ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1905

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
7 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
491227 - CV EXPL 11-1052
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stelplicht van de dienstverlener bij meerwerk in een overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft de vennootschap onder firma X. & Partners V.O.F. een vordering ingesteld tegen Q. voor een bedrag van € 1.017,75, inclusief rente en kosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht die is ontstaan na een offerte van 1 september 2008, waarin X. & Partners heeft aangeboden om de jaarrekening en de aangifte vennootschapsbelasting te verzorgen voor een bedrag van ongeveer € 1.000,00 per boekjaar. Q. heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de werkzaamheden die X. & Partners heeft verricht, niet onder de offerte vielen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat X. & Partners op 18 juni 2010 een factuur heeft gestuurd voor € 2.606,10, waarvan Q. op 22 juli 2010 € 1.785,00 heeft betaald. Q. heeft geprotesteerd tegen de factuur, stellende dat de jaarrekening voor een bedrag van ongeveer € 1.000,00 zou worden opgemaakt en dat werkzaamheden buiten deze offerte afzonderlijk gefactureerd zouden moeten worden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat X. & Partners niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van meerwerk en dat de factuur in strijd was met de offerte.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat X. & Partners tekort is geschoten in haar stelplicht en dat de vordering van X. & Partners moet worden afgewezen. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en X. & Partners veroordeeld in de proceskosten van Q., die op nihil zijn vastgesteld omdat Q. in persoon heeft geprocedeerd. Dit vonnis is uitgesproken op 7 juli 2011 door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 491227 CV EXPL 11-1052
Vonnis van 7 juli 2011
inzake
de vennootschap onder firma X. & Partners V.O.F.,
gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam],
eiseres, hierna X. & Partners te noemen,
gemachtigde: Tijhuis & Partners GGN,
tegen
Q., h.o.d.n. [naam bedrijf],
wonende te [adres],
gedaagde, hierna Q. te noemen,
in persoon procederend.
PROCESGANG
1. Op de bij dagvaarding met producties vermelde gronden heeft X. & Partners gevorderd om Q. te veroordelen tot betaling van € 1.017,75, met rente en kosten.
Q. heeft bij antwoord de vordering betwist.
Na repliek (met producties) en dupliek (met producties) is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
OVERWEGINGEN
De feiten
2. De kantonrechter is van oordeel dat het navolgende vast staat en van belang is.
2.1. X. & Partners heeft met de factuur van 18 juni 2010 € 2.606,10 in rekening gebracht bij Q. Q. heeft op 22 juli 2010 € 1.785,00 betaald.
2.2. Op 1 september 2008 heeft X. & Partners aan Q. een offerte gestuurd. Daarin staat onder meer dat de jaarrekening en de aangifte vennootschapsbelasting verzorgd zullen worden voor ongeveer € 1.000,00 per boekjaar. Hiervoor heeft X. & Partners de volgende voorwaarde gesteld:
“Bij de bovenstaande werkzaamheden is er vanuit gegaan dat deze verricht worden op ons kantoor en dat de administratie van de bedrijven met een back-up van Snelstart worden aangeleverd.”
2.3. Onder verwijzing naar de offerte heeft Q. met zijn brief van 16 juli 2010 geprotesteerd tegen de factuur van 18 juni 2010.
De standpunten van partijen
3. X. & Partners heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten. Zij heeft aangevoerd meer werkzaamheden te hebben verricht voor Q. dan waarop de offerte van 1 september 2008 ziet. Ook is de offerte afgegeven met de afspraak dat de gegevens goed en geordend zouden worden aangeleverd en dat is niet gebeurd. Verder zijn meer werkzaamheden verricht door personeelsmutaties en de op- en begeleiding van medewerkers.
4. Het verweer van Q. is dat de jaarrekening zou worden opgemaakt voor ongeveer € 1.000,00. Werkzaamheden daarbuiten zou X. & Partners afzonderlijk factureren. Dat is ook gebeurd.
De beoordeling van het geschil
5. De kantonrechter stelt vast dat X. & Partners zich baseert op een overeenkomst van opdracht en meerwerk. De overeenkomst van opdracht is tot stand gekomen na een offerte van X. & Partners.
6. De factuur van 18 juni 2010 van X. & Partners die in geding is, vermeldt de posten Samenstellen jaarrekening en Fiscale werkzaamheden, waarmee X. & Partners € 1.935,00 en € 255,00 in rekening brengt. Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen die posten zonder meer niet als meerwerkposten worden aangemerkt. Q. wijst terecht op de strijdigheid met de offerte.
7. De kantonrechter vindt dat X. & Partners het door haar beweerde meerwerk, vooral gelet op de met de offerte strijdige factuur, meteen al zichtbaar had moeten maken. Het verweer van Q. tegen de vordering gaf daar vervolgens ook alle reden voor. X. & Partners had dat om te beginnen kunnen doen door een lijst met werkzaamheden en daarbij horende bedragen over te leggen. Algemeen bekend is dat dienstverleners als X. & Partners een vorm van tijdschrijven hanteren. Omdat X. & Partners dit niet heeft gedaan schiet zij tekort in haar stelplicht en wordt haar vordering afgewezen.
8. De kantonrechter oordeelt terecht in rekening gebracht de post Samenstellen jaarrekening, maar voor € 1.000,00. De verder in rekening gebrachte bedragen wijst de kantonrechter af. Omdat Q. met de betaling van € 1.785,00 de factuur ruimschoots heeft voldaan, valt er niets toe te wijzen. X. & Partners moet vanwege de uitkomst van de procedure de proceskosten van Q. betalen. Die worden door de kantonrechter op nihil bepaald omdat Q. in persoon heeft geprocedeerd.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt X. & Partners in de kosten van het geding, aan de zijde van Q. tot aan deze uitspraak vastgesteld op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 7 juli 2011 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: RTjT