ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9929

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
130928-HA RK 11-423
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. A.S. Venema-Dietvorst niet ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 23 december 2011 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. A.S. Venema-Dietvorst, rechter in de bestuurssector. Verzoeker heeft op 13 december 2011 een verzoek tot wraking ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit verzoek niet tijdig is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend, die telkens ongegrond zijn verklaard. Dit heeft geleid tot de conclusie dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking.

De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar artikel 8:16 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat een wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Aangezien verzoeker niet aan dit vereiste heeft voldaan, kon de rechtbank niet overgaan tot een mondelinge behandeling van het verzoek. Bovendien heeft de rechtbank overwogen dat er sprake is van misbruik van het wrakingsmiddel, gezien de herhaalde ongegronde verzoeken van verzoeker. Daarom heeft de rechtbank bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker niet meer in behandeling zal worden genomen.

De rechtbank heeft de procedure in de hoofdzaak (zaaknummer AWB 11-952 WWB G) voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken, waarbij de rechtbank de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. A.S. Venema-Dietvorst en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE heeft bevolen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GRONINGEN
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer: 130928 / HA RK 11-423
Datum beslissing: 23 december 2011
Beslissing op het schriftelijke verzoek van [verzoeker], wonende aan de [adres], [woonplaats] (hierna: verzoeker) tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van mr. A.S. Venema-Dietvorst.
1. Procesverloop
1.1. Bij brief van 13 december 2011 heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van mr. A.S. Venema-Dietvorst, rechter in de bestuurssector van deze rechtbank, in het geschil met zaaknummer AWB 11-952 WWB G, waarbij verzoeker als partij is betrokken.
1.2. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat verzoeker ook in het recente verleden veelvuldig soortgelijke wrakingsverzoeken bij deze rechtbank heeft ingediend en dat die verzoeken telkens ongegrond zijn verklaard. De rechtbank verwijst daarbij onder meer naar de zaken met de volgende nummers: 129640/HA RK 11-343,126065/HA RK 11-131, 125938/HA RK 11-124, 125865/HA RK 11-119, 125330/HA RK 11-53.
2. De beoordeling
Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoeker zich baseert op het gedrag van mr. A.S. Venema-Dietvorst inzake de procedure AWB 08-880 die bij uitspraak van 5 juli 2011 (verzenddatum 19 juli 2011) is geëindigd. De uitspraak is gedaan mr. R.J. Vucsán.
Uit het dossier blijkt dat verzoeker omstreeks 16 november 2011 in kennis is gesteld dat mr. A.S. Venema-Dietvorst de zaak met zaaknummer AWB 11-952 WWB G ter zitting van 20 januari 2012 zal behandelen. Het wrakingsverzoek dateert van 13 december 2011.
Artikel 8:16 lid 1 Algemene wet bestuursrecht luidt: “Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.” De wrakingskamer is van oordeel dat het verzoekschrift niet aan dit vereiste voldoet.
Nu niet aan het formele vereiste voor wraking is voldaan, kan verzoeker niet in zijn verzoek worden ontvangen. Tot een mondelinge behandeling en verdere inhoudelijke beoordeling van het wrakingsverzoek behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
De rechtbank overweegt met betrekking tot een eventueel volgend wrakingsverzoek het volgende. Het is de rechtbank ambtshalve gebleken dat verzoeker herhaaldelijk verzoeken indient die niet voldoen aan de norm. In dat licht moet het ervoor worden gehouden dat sprake is van misbruik van het middel van wraking. Gelet hierop acht de rechtbank termen aanwezig te bepalen dat een volgend verzoek tot wraking op de voet van artikel 8:18 lid 4 Awb niet in behandeling zal worden genomen.
3. Beslissing
De rechtbank
- verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek;
- bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer AWB 11-952 WWB G) wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking;
- beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker,
mr. A.S. Venema-Dietvorst en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek niet meer in behandeling zal worden genomen.
Aldus gegeven door mrs. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, G. Tangenberg en S.M. Schothorst, rechters, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2011.
kb