ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1920

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
18 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
499081 - CV EXPL 11-4442
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg CAO en forenzenvergoeding voor buschauffeur in dienst van QBuzz

In deze zaak heeft eiser Q. een vordering ingesteld tegen gedaagde QBuzz B.V. met betrekking tot de betaling van een forenzenvergoeding. Q. was in dienst als buschauffeur bij Arriva en is na de concessieovername door QBuzz op 13 december 2009 in dienst gekomen bij deze laatste. Q. woont in Duitsland en vordert een bedrag van € 1.607,10 en een maandelijkse vergoeding van € 95,00, vermeerderd met cao-verhogingen, vanaf 1 februari 2011. QBuzz heeft de vordering betwist en stelt dat de cao-bepalingen niet van toepassing zijn op de situatie van Q. na de concessieovername.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q. recht heeft op een tegemoetkoming in de kosten voor woon-werkverkeer op basis van artikel 47 van de cao. De uitleg van dit artikel, met name lid 4a, is cruciaal voor de beoordeling van de vordering. Q. stelt dat de werkelijke afstand tussen zijn woonplaats en standplaats in zones moet worden berekend, terwijl QBuzz aanvoert dat de afstand tot de Duitse grens niet meegerekend hoeft te worden. De kantonrechter oordeelt dat de uitleg van Q. juist is en dat de cao geen onderscheid maakt tussen chauffeurs die in Nederland of Duitsland wonen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat QBuzz verplicht is om de vorderingen van Q. toe te wijzen, inclusief de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 augustus 2011, waarbij QBuzz is veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen en de proceskosten van Q. Dit vonnis bevestigt de gelijkheid van behandeling van chauffeurs ongeacht hun woonplaats, en benadrukt de verplichtingen van werkgevers onder de cao.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 499081 \ CV EXPL 11-4442
Vonnis van 18 augustus 2011
inzake
Q.,
wonende te [plaatsnaam] (Duitsland), [adres],
eiser, hierna Q. te noemen,
gemachtigde: mr. J.S. Mennega, werkzaam bij FNV Bondgenoten te Groningen (Postbus 11047, 9700 CA),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid QBuzz B.V.,
statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te Amersfoort alsmede te Groningen,
gedaagde, hierna QBuzz te noemen,
gemachtigde: mevrouw mr. M.J.G.M. Lamers, advocaat te Utrecht (Postbus 85250, 3508 AG).
PROCESGANG
1. Op de bij dagvaarding met producties vermelde gronden heeft Q. gevorderd om QBuzz te veroordelen tot betaling van € 1.607,10 en tot betaling van € 95,00 per maand, te vermeerderen met cao-verhogingen, ingaande 1 februari 2011 tot het dienstverband is geëindigd, met rente en kosten.
QBuzz heeft bij antwoord, onder overlegging van producties, de vordering betwist.
Na repliek (met een productie) en dupliek is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
OVERWEGINGEN
De feiten
2. De kantonrechter is van oordeel dat het navolgende vast staat en van belang is.
2.1. Q. was in dienst bij Arriva als autobuschauffeur. Omdat de concessie voor het busvervoer in Groningen en Drenthe is overgegaan op QBuzz op 13 december 2009 is Q. vanaf die datum in dienst bij QBuzz als buschauffeur.
2.2. Q. woont vanaf eind oktober 2006 in [plaatsnaam] (Duitsland) en zijn standplaats is Winschoten.
2.3. Op grond van artikel 47 cao heeft Q. recht op een tegemoetkoming in de kosten voor woon/werkverkeer. Lid 4a van artikel 47 cao luidt:
“De tegemoetkoming in de kosten van woon/werk-verkeer wordt vastgesteld afhankelijk van de afstand van woonplaats naar standplaats, gemeten langs de meest gebruikelijke weg. Deze afstand wordt uitgedrukt in zones overeenkomstig het landelijk tariefsysteem voor streek- en stadvervoer. Bepalend is het aantal zones, waarover de afstand van de woonplaats tot de standplaats zich uitstrekt. Als woonplaats geldt de dichtst bij de woning gelegen bushalte. De standplaats wordt steeds geacht in één zone te liggen.”
2.4. Arriva heeft Q. steeds een tegemoetkoming in de kosten voor woon/werkverkeer betaald op basis van het aantal zones vanaf de standplaats tot de grens met Duitsland.
De standpunten van partijen
3. Q. heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten. Q. heeft aangevoerd dat lid 4a van artikel 47 van de cao zo uitgelegd moet worden dat de werkelijke afstand tussen standplaats en woonplaats, omgerekend in zones, in acht moet worden genomen. De uitleg van QBuzz levert onredelijke verschillen op met chauffeurs die in Nederland op gelijke of kleinere afstand van de standplaats wonen en een hogere tegemoetkoming krijgen.
Toepasselijkheid van de Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000) brengt niet mee dat de artikelen 7:662 e.v. BW niet van toepassing zijn. QBuzz is ook aansprakelijk voor verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst die zijn ontstaan voor 13 december 2009.
