Uitspraak
RECHTBANK GRONINGEN
[B.]
[C.]
PROCESGANG
OVERWEGINGEN
BESLISSING
drie maandenna de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.
Rechtbank Groningen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 16 augustus 2012 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een 15-jarig meisje, dat hoogzwanger is van haar 16-jarige vriend, die lijdt aan ADHD en een beneden gemiddelde intelligentie. Het meisje, aangeduid als [A. 2], heeft een problematische achtergrond en verblijft momenteel in het multiproblem gezin van haar vriend. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 7 augustus 2012 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar uit te spreken, gezien de zorgen over de ontwikkeling van [A. 2].
Tijdens de zitting op 15 augustus 2012 zijn de moeder van [A. 2], haar stiefvader, en vertegenwoordigers van de Raad en bureau jeugdzorg gehoord. De kinderrechter heeft [A. 2] apart gehoord in het bijzijn van haar vriend. De Raad heeft zorgen geuit over de situatie van [A. 2], die rookt, langdurig schoolverzuim vertoont en geen contact meer heeft met haar moeder en andere familieleden. De moeder van [A. 2] maakt zich ook grote zorgen en is bang dat haar dochter te veel beïnvloed wordt door de familie van haar vriend.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor ondertoezichtstelling, zoals gesteld in artikel 254, lid 1, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zijn vervuld. De huidige situatie van [A. 2] is zeer onrustig en pedagogisch zwak, en zij heeft veel begeleiding en ondersteuning nodig. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige met ingang van heden onder toezicht te stellen en deze ondertoezichtstelling op te dragen aan bureau jeugdzorg Groningen voor een termijn van één jaar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.