ECLI:NL:RBGRO:2011:BU6563
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J.A.M. Dijkers
- Rechtspraak.nl
Toelating van leerlingen tot het basisonderwijs en de verplichting tot betaling van contributie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Groningen werd behandeld, hebben ouders een vordering ingesteld tegen de Groningse Schoolvereniging (GSV) en de stichting die de basisschool beheert. De ouders stelden dat de aanmeldingsovereenkomst voor hun kinderen nietig was, omdat deze hen verplichtte lid te worden van de vereniging en bij te dragen aan de contributie, wat in strijd zou zijn met artikel 40 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo). Dit artikel stelt dat de toelating van leerlingen niet afhankelijk mag zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders. De ouders voerden aan dat zij niet op de hoogte waren van de verplichtingen die voortvloeiden uit het lidmaatschap van de vereniging en dat de schoolgids niet voldeed aan de wettelijke eisen van transparantie.
De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst tussen de ouders en de vereniging nietig was, omdat deze niet voldeed aan de eisen van transparantie die de Wpo stelt. De rechtbank benadrukte dat ouders zich op de nietigheid van de overeenkomst konden beroepen, omdat de verplichting tot betaling van contributie niet duidelijk was gemaakt. De rechtbank verklaarde dat de ouders geen verplichting hadden om contributie te betalen voor de jaren waarin hun kinderen op de school waren ingeschreven, en dat de GSV geen recht had op de betaling van de contributie over die jaren.
De rechtbank wees de vordering van de ouders toe, maar wees de tegenvordering van de GSV af. De rechtbank oordeelde dat de ouders geen onverschuldigde betaling hadden gedaan, omdat de overeenkomst nietig was. De rechtbank compenseerde de proceskosten tussen partijen, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van transparantie in de overeenkomsten tussen scholen en ouders, vooral als het gaat om financiële verplichtingen.