ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ9187
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag over minderjarige dochter ondanks verstoorde communicatie tussen ouders
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die gezamenlijk gezag over zijn minderjarige dochter [roepnaam] wenste te verkrijgen. De man en de vrouw, die een affectieve relatie hebben gehad, zijn de ouders van [minderjarige], geboren in 1998. De vrouw is momenteel alleen belast met het gezag over [roepnaam], die bij haar woont. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 28 april 2011, waarbij beide partijen werden bijgestaan door hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was.
De man heeft verzocht om gezamenlijk gezag, ondanks de jarenlange verstoorde communicatie tussen hem en de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de communicatie tussen de ouders te wensen overlaat, de omgangsregeling tussen de man en [roepnaam] goed verloopt. De man ontkent dat [roepnaam] zich bij hem niet op haar gemak zou voelen en stelt dat zij zelf niet terug wilde naar de vrouw na ruzies. De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van [roepnaam] is dat de man en de vrouw gezamenlijk gezag uitoefenen, om zo de communicatie te verbeteren en te voorkomen dat [roepnaam] klem of verloren raakt tussen haar ouders.
De vrouw heeft echter bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de man, omdat zij vreest dat gezamenlijk gezag zal leiden tot meer conflicten en onduidelijkheid voor [roepnaam]. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat, gezien de huidige omgangsregeling en de noodzaak voor verbetering van de communicatie, het verzoek van de man moet worden toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat partijen voortaan gezamenlijk het gezag over [minderjarige] toekomt, en heeft hen gewezen op de mogelijkheid van ondersteuning bij het verbeteren van hun communicatie.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.