ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1646
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst na ontslag op staande voet wegens roken op de werkvloer
In deze zaak heeft de coöperatieve vereniging Coöperatie Avebe U.A. een voorwaardelijk verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, die op staande voet was ontslagen omdat hij had gerookt op de werkvloer. De werknemer, die sinds 27 februari 1989 in dienst was bij Avebe, heeft in kort geding wedertewerkstelling en doorbetaling van loon gevorderd. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen, waardoor er geen dringende reden was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 september 2011, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek tot ontbinding niet verband hield met een opzegverbod, ondanks het feit dat de werknemer lid was van de ondernemingsraad.
De kantonrechter heeft overwogen dat er geen dringende reden was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, en dat het verzoek alleen op basis van gewijzigde omstandigheden kon worden toegewezen. Avebe voerde aan dat de werknemer, ondanks waarschuwingen, bewust had gerookt op de werkvloer, wat gevaarlijk was voor hemzelf en zijn collega's. Echter, de kantonrechter oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om het ontbindingsverzoek te rechtvaardigen, vooral gezien de eerdere toewijzing van de vorderingen in kort geding.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het ontbindingsverzoek afgewezen en de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking is uitgesproken door mr. R.Tj. Terpstra op 15 september 2011.