ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8981
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- W.J.A.M. Dijkers
- Rechtspraak.nl
Verhuurder wil woning ontruimen en sloop, huurder vordert overbrenging inboedel
In deze zaak heeft de verhuurder, woningstichting Nijestee, de wens geuit om de huurwoning van de huurder te slopen, onder de voorwaarde dat vervangende woonruimte wordt aangeboden. De huurder heeft zich verzet tegen de ontruiming, wat heeft geleid tot een kort geding. De huurder vorderde dat zijn inboedel naar de nieuwe woning zou worden overgebracht, aangezien de woning vol stond met verzamelde spullen en huisvuil. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 november 2010 werd duidelijk dat de huurder zijn woning niet op de gebruikelijke manier bewoonde, wat leidde tot een aanzienlijke hoeveelheid inboedel die moest worden ontruimd. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de huurder geclausuleerd toegewezen, waarbij werd bepaald dat Nijestee de inboedel moest overbrengen naar een door de huurder aan te wijzen opslagplaats in Groningen, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan.
De voorzieningenrechter oordeelde dat beide partijen schuld hadden aan de ontstane situatie. De huurder had niet tijdig melding gemaakt van de omvang van zijn inboedel, terwijl Nijestee zich niet voldoende had gerealiseerd dat de inboedel veel groter was dan verwacht. De rechter benadrukte dat de huurder had moeten aangeven dat zijn woning vol stond met spullen, wat had kunnen helpen om de situatie te voorkomen. De rechter stelde ook vast dat Nijestee tekort was geschoten in de uitvoering van de overeenkomst, omdat zij niet de gebruikelijke inboedel naar de nieuwe woning had overgebracht, maar slechts een willekeurige selectie had gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de huurder toegewezen, maar met de beperking dat Nijestee alleen verplicht was om de inboedel over te brengen als er voldoende zekerheid werd geboden voor de opslagkosten. De rechter heeft de kosten van de verhuizing en opslag gemaximeerd en bepaald dat de huurder verantwoordelijk was voor de extra kosten die boven de overeengekomen bedragen uitkwamen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel verhuurder als huurder in het kader van een verhuizing en de gevolgen van een onduidelijke communicatie over de inboedel.