ECLI:NL:RBGRO:2010:BO1662

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
15 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121828 / JE RK 10-876
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing

In deze zaak heeft het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering (LJ&R) op 14 oktober 2010 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen. Dit verzoek was gedateerd op dezelfde dag en ging vergezeld van een hulpverleningsplan en een verslag van de eerdere ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De kinderen, geboren in 2000 en 1997, staan onder gezag van hun moeder.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de termijn van de ondertoezichtstelling op 17 oktober 2010 zou aflopen. Volgens de regels van het Procesreglement Civiel Jeugdrecht diende een verlengingsverzoek uiterlijk acht weken voor het verstrijken van de termijn ingediend te worden. Aangezien het verzoek van LJ&R pas op 14 oktober 2010 werd ingediend, was dit ruimschoots te laat. Hierdoor kon de procedure voor instemming van de gezaghebbende ouder(s) niet worden gevolgd en kon de zaak niet ter zitting worden geagendeerd.

De kinderrechter heeft daarom geoordeeld dat het verzoek van LJ&R niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De beslissing werd genomen door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier C.J.A. Joosse, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting op 15 oktober 2010.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van verzoeken in het kader van jeugdzorg en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 121828 / JE RK 10-876
beschikking kinderrechter d.d. 15 oktober 2010
inzake
* [kind 1], geboren in de gemeente [***] [in 2000],
* [kind 2], geboren in de gemeente [***] [in 1997],
kinderen van:
[vader],
overleden
en
mevrouw [moeder],
wonende te [adres] .
De moeder is belast met het gezag over voornoemde minderjarigen.
PROCESGANG
Op 14 oktober 2010 heeft het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering (LJ&R), namens het bureau jeugdzorg, een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing ingediend, gedateerd 14 oktober 2010.
Daarbij is overgelegd het hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, alsmede een indicatiebesluit.
OVERWEGINGEN
Bij beschikking d.d. 9 oktober 2009 is de termijn van de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van een jaar met ingang van 17 oktober 2009.
Voorts is bij voormelde beschikking de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg van voornoemde minderjarigen verlengd voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Op grond van het bepaalde in de artikelen 2.4.8 en 2.4.9 sub a van het Procesreglement Civiel Jeugdrecht (mei 2010) dient een verlengingsverzoek uiterlijk tijdens de achtste week vóór het einde van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling respectievelijk van de lopende machtiging tot uithuisplaatsing te worden ingediend.
Nu beide verzoeken zijn ingediend ruimschoots na afloop van de voormelde termijnen -de ondertoezichtstelling expireert immers op 17 oktober 2010- de procedure van een eventuele instemmingsverklaring door de gezaghebbende ouder(s) derhalve niet gevolgd kan worden en ook de agendering van de zaak ter zitting onmogelijk is geworden, zal de kinderrechter het LJ&R niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoeken.
BESLISSING
verklaart het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering (LJ&R) niet-ontvankelijk in haar namens het bureau jeugdzorg ingediende verzoek d.d. 14 oktober 2010.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van C.J.A. Joosse, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 oktober 2010.