ECLI:NL:RBGRO:2012:BV3885
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Beperking van het recht op omgang met de minderjarige A. en afwijzing verzoek om eenzijdig ouderlijk gezag
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 7 februari 2012 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de omgangsregeling tussen de man en de minderjarige A. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de man het recht op omgang met A. te ontzeggen, omdat de omgang schadelijk zou zijn voor de geestelijke ontwikkeling van het kind. De rechtbank heeft dit advies niet gevolgd, maar heeft wel besloten de omgang te beperken. De man had eerder een omgangsregeling van drie aaneengeschakelde weekenden per maand, maar de rechtbank oordeelde dat deze regeling niet in het belang van A. was, gezien de slechte communicatie tussen de ouders en de spanningen die dit met zich meebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen ernstige zorgsignalen zijn over A. bij de vrouw en dat er geen gedragsproblemen op school zijn gesignaleerd. De man heeft in het verleden voor A. gezorgd en had een omgangsregeling, maar de rechtbank oordeelde dat de huidige frequentie van omgang onrustig is voor A. De rechtbank heeft besloten dat de man gerechtigd is A. ieder derde weekend van de maand van vrijdag na schooltijd tot maandagmorgen voor schooltijd bij zich te ontvangen. De rechtbank heeft het verzoek van de man om eenzijdig ouderlijk gezag en het verzoek om het hoofdverblijf bij hem te bepalen afgewezen, omdat de vrouw alleen belast is met het gezag over A. en er geen gronden zijn om dit te wijzigen.
De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten gecompenseerd. De uitspraak is gedaan door mr. D.A. Flinterman, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier H.M. Kamphuis-van der Veer.