ECLI:NL:RBGRO:2011:BV1553
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.W.Th. Buijtenhuijs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor plaatsing van kinderen op basisschool
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 18 oktober 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die vroeg om vervangende toestemming voor de plaatsing van zijn minderjarige kinderen, A. en B., op de openbare basisschool De Vlint in Groningen. De man stelde dat de vrouw, met wie hij in een conflictueuze relatie verkeerde, hem niet had geïnformeerd over de inschrijving van de kinderen op een andere school, De Hoeksteen, die vanuit een Bijbelse levensbeschouwing lesgeeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op 1 juli 2011 een verzoekschrift heeft ingediend, waarna de vrouw op 26 juli 2011 een verweerschrift heeft ingediend waarin zij de man niet-ontvankelijk wilde verklaren in zijn verzoek.
Tijdens de zitting op 28 juli 2011, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn beide partijen en hun advocaten verschenen, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft de situatie van de kinderen en de communicatie tussen de ouders zorgvuldig overwogen. De rechtbank concludeerde dat de vrouw in strijd met haar informatieplicht had gehandeld door de man niet tijdig te informeren over de schoolkeuze. Desondanks oordeelde de rechtbank dat het in het belang van de kinderen was om op De Hoeksteen te blijven, gezien de positieve ontwikkeling van A. op die school en de stabiliteit die deze keuze bood.
De rechtbank benadrukte de noodzaak voor beide ouders om constructief met elkaar te communiceren en samen beslissingen te nemen over de opvoeding van hun kinderen. De rechtbank adviseerde deelname aan het ONS-traject van Elker om hen te helpen bij het verbeteren van hun communicatie en het creëren van een stabiele omgeving voor de kinderen. Uiteindelijk werd het verzoek van de man om de kinderen op De Vlint te plaatsen afgewezen, omdat dit niet in hun belang werd geacht. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.