De kosten bedoeld in artikel 46 cao worden gemaakt tijdens het werk (consumpties, maaltijden en overnachtingen). Daarvoor voldoen in Nederland standaardbedragen, terwijl voor die kosten in het buitenland de werkelijke kosten worden vergoed.
Volgens de cao is Q. vrij in zijn woonplaatskeuze (artikel 13 lid 3 cao) en wordt de forenzenvergoeding daarop aangepast (artikel 13 lid 4 cao).
Het staat Q. vrij deze kwestie aan de rechter voor te leggen en niet aan de VCSA of de geschillencommissie op grond van de cao.
4. Het verweer van QBuzz is dat op grond van de artikelen 37 en 38 WP 2000 enkel de verplichtingen vanaf 13 december 2009 voor QBuzz gelden. Voor verplichtingen die voor die dag zijn ontstaan moet Q. naar Arriva.
Q. is vrijwillig in Duitsland gaan wonen.
Omdat in artikel 47 lid 4a cao het landelijk tariefsysteem wordt genoemd, wordt de afstand uitgedrukt in zones tot de Duitse grens. Na de Duitse grens zijn er geen zones volgens het landelijk tariefsysteem, waardoor de afstand van de grens tot de woonplaats niet meegerekend hoeft te worden.
In artikel 46 cao wordt onderscheid gemaakt tussen reiskosten gemaakt in het buitenland en die in het binnenland. QBuzz veronderstelt daarom dat de cao-partijen in artikel 47 bewust geen forenzenvergoeding hebben genoemd die betrekking heeft op het buitenland.
QBuzz vermoedt dat Q. naar de rechter is gestapt in plaats van een geschillenregeling volgens de cao te volgen, omdat de bedoeling van de cao-partijen niet overeenkomt met het standpunt van Q.
De beoordeling van het geschil
5. De kantonrechter is van oordeel dat de artikelen 37 en 38 WP 2000 niet verhinderen dat ook verplichtingen van voor de "concessieovername" door QBuzz nagekomen moeten worden. Het beroep op verjaring dat QBuzz doet bij de onderhavige vordering, die wordt berekend vanaf 1 juni 2006, blijft zonder gevolg.
6. Met de door QBuzz genoemde uitlegregels voor cao-bepalingen is de kantonrechter het eens. Op grond van die regels komt hij tot zijn oordeel dat de door Q. voorgestane uitleg van artikel 47 lid 4a cao juist is.
Taalkundig is "de afstand van woonplaats naar standplaats" volstrekt helder. Het "landelijk tariefsysteem" is er vervolgens om de kosten te bepalen door niet de kilometer maar de zone als eenheid te nemen waaraan een bedrag is gekoppeld volgens de staffel in artikel 47 lid 4c van de cao. Bovendien is "landelijk" een bijvoeglijk naamwoord voor "tariefsysteem". Dit bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het tariefsysteem en niets over de werkelijke "afstand van woonplaats naar standplaats". De cao maximeert de vergoeding dan ook op 8/9 zones, niet op "8/9 zones, of een eerdere rijksgrens".
De uitkomst van deze uitleg is naar het oordeel van de kantonrechter de meest logische en aanvaardbare. Door die uitleg worden alle chauffeurs van QBuzz immers gelijk behandeld, ongeacht of deze in Nederland of Duitsland wonen.
7. De redactie van artikel 46 cao maakt bovenstaand oordeel niet anders. Het gaat in dat artikel om andere kosten om een andere reden gemaakt dan die van artikel 47 cao.
8. De kantonrechter stelt vast dat de cao bepaalt dat een werknemer vrij is in de keuze van zijn woonplaats en dat wanneer hij een (andere) woonplaats kiest de forenzenvergoeding daarop aangepast wordt. Dat Q. vrijwillig in Duitsland is gaan wonen heeft dan ook niet de door QBuzz kennelijk bedoelde consequentie van een lagere forenzenvergoeding.
9. QBuzz heeft geen consequenties verbonden aan de keus van Q. om dit geschil aan de rechter voor te leggen, in plaats van een geschillenregeling volgens de cao te volgen.
De opmerkingen van QBuzz hierover zal de kantonrechter daarom niet bespreken.
10. De kantonrechter zal de vorderingen van Q. toewijzen. QBuzz verliest de procedure en moet de proceskosten van Q. betalen.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt QBuzz om tegen bewijs van betaling aan Q. te voldoen een bedrag van € 1.607,10 aan forenzenvergoeding over de periode van november 2006 tot en met januari 2011, vermeerderd met de wettelijke rente over de afzonderlijke vergoedingen vanaf de verschuldigdheid tot de betaling;
veroordeelt QBuzz om tegen bewijs van betaling aan Q. te voldoen een bedrag van € 95,00 per maand te vermeerderen met de toekomstige verhogingen conform CAO, aan forenzenvergoeding vanaf 1 februari 2011 totdat het dienstverband is beëindigd, vermeerderd met de wettelijke rente over de afzonderlijke vergoedingen vanaf de verschuldigdheid tot de betaling;
veroordeelt QBuzz tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van Q. tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 142,00 aan griffierecht, € 101,81 aan explootkosten en € 300,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 18 augustus 2011 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: RTjT