ECLI:NL:RBGRO:2011:BV0906
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarige in het belang van de ontwikkeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 november 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind]. Het verzoek tot verlenging werd ingediend door het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) op 28 september 2011, met als doel de situatie van [kind] te verbeteren en de hulpverlening voort te zetten. Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de ouders, de netwerkpleegouders en een vertegenwoordiger van bjz gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [kind] bedreigd is door de verstoorde gezinsverhoudingen en het negatieve contact met zijn ouders. De ouders hebben aangegeven dat de netwerkpleegzorgplaatsing de omgang frustreert en hebben gepleit voor een neutraal pleeggezin.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. Er is een noodzaak om de contacten tussen de kinderen te normaliseren en de ouders te motiveren om in het belang van de kinderen te handelen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen en de uithuisplaatsing voor drie maanden, met de opdracht aan bjz om een neutraal pleeggezin voor [kind] te zoeken. Tevens is er een rapportageverplichting opgelegd aan bjz om de voortgang te monitoren.
De kinderrechter heeft benadrukt dat de ouders verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van de opvoedvaardigheden en dat de hulpverlening moet worden voortgezet om de belangen van [kind] te waarborgen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.