ECLI:NL:RBGRO:2010:BO4460
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde waterschapslasten door Waterbedrijf Groningen N.V. tegen Q.
In deze zaak vorderde Waterbedrijf Groningen N.V. van gedaagde Q. betaling van onbetaalde waterschapslasten ter hoogte van € 110,18, vermeerderd met rente en kosten. De vordering was gebaseerd op een factuur van 31 januari 2009, die door Q. niet was voldaan. Q. voerde als verweer aan dat de vordering reeds was voldaan en dat Waterbedrijf een gebrekkige administratie voerde. Daarnaast stelde hij dat hij geen verontreinigingsheffing meer verschuldigd was vanwege de installatie van een IBA-systeem op het perceel.
De kantonrechter oordeelde dat Q. onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de vordering was voldaan. De rekeningafschriften die Q. overlegde, toonden niet aan dat de betreffende nota was betaald. Ook het verweer over de verontreinigingsheffing werd verworpen, omdat er geen bewijs was dat het Waterschap een vrijstelling had verleend. De kantonrechter concludeerde dat de buitengerechtelijke kosten niet konden worden toegewezen, omdat deze niet meer omvatten dan een enkele aanmaning.
Uiteindelijk werd Q. veroordeeld tot betaling van € 73,18, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken door mr. F.B. Böttcher op 17 maart 2010.