ECLI:NL:RBGRO:2011:BU4028

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
4 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
125315 - FA RK 11-615
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
  • P. Schadd-de Boer
  • J.H.H.M. Dorscheidt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van vaderschap na overlijden van de biologische vader

In deze zaak heeft de vrouw, als verzoekster, een verzoek ingediend tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van haar minderjarige kind, geboren in 2007, na het overlijden van de biologische vader, de heer [X], op 9 augustus 2008. De heer [X] had de intentie om het vaderschap te erkennen, maar is overleden voordat deze erkenning kon plaatsvinden. De vrouw, de minderjarige en de familie van de heer [X] zijn van mening dat hij de biologische vader is en hebben een omgangsregeling met de familie van de heer [X].

De rechtbank heeft op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek van de vrouw werd behandeld. De vrouw heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift ingediend, en mr. J. Doornbos werd benoemd als bijzondere curator voor de minderjarige. Tijdens de zitting op 6 september 2011 zijn de vrouw en haar advocaten verschenen.

De rechtbank heeft overwogen dat op grond van artikel 1:207 van het Burgerlijk Wetboek het vaderschap van een overleden man kan worden vastgesteld, mits het verzoek binnen vijf jaar na de geboorte van het kind wordt ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tijdig is ingediend en dat er voldoende bewijs is geleverd, waaronder een geboortekaartje en een overlijdensbericht, waaruit blijkt dat de heer [X] de verwekker is van de minderjarige.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat aan alle vereisten van artikel 1:207 BW is voldaan en heeft het verzoek toegewezen. De beschikking verklaart dat de heer [X] de vader is van de minderjarige en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige kamer
zaaknr.: 125315 / FA RK 11-615
beschikking d.d. 4 oktober 2011
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [adres],
verzoekster
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.R. Holthinrichs.
PROCESVERLOOP
De vrouw heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift, met bijlagen, ingediend strekkende tot vaststelling van het vaderschap.
Bi beschikking van 5 april 2011 is mr. J. Doornbos benoemd als bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige], geboren [in 2007] te [geboorteplaats].
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting met gesloten deuren van 6 september 2011. Ter zitting zijn verschenen de vrouw, bijgestaan door mr. Holthinrichs en mr. Doornbos.
RECHTSOVERWEGINGEN
In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan:
* de vrouw heeft een affectieve relatie gehad met [X],
* uit de vrouw is [in 2007] te [geboorteplaats] geboren de minderjarige [minderjarige];
* de heer [X] is op 9 augustus 2008 overleden.
Standpunt van de vrouw
De heer [X] is de biologische vader van [minderjarige]. Het was ook de bedoeling dat hij [minderjarige] zou erkennen. Voordat de erkenning plaats kon vinden is hij echter door een misdrijf om het leven gekomen.
De vrouw, [minderjarige] en de familie van de heer [X] gaan er vanuit dat de heer [X] de biologische vader van [minderjarige] is. [minderjarige] heeft ook een omgangsregeling met de familie van de heer [X]. Het is voor [minderjarige] van belang dat het vaderschap van de heer [X] juridisch wordt vastgesteld. Omdat een erkenning niet meer mogelijk is, verzoekt zij het vaderschap gerechtelijk vast te stellen.
Standpunt van mr. Doornbosch
Het is triest dat de vader voor de erkenning is overleden. Het is niet per definitie nodig om DNA-onderzoek te laten verrichten. De overgelegde producties en verklaringen zouden voldoende kunnen zijn.
Beoordeling
Op grond van artikel 1:207 Burgerlijk Wetboek (BW) kan het vaderschap van een man, ook indien deze is overleden, op de grond dat deze de verwekker is van het kind door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van de moeder, tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, of op verzoek van het kind. Het verzoek wordt door de moeder ingediend binnen vijf jaren na de geboorte van het kind.
Vaststaat dat het onderhavige verzoek binnen de wettelijk gestelde termijn is ingediend, zodat de vrouw ontvankelijk is in haar verzoek.
De vrouw heeft ter onderbouwing van haar verzoek een kopie van het geboortekaartje van [minderjarige] en het overlijdensbericht van de heer [X] overgelegd. Op zowel het geboortekaartje als het overlijdensbericht wordt de minderjarige als dochter van de heer [X] vermeld. De vrouw heeft ook een verklaring van de ouders van de heer [X] overgelegd waarin zij verklaren dat de minderjarige hun kleindochter is.
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van de schriftelijke bescheiden en de toelichting ter zitting voldoende vast dat de heer [X] de verwekker is van de minderjarige. Nu ook aan de overige vereisten van artikel 1:207 BW is voldaan kan het verzoek worden toegewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
stelt vast dat [X], geboren [in 1979] in de gemeente [geboorteplaats] de vader is van [minderjarige], geboren [in 2007] in de gemeente [geboorteplaats];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. D.A. Flinterman (voorzitter), P. Schadd-de Boer en J.H.H.M. Dorscheidt en uitgesproken door eerstgenoemde ter openbare terechtzitting van 4 oktober 2011, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verbeek als griffier.