ECLI:NL:RBGRO:2012:BX7507
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling door ABN AMRO Bank N.V. tegen X met betrekking tot onbetaalde schulden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 19 juli 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen ABN AMRO Bank N.V. en gedaagde X. De eiseres, ABN AMRO, heeft een vordering ingesteld tegen X, die volgens de bank nog een schuld had van € 12.228,01. X heeft betwist dat deze schuld nog openstond en heeft aangevoerd dat hij deze schuld reeds had voldaan door twee betalingen in juli 2010. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen het bewijsaanbod van X gepasseerd, omdat X zijn stellingen onvoldoende had onderbouwd in het licht van de gemotiveerde betwisting door ABN AMRO.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de door X aangevoerde betalingen niet voldoende waren om de vordering van ABN AMRO te weerleggen. De rechter heeft daarbij verwezen naar eerdere correspondentie en de context van de betalingen. De kantonrechter concludeerde dat X niet had aangetoond dat de vordering was voldaan en dat de vordering van ABN AMRO integraal moest worden toegewezen.
De uitspraak houdt in dat X wordt veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 25.472,15, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast is X veroordeeld in de proceskosten van ABN AMRO, die zijn vastgesteld op € 2.150,14. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ABN AMRO het vonnis kan laten uitvoeren, ook als X in beroep gaat tegen de uitspraak.