ECLI:NL:RBGRO:2012:BY3613

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
19 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
137196 - KG ZA 12-330
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J.A.M. Dijkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende de verkoop van de voormalige echtelijke woning en de taxatie daarvan

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Groningen, hebben partijen [A] en [B] een overeenkomst bereikt ter beëindiging van hun geschil over de voormalige echtelijke woning. De voorzieningenrechter heeft partijen opgeroepen om tot een vergelijk te komen, wat resulteerde in een aantal afspraken die in het vonnis zijn vastgelegd. De afspraken omvatten onder andere een hernieuwde taxatie van de woning, die uiterlijk op 1 januari 2013 moet plaatