ECLI:NL:RBGRO:2010:BQ2453

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
9 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
454517 CV EXPL 10-8221
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van taxichauffeur wegens structureel te laat komen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 9 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q., een taxichauffeur, en zijn werkgever, Taxibedrijf R. Q. was op 11 december 2009 op zijn werk een kwartier te laat verschenen en werd daarop op staande voet ontslagen. Taxibedrijf R. stelde dat Q. al eerder was gewaarschuwd voor zijn te late aankomsten en dat zijn gedrag, waaronder het doorverwijzen van klanten naar de concurrent en respectloos gedrag tegenover zijn bazin, niet langer kon worden geaccepteerd. Q. betwistte de rechtsgeldigheid van het ontslag en vorderde onder andere doorbetaling van loon, vakantiegeld en schadevergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen, met een totaalbedrag van € 12.281,46, vermeerderd met wettelijke rente.

De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was, gezien de structurele te late aankomsten van Q. en de gevolgen daarvan voor de organisatie van Taxibedrijf R. De rechter gaf aan dat het niet-verschijnen van partijen ter comparitie nadelige gevolgen kan hebben voor de partij die niet verschijnt. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling en partijen werden uitgenodigd om hun verhinderdata op te geven voor een comparitie.

De kantonrechter heeft de zaak naar de rolzitting van 6 januari 2011 verwezen, waar partijen hun verhinderingen konden opgeven. Het vonnis is uitgesproken door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op 9 december 2010.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 454517 \ CV EXPL 10-8221
Vonnis d.d. 9 december 2010
inzake
Q.,
wonende te [plaatsnaam],
eiser, hierna Q. te noemen,
gemachtigde mr. A. Schellart, advocaat te Utrecht (postbus 2810,3500 GV),
tegen
1. de vennootschap onder firma Taxibedrijf R.,
2. S.,
3. T.,
gevestigd en kantoorhoudende c.q. wonende te [adres],
gedaagden, hierna Taxi R. te noemen,
gemachtigde mr. J.A. Buur, jurist DAS Rechtsbijstand (postbus 23000, 1100 DM Amsterdam Zuidoost).
PROCESGANG
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord
- conclusie van repliek
- conclusie van dupliek
Partijen hebben producties in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. De feiten
1.1 Q. is op 10 februari 2009 krachtens arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar bij Taxi R. in dienst getreden als taxichauffeur. Het loon van Q. bedroeg laatstelijk € 1.639,73 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en emolumenten.
1.2 Op 11 december 2009 is Q. een kwartier te laat op zijn werk verschenen. Op die dag is Q. op staande voet ontslagen door Taxi R. Bij schrijven van dezelfde datum heeft Taxi R. het volgende aan Q. medegedeeld:
“Bij deze krijgt u nu uw ontslag. U was al eerder schriftelijk gewaarschuwd maar u wilde zich niet aan de regels houden die bij Taxibedrijf R. gelden. U geeft klanten aan de concurrent en blijft zelf op de taxi standplaats staan. U blijft steevast te laat komen. En dan uw respectloos gedrag tegen over uw bazin. Dit gedrag kunnen wij niet meer accepteren. U bent bij deze op staande voet ontslagen.”
1.3 Bij schrijven van 14 januari 2010 heeft Q. de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en zijn arbeidskrachten aan Taxi R. beschikbaar gesteld.
2. De standpunten van partijen
2.1 Q. heeft gesteld dat de arbeidsovereenkomst van partijen niet is geëindigd op 11 december 2009, aangezien het ontslag op staande voet volgens hem nietig is bij afwezigheid van een dringende reden. Hij is van mening dat Taxi R. loon, vakantiegeld en nachttoeslag door moet betalen tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtens kan worden geacht te zijn geëindigd. Daarnaast heeft hij aanspraak gemaakt op niet opgenomen vakantiedagen in geld. Bovendien heeft Q. achterstallig loon gevorderd over de periode voorafgaand aan zijn ontslag. Ten slotte heeft hij gevorderd Taxi R. te veroordelen tot betaling van wettelijke verhoging, ad 50%, incassokosten en proceskosten. Dit alles resulterende in een vordering van € 12.281,46, vermeerderd met de wettelijke rente en onder aftrek van een reeds door Taxi R. betaald bedrag van € 963,90.
2.2 Taxi R. heeft in essentie aangevoerd dat op 11 december 2009 op rechtsgeldige wijze een eind is gekomen aan de arbeidsovereenkomst aangezien Q. haar (een) dringende reden(en) heeft gegeven, hoofdzakelijk bestaande uit het ondanks waarschuwingen stelselmatig te laat komen waardoor haar noodzakelijkerwijze strakke organisatie - zij wenst 24 uur per dag taxi's beschikbaar te hebben - onder druk komt te staan. Behoudens het geldelijk equivalent van 5 vakantiedagen, tot uitbetaling waarvan zij inmiddels opdracht heeft gegeven, komt Q. volgens haar geen betaling meer toe. Zij concludeert derhalve tot afwijzing van de vordering, een en ander kosten rechtens.
3. De beoordeling
3.1 Bij conclusie van dupliek heeft Taxi R. mede op verzoek van Q. nog producties in het geding gebracht. Q. heeft daar nog niet op kunnen reageren. Hem zal daartoe alsnog de gelegenheid worden geboden. De kantonrechter acht het ook overigens van belang dat partijen mondeling nadere inlichtingen verschaffen over het geschil. Daarom zal een comparitie van partijen worden bepaald. Die zitting zal ook kunnen worden gebruikt om te onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
3.2 Partijen wordt verzocht om stukken die op deze zaak betrekking hebben en van belang kunnen zijn, mee te brengen of tenminste één week voor de comparitie aan de kantonrechter en in afschrift aan de tegenpartij toe te sturen.
3.3 De kantonrechter kan uit een niet-verschijnen ter comparitie conclusies trekken die hij geraden acht. Dit kan ten nadele van de partij strekken die niet verschijnt.
Alvorens een datum voor de comparitie zal worden bepaald, worden partijen in de gelegenheid gesteld hun verhinderdata op te geven. In afwachting van de verdere ontwikkeling wordt iedere uitspraak aangehouden.
BESLISSING
De kantonrechter:
gelast partijen in persoon (rechtspersonen deugdelijk vertegenwoordigd) om, desgewenst met gemachtigden, te verschijnen voor de kantonrechter voor het verstrekken van nadere inlichtingen en om te onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden en wel op een nader, in overleg met partijen, vast te stellen datum, tijdstip en plaats;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 6 januari 2011 te 11.00 uur; vóór of uiterlijk op die zitting kunnen beide partijen schriftelijk aan de sector kanton opgeven op welke dagen zij in de maand volgende op die rolzitting verhinderd zijn, voor welke opgave geen nader uitstel zal worden verleend; op deze zitting zal dan worden bepaald wanneer en waar de comparitie van partijen zal plaatsvinden; na dagbepaling zal geen uitstel meer worden verleend;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 9 december 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: AF