ECLI:NL:RBGRO:2011:BP7071
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bijdrage in levensonderhoud na echtscheiding wegens grievende gedragingen van de vrouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 8 februari 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de vrouw om een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud van de man. Partijen zijn gehuwd in 2006 en hebben een minderjarig kind, geboren in 2007. De echtscheiding is uitgesproken op 13 januari 2009, maar er is geen alimentatie vastgesteld omdat beide partijen in hun eigen levensonderhoud konden voorzien. De man heeft de ontkenning van zijn vaderschap van het kind gegrond verklaard, wat leidde tot een geschil over de alimentatieverplichting.
De man heeft zich op het standpunt gesteld dat de vrouw zich grievend heeft gedragen, onder andere door gemeenschap met andere mannen en het hem in de waan laten dat hij de biologische vader was. Hij betoogt dat deze gedragingen hem veel leed hebben toegebracht en dat hij daarom niet kan worden verplicht om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. De vrouw daarentegen stelt dat haar gedrag niet zo grievend was dat het verzoek om alimentatie afgewezen moet worden en dat zij afhankelijk is van een bijstandsuitkering.
De rechtbank heeft overwogen dat de gedragingen van de vrouw dermate grievend zijn dat het niet redelijk is om van de man te verlangen dat hij een bijdrage levert in de kosten van levensonderhoud. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de vrouw de man in de waan heeft gelaten dat hij de vader was van het kind. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.