ECLI:NL:RBGRO:2011:BU4028
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- P. Schadd-de Boer
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van vaderschap na overlijden van de biologische vader
In deze zaak heeft de vrouw, als verzoekster, een verzoek ingediend tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van haar minderjarige kind, geboren in 2007, na het overlijden van de biologische vader, de heer [X], op 9 augustus 2008. De heer [X] had de intentie om het vaderschap te erkennen, maar is overleden voordat deze erkenning kon plaatsvinden. De vrouw, de minderjarige en de familie van de heer [X] zijn van mening dat hij de biologische vader is en hebben een omgangsregeling met de familie van de heer [X].
De rechtbank heeft op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek van de vrouw werd behandeld. De vrouw heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift ingediend, en mr. J. Doornbos werd benoemd als bijzondere curator voor de minderjarige. Tijdens de zitting op 6 september 2011 zijn de vrouw en haar advocaten verschenen.
De rechtbank heeft overwogen dat op grond van artikel 1:207 van het Burgerlijk Wetboek het vaderschap van een overleden man kan worden vastgesteld, mits het verzoek binnen vijf jaar na de geboorte van het kind wordt ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tijdig is ingediend en dat er voldoende bewijs is geleverd, waaronder een geboortekaartje en een overlijdensbericht, waaruit blijkt dat de heer [X] de verwekker is van de minderjarige.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat aan alle vereisten van artikel 1:207 BW is voldaan en heeft het verzoek toegewezen. De beschikking verklaart dat de heer [X] de vader is van de minderjarige en is uitvoerbaar bij voorraad.