ECLI:NL:RBGRO:2011:BS7498
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- M.J.B. Holsink
- S. Stenfert Kroese
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag van de moeder over het minderjarige kind A. na ernstige zorgen over de opvoedingssituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 16 augustus 2011 uitspraak gedaan over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind A. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze ontheffing, omdat er ernstige zorgen waren over de opvoedingssituatie van A. De moeder had in het verleden veel in zichzelf geïnvesteerd, maar er waren twijfels over de bestendigheid van haar huidige situatie. A. had in zijn jonge jaren te maken gehad met ernstige geweldservaringen en had last van hechtingsproblematiek en een posttraumatische stressstoornis. Hij had alle banden met zijn moeder verbroken en zijn perspectief lag bij zijn vader en stiefmoeder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat A. onder toezicht was gesteld en uit huis geplaatst omdat zijn geestelijke en lichamelijke belangen ernstig bedreigd werden. Ondanks de inspanningen van de moeder om haar leven op orde te krijgen, was het risico op terugval aanwezig. De rechtbank oordeelde dat de moeder onmachtig was om de noodzakelijke zorg voor A. te bieden en dat de huidige opvoedingssituatie bij de vader en stiefmoeder de beste optie was voor A.'s ontwikkeling.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ontheffing van het gezag van de moeder in het belang van A. was, omdat dit hem duidelijkheid zou verschaffen over zijn toekomst en zijn ontwikkeling zou bevorderen. De vader zou na de ontheffing alleen het ouderlijke gezag over A. uitoefenen. De beschikking is uitgesproken door de rechtbank en is uitvoerbaar bij voorraad.