ECLI:NL:RBGRO:2012:BX6319

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
21 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
534298 CV EXPL 12-1257
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten na niet doorgaan van een verkooptender

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 21 juni 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de burgerlijke maatschap [naam] Notarissen, eiseres, hierna te noemen [A], en gedaagden [B], die in persoon procederen. De zaak betreft een vordering van [A] tot betaling van kosten die zijn gemaakt in verband met een verkooptender die niet heeft plaatsgevonden. Op 29 mei 2007 verleenden [B] volmacht aan [A] om een perceel grond te verkopen door middel van het uitschrijven van een tender. In de volmacht was opgenomen dat de kosten voor de werkzaamheden van [A] zouden worden gedeclareerd, maar alleen bij het uitschrijven van de tender. Aangezien de tender niet is uitgevoerd, heeft de kantonrechter geoordeeld dat [A] niet gerechtigd was om de gemaakte kosten te declareren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen uitvoering is gegeven aan de overeenkomst, en dat de vordering van [A] om [B] te veroordelen tot betaling van € 5.621,55, vermeerderd met rente en kosten, moet worden afgewezen. Tevens is [A] veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van [B] op nihil zijn vastgesteld, omdat [B] zonder beroepsgemachtigde heeft geprocedeerd. De uitspraak benadrukt het belang van het behalen van het beoogde resultaat in het kader van een inspanningsverbintenis.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie
Zaak\rolnummer: 534298/12-1257
Vonnis d.d. 21 juni 2012
inzake
de burgerlijke maatschap [naam] Notarissen , gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam,
eiseres, hierna te noemen [A],
gemachtigde Pranger AGIN gerechtsdeurwaarders te Assen,
tegen
1. [naam] en
2. [naam], beiden wonende te [plaatsnaam], [adres],
gedaagden, hierna te noemen [B],
in persoon procederende.
PROCESGANG
[A] heeft op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd [B] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 5.621,55 vermeerderd met rente en kosten. [B] hebben geconcludeerd voor antwoord. De kantonrechter heeft vervolgens een comparitie van partijen bepaald, die in aanwezigheid van mr. J. Faber als gemachtigde van [A] en [naam], namens [B], heeft plaatsgevonden op 21 mei 2012. [A] heeft daarbij stukken in het geding gebracht. Van hetgeen partijen hebben verklaard, heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Hierna is vonnis bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. de feiten
1.1 Tussen partijen staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende (gemotiveerd) weersproken het volgende vast.
1.2 Op 29 mei 2007 hebben [B] aan één van de medewerkers van [A] volmacht verleend om voor en namens hen het registergoed, bestaande uit een perceel grond met de daarop gestichte opstallen (vrijstaande woning) en verdere toebehoren, staande en gelegen te [plaatsnaam] aan de [adres], te verkopen door middel van het uitschrijven van een tender.
1.3 Inzake de kosten is in de hiervoor bedoelde volmacht onder meer opgenomen:
"Voorts verklaren ondergetekenden dat voor het uitvoeren van deze verkooptender de gewerkte
uren op basis van het uurtarief ad een honderd vijf en zeventig euro (€ 175,00) (exclusief BTW)
aan hen zal worden gedeclareerd. De gemaakte kosten door ons kantoor zullen tevens aan hen
worden doorberekend."
1.4 Er heeft geen uitschrijving van een tender plaatsgevonden.
1.5 [A] heeft [B] voor haar werkzaamheden op 25 juni 2007 gefactureerd voor een bedrag van € 4.101,27. [B] hebben dit bedrag onbetaald gelaten.
2. het standpunt van [A]
2.1 Zij legt het volgende aan vordering ten grondslag.
2.2 Zij heeft voorbereidende en bijkomende werkzaamheden verricht om de in de volmacht
bedoelde tenderveiling te organiseren. Het feit dat deze veiling niet is doorgegaan, laat
onverlet dat [B] gehouden zijn de kosten voor die werkzaamheden te voldoen.
2.3 Als gevolg van de nalatigheid van [B] heeft zij de vordering ter incasso uit
handen gegeven. Zij maakt aanspraak op rente en buitengerechtelijke kosten.
3. het standpunt van [B]
3.1 Zij voeren - zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang - het volgende als
verweer aan.
3.2 [A] heeft geen, althans onvoldoende uitvoering gegeven aan de opdracht. Er
heeft geen tenderverkoop plaatsgevonden. Zij wijzen er in dit verband op dat [B]
met één van de door hen aangedragen, mogelijk geïnteresseerden in het
perceel, [naam], niets heeft gedaan. Ook met betrekking tot de andere voorgestelde
gegadigden bestaat die indruk.
3.3 Op hetgeen zij voorts nog hebben aangevoerd zal bij de beoordeling worden ingegaan,
voor zover dit relevant blijkt te zijn voor de (eventuele) uitkomst van deze procedure.
4. de beoordeling
4.1 Vast staat dat er, anders dan krachtens de hiervoor bedoelde volmacht de bedoeling was,
geen uitschrijving van de tender heeft plaatsgevonden. Op grond hiervan is de
kantonrechter van oordeel dat geen uitvoering is gegeven aan de inhoud van de bij die
volmacht tussen partijen gesloten verbintenis voor zover deze betrekking heeft op het
uitschrijven van een tender. Dit onderdeel van de overeenkomst kan niet anders worden
opgevat c.q. worden begrepen dan een resultaatsverbintenis. Immers had het beoogde
resultaat het uitschrijven van de tender moeten zijn. Nu dit uiteindelijk niet is gebeurd -
de gemachtigde van [A] heeft ter comparitie aangegeven niet te weten wat de
reden daarvan is geweest -, is dit beoogde en in de volmacht toegezegde resultaat niet
bereikt. Daarmee is [A] tekort geschoten in de nakoming van dit onderdeel
van de overeenkomst.
4.2 De vraag die vervolgens voorligt is, of [A] terecht is overgegaan tot het
declareren van de door haar gestelde kosten aan [B] Gelet op de inhoud van de
overeenkomst, voor zover deze betrekking heeft op de kosten, is de kantonrechter van
oordeel dat deze vraag ontkennend dient te worden beantwoord. Daartoe wordt het
volgende overwogen. Partijen zijn in bedoelde volmacht omtrent de kosten
overeengekomen dat de door [A] gewerkte uren zullen worden gedeclareerd
voor het uitvoeren van de verkooptender (zie r.o. 1.3). [B] mochten er dus van
uit gaan dat eerst bij het uitschrijven van de tender kosten in rekening zouden worden
gebracht. Nu hiervoor evenwel in rechte is vastgesteld dat het uitvoeren c.q. uitschrijven
van de tender niet heeft plaatsgevonden, kan van declarabele kosten geen sprake zijn.
4.3 Het voorgaande leidt er toe dat de vordering zal worden afgewezen.
4.4 Als de in het ongelijk gestelde partij zal [A] worden veroordeeld in de kosten
van deze procedure. Deze kosten zullen, nu [B] zonder de bijstand van een
beroepsgemachtigde hebben geprocedeerd, evenwel worden vastgesteld op nihil.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [A] in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van [B] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 21 juni 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: jg