ECLI:NL:RBGRO:2011:BP2394

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
11 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
123138 / JE RK 10-1056
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.P. Evenhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling minderjarige kinderen en omgangsregeling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 januari 2011 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De kinderen verblijven momenteel bij hun vader, die een positieve ontwikkeling van de kinderen heeft waargenomen. De ouders zijn in staat om afspraken te maken over de omgang van de kinderen met hun moeder. De William Schrikker Groep (WSG) heeft een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, omdat de vader een Amerikaanse vriendin heeft die mogelijk naar Nederland komt. De WSG vreest dat deze situatie negatieve invloed kan hebben op de kinderen.

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de ouders en vertegenwoordigers van de WSG gehoord. De vader is van mening dat de ondertoezichtstelling niet verlengd moet worden, omdat de kinderen goed gedijen en er een omgangsregeling met de moeder is. De moeder is ook van mening dat er geen reden is voor verlenging, aangezien de kinderen graag bij de vader wonen en er momenteel geen problemen zijn.

Na beoordeling van de situatie concludeert de kinderrechter dat de kinderen bij de vader een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt en dat er geen sprake meer is van een bedreiging in hun ontwikkeling. De kinderrechter wijst het verzoek van de WSG af en verlengt de ondertoezichtstelling niet, omdat de komst van de vriendin van de vader geen voldoende reden is om de termijn te verlengen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden in hoger beroep worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 123138 / JE RK 10-1056
beschikking kinderrechter d.d. 11 januari 2011
inzake
* [kind 1], geboren in de gemeente [geboorteplaats] [in 2000],
* [kind 2], geboren in de gemeente [geboorteplaats] [in 2002],
kinderen van:
[de vader],
wonende te [adres]
en
[de moeder],
wonende te [adres] .
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarigen.
PROCESGANG
Op 13 december 2010 heeft de William Schrikker Groep Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSG), namens het bureau jeugdzorg, een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, gedateerd 9 december 2010.
Daarbij is overgelegd het hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling.
Op 11 januari 2011 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn daarbij: de ouders van de minderjarige kinderen en de heer [naam] alsmede mevrouw J. Sennema, namens de WSG.
OVERWEGINGEN
Bij beschikking d.d. 2 juli 2010 is de termijn van de ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarigen verlengd voor de tijd van een half jaar, ingaande 4 augustus 2010.
Standpunt WSG
De vader van de minderjarige kinderen heeft een Amerikaanse vriendin in Nigeria die binnenkort naar Nederland komt. Het is nu nog niet mogelijk om te zeggen wat voor invloed dit kan hebben op het gedrag van de kinderen. Beide kinderen hebben in hun nog jonge leven al veel meegemaakt.
De komst van een vrouw in het gezin kan een positieve invloed hebben maar indien dit niet het geval is dan is dit opnieuw een negatieve ervaring in het leven van [kind 1] en [kind 2]. Dit zal dan zeker geen positieve invloed hebben op hun ontwikkeling.
Moeder is, gelet op haar pedagogische vaardigheden en eigen problematiek, niet in staat om voor de kinderen te zorgen.
Momenteel vinden er onbegeleide bezoeken aan moeder plaats en hebben de ouders dit uitgebreid met logeren. Indien vader de kinderen teveel bij moeder laat verblijven is het aannemelijk dat moeder tegen dezelfde problemen aan zal lopen als voorheen toen de kinderen nog bij moeder woonden. Moeder is niet voldoende in staat om zichzelf hierin te beschermen dan wel de kinderen. Moeder is geneigd zich te laten beïnvloeden door vader. Het is thans niet in het belang van de kinderen dat zij bij moeder wonen.
Nu moeder niet meer de volledige zorg voor de kinderen heeft, ziet de gezinsvoogd dat zij ook een stuk onspannender is in de omgang met hen. Moeder weet dat zij voor de komst van de kinderen haar huis opgeruimd moet hebben en bijvoorbeeld geen boodschappen meer moet doen. Doordat de duur van een bezoek te overzien is ervaart moeder minder stress en kan zij ook weer een lieve moeder zijn.
Er is bij vader sprake van een stabiele opvoedsituatie. Vader is in staat duidelijkheid te bieden en consequent te zijn. Er is sprake van veel affectie.
De WSG wil, nu vader van plan is zijn vriendin naar Nederland te laten komen en niet duidelijk is welke invloed dat heeft op de kinderen, de termijn van de ondertoezichtstelling met een jaar verlengen.
Vader is het hier niet mee eens. Moeder was niet op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het gezin van vader. Moeder vindt het besluit van vader niet verstandig.
Standpunt van vader
Het is nog niet duidelijk wanneer de vriendin van vader naar Nederland komt. Zij is Amerikaanse en woont in Nigeria. Zij zal eerst nog haar spullen moeten verkopen alvorens zij uit Nigeria vertrekt. Bovendien heeft vader met haar afgesproken dat wanneer het niet klikt met de kinderen zij naar Amerika zal vertrekken.
Vader is van mening dat de ondertoezichtstelling niet meer verlengd moet worden. Het gaat goed met de kinderen. Er is een omgangsregeling tussen de kinderen en moeder.
Standpunt van moeder
De kinderen wonen graag bij vader. Er is geen reden om de termijn van de ondertoezichtstelling te verlengen. Moeder maakt zich geen zorgen om de vriendin van vader omdat de vriendin nog niet bij vader verblijft.
Beoordeling door de kinderrechter
Uit de rapportage en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat de kinderen bij vader een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt en dat er geen sprake meer is van een bedreiging in hun ontwikkeling.
De ingezette hulpverlening is op een positieve wijze afgerond en er is omgang tussen moeder en de kinderen. De ouders zijn goed in staat gebleken deze omgang in overleg met elkaar te laten plaatsvinden.
De kinderrechter is van oordeel dat het enkele feit dat in de toekomst de vriendin van vader naar Nederland zal komen, hetgeen wellicht enige onrust bij de kinderen teweeg zal brengen, geen reden is om de termijn van de ondertoezichtstelling te verlengen.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter het verzoek om de termijn van de ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarige kinderen met ingang van 4 februari 2011 te verlengen, afwijzen.
BESLISSING
wijst het verzoek om de termijn van de ondertoezichtstelling ten aanzien van de minderjarigen [kind 1] en [kind 2], ingaande 4 februari 2011 te verlengen, af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. J.P. Evenhuis, kinderrechter, in tegenwoordigheid van H.M. Kamphuis-van der Veer, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 januari 2011.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.