ECLI:NL:RBGRO:2010:BO2532
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Grensoverschrijdende vordering in kleine vorderingen procedure met betrekking tot annulering van een Bahncard
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 8 maart 2010, betreft het een grensoverschrijdende vordering van minder dan € 2.000,00 in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen. De eiser, aangeduid als Q., heeft op 9 juli 2009 per abuis een Bahncard 50 besteld bij Deutsche Bahn AG en heeft deze bestelling onmiddellijk geannuleerd. Ondanks zijn verzoek om terugbetaling van het aankoopbedrag van € 450,00, ontving hij tegenstrijdige berichten van Deutsche Bahn AG, die hem uiteindelijk mededeelde dat hij het bedrag niet terug zou krijgen. Q. heeft de Bahncard inmiddels ontvangen en retour gestuurd, en stelt dat hij recht heeft op annulering van de overeenkomst.
De verwerende partij, Deutsche Bahn AG, betwist de vordering en stelt dat zij geen BahnCard uitgeeft; deze wordt uitgegeven door DB Fernverkehr AG, die de contractspartner van Q. is. Deutsche Bahn AG verwijst naar een e-mail waarin wordt aangegeven dat voor vragen over de BahnCard contact moet worden opgenomen met DB Fernverkehr AG.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering binnen het toepassingsbereik van de Verordening (EG) nr. 861/2007 valt en dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechter heeft Deutsche Bahn AG in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wijze van contracteren via internet en de kenbaarheid van de contractspartij voor de consument. De beslissing is aangehouden tot 5 april 2010, waarbij de kantonrechter de verwerende partij verzoekt om de benodigde informatie in te dienen.