ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ1315

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
124686/JE RK 11-110
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarige met ADHD en PDD-NOS

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 6 april 2011 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige A., het kind van B. en C. De ouders zijn belast met het gezag over A. Op 23 februari 2011 heeft het bureau jeugdzorg Groningen een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, waarbij een hulpverleningsplan en een verslag van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn overgelegd. De griffie heeft belanghebbenden verzocht zich voor 10 maart 2011 te melden voor behandeling ter zitting, maar niemand heeft zich gemeld, waardoor het verzoek schriftelijk is afgedaan.

De kinderrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de ondertoezichtstelling oorspronkelijk was uitgesproken op 21 april 2010 voor de duur van één jaar. De kinderrechter oordeelt dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, gezien de problematiek van A., die lijdt aan ADHD, PDD-NOS en kenmerken van het Foetaal Alcohol Syndroom. A. heeft veel structuur en duidelijkheid nodig in een veilige omgeving, en woont momenteel bij zijn vader. Er is echter onzekerheid of de vader in staat is om de noodzakelijke structuur en stabiliteit te bieden.

De hulpverlening die in januari 2011 is gestart, moet meer duidelijkheid geven over de situatie. Aangezien de gestelde doelen ter afwending van de bedreigingen in de ontwikkeling van A. nog niet zijn bereikt, heeft de kinderrechter besloten de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, ingaande 21 april 2011. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kinderrechter heeft de opdracht aan het bureau jeugdzorg Groningen bevestigd om de hulpverlening voort te zetten.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 124686 / JE RK 11-110
beschikking kinderrechter d.d. 6 april 2011
inzake
A. het kind van B. en C.
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 23 februari 2011 heeft het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, gedateerd 22 februari 2011. Daarbij is overgelegd het hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.
De griffie van de rechtbank heeft belanghebbenden verzocht zich uiterlijk voor 10 maart 2011 te melden indien men behandeling ter zitting wenst. Geen der belanghebbenden heeft zich voor genoemde datum bij de griffie van de rechtbank gemeld, zodat het verzoek schriftelijk zal worden afgedaan.
OVERWEGINGEN
Bij beschikking d.d. 21 april 2010 is de ondertoezichtstelling uitgesproken voor de tijd van 1 jaar, ingaande 21 april 2010.
Op grond van de verkregen informatie, zoals in opgemeld verzoek aangegeven, is de kinderrechter van oordeel dat in het belang van de minderjarige de termijn van de ondertoezichtstelling met een jaar dient te worden verlengd, nu de gronden voor de ondertoezichtstelling nog aanwezig zijn.
De kinderrechter overweegt daartoe het volgende.
Bij A. is sprake van ADHD, PDD-NOS en kenmerken van het Foetaal Alcohol Syndroom. Hierdoor heeft A. veel structuur en duidelijkheid nodig in een voor hem veilige omgeving. A. woont bij zijn vader. Het is thans nog steeds de vraag of de vader hem de noodzakelijke structuur, veiligheid, stabiliteit en voorspelbaarheid in voldoende mate kan bieden. De hulpverlening (IPG) die pas in januari 2011 vanwege wachtlijsten is gestart, moet hierover meer duidelijkheid geven. Voorts moet hieruit blijken of de vader voldoende adequaat reageert op de specifieke opvoedingsvragen van A.
Nu de gestelde doelen ter afwending van de bedreigingen in de ontwikkeling van A. thans nog niet zijn bereikt, en mitsdien de gronden voor de ondertoezichtstelling nog aanwezig zijn, zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling verlengen, opdat de continuering van de hulpverlening gewaarborgd wordt.
BESLISSING
verlengt de termijn van de ondertoezichtstelling ten aanzien van de minderjarige A. met een jaar, ingaande 21 april 2011, met behoud van de opdracht van de ondertoezichtstelling aan het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) te Groningen, p/a Postbus 1203;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2011.