hebben vervoerd, terwijl zij wisten dat zij niet in het bezit was van de benodigde vergunningen voor arbeid als zelfstandige.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de strafbaarheid van de gedragingen niet afhankelijk is van dwang of ongeoorloofde beïnvloeding. Het doel van de wet is om personen te beschermen tegen gedwongen prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, ook al was er geen bewijs van dwang in de klassieke zin. De verdachte heeft de vrouw geholpen bij het verkrijgen van toegang tot Nederland, terwijl hij wist dat dit wederrechtelijk was.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan de uitvoering voorwaardelijk is, en een geldboete van €750. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 273f en 197a van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op mensenhandel en mensensmokkel.