RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 129189 / JE RK 11-705
beschikking kinderrechter d.d. 11 november 2011
* [KS], geboren te [plaats] op [datum],
* [TS], geboren in [gemeente] op [datum],
* [HS], geboren in [gemeente] op [datum],
* [JS], geboren in [gemeente] op [datum],
de vader,
wonende te [adres],
de moeder,
wonende te [adres] 13.
Het gezag over voornoemde minderjarigen berust bij de ouders.
Op 21 september 2011 heeft het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, gedateerd 20 september 2011.
Daarbij is overgelegd het hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling.
Op 1 november 2011 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Ter zitting zijn verschenen de moeder bijgestaan door mr. M. Swart, de vader bijgestaan door mr. ing. B. Jans, [X] namens bjz en Dhr. [Y], tolk in de Arabische taal.
De minderjarige [KS] is afzonderlijk door de kinderrechter gehoord.
Bij beschikking d.d. 3 november 2010 is de ondertoezichtstelling uitgesproken voor de tijd van 1 jaar, ingaande 19 november 2010.
Bjz is van mening dat de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [KS] en [TS] die beiden bij de vader wonen, met een half jaar dient te worden verlengd en dat de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [HS] en [JS] die beiden bij de moeder wonen met een jaar dient te worden verlengd.
Bjz legt aan het verzoek ten grondslag dat de strijd tussen de ouders zich na de ondertoezichtstelling heeft voortgezet. Ze voeren een heftige strijd met verwijten over een weer. De ouders kunnen hun ex-partner problematiek niet scheiden van hun rol als opvoeder. Sinds twee maanden zijn de ouders beter in staat om met elkaar te communiceren. De contactregelingen met de kinderen verlopen ook naar wens.
Mede dankzij hulp van IOG gaat het op dit moment goed met [KS] en [TS] bij hun vader. De kinderen hebben bij de vader een stabiele thuissituatie waarin ze veilig kunnen opgroeien. Deze positieve ontwikkeling is echter nog zeer pril en voorkomen moet worden dat de situatie, waarin het de kinderen heeft ontbroken aan veiligheid en stabiliteit zich herhaald.
De moeder ontvangt nog steeds hulp bij de opvoeding van de kinderen. De gestelde doelen zijn nog niet gehaald. Het is onduidelijk of de moeder de vaardigheden die zij in het TVO heeft geleerd toe kan passen in haar thuissituatie zonder intensieve hulp. De moeder spreekt nauwelijks Nederlands waardoor het voor de hulpverlening soms lastig is om te begrijpen wat de moeder bedoelt en andersom. Er zijn daarnaast zorgen met betrekking tot de financiële situatie van de moeder.
De vader verzet zich tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling van de twee kinderen die bij hem verblijven. De zorgen die door bjz worden geuit betreffen niet de beide kinderen die bij hem wonen. Dat blijkt ook uit de rapportage van Elker. Door bjz wordt in de rapportage steeds over “de ouders” gesproken en dat doet de vader tekort. De vader is juist de vredestichter in het conflict. De vader hoopt dat bjz in een volgende rapportage onderscheid maakt in de rol van beide ouders.
De vader verzet zich niet tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling van de beide kinderen die bij de moeder verblijven.
De moeder verzet zich tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling omdat de gronden daarvoor niet meer aanwezig zijn. De zorgen die door bjz worden genoemd zijn of niet meer actueel. Het gaat goed met haar in haar eigen woning. De moeder betwist nadrukkelijk dat zij het gebit van de kinderen niet verzorgd, dat zij veel rookt in aanwezigheid van de kinderen en dat [HS] op [JS] moet passen.
De moeder voert aan dat zij wel leerbaar is en de pedagogische handvatten die zij krijgt ook oppakt. De moeder geeft aan dat de kinderen hebben aangegeven de ondertoezichtstelling vervelend te vinden. Zij denken dat de gezinsvoogd hen komt bespioneren.
De strijd tussen de ouders is verleden tijd en de moeder heeft geaccepteerd dat zij verder moet met haar leven
[KS] deelt mee dat het goed met hem gaat bij zijn vader. Hij zit op dit moment in groep 8 van de basisschool en zijn vader helpt hem met zijn schoolwerk. Hij speelt veel met vriendjes en zit op voetbal. Hij is hier samen met zijn vader en moeder gekomen.
Uit het verzoekschrift, de overgelegde producties en het verhandelde ter zitting blijkt dat het goed gaat met de minderjarige [KS] en [TS]. De doelen die zijn gesteld zijn behaald. De vader is ook in staat gebleken om hulpverleningsinstanties in te schakelen op de momenten dat hij zorgen heeft over de kinderen.
De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat de gronden voor de ondertoezichtstelling van de minderjarige [KS] en [TS] niet meer aanwezig zijn. Het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling met betrekking tot deze beide minderjarigen zal dan ook worden afgewezen.
Op grond van de verkregen informatie zoals in opgemeld verzoek aangegeven en ter zitting aangevuld, is de kinderrechter van oordeel dat in het belang van de minderjarigen [HS] en [JS] de termijn van de ondertoezichtstelling met een jaar dient te worden verlengd, nu de gronden voor de ondertoezichtstelling nog aanwezig zijn.
Met betrekking tot de opvoedsituatie van de kinderen bij de vrouw bestaan er nog steeds de nodige zorgen. Gebleken is dat het mede door de taalbarrière moeilijk is om zicht te krijgen op de opvoedingsvaardigheden van de moeder. Het is dan ook nog onduidelijk of de moeder de vaardigheden die zij in het TVO heeft geleerd ook toe kan passen in de huidige thuissituatie. Dit maakt dat de beide kinderen nog steeds in hun ontwikkeling worden bedreigd. De kinderrechter hecht er aan om op te merken dat het daarbij zorgelijk is dat er bij de kinderen blijkbaar het idee bestaat dat de gezinsvoogd bij hen thuis komt om hen te bespioneren.
verlengt de termijn van de ondertoezichtstelling ten aanzien van de minderjarigen [HS] en [JS] met een jaar, ingaande 19 november 2011, met behoud van opdracht van de ondertoezichtstelling aan het bureau jeugdzorg bjz te [gemeente], [adres];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. L.C. Bosch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 november 2011 in aanwezigheid van mr. M.M. Verbeek, griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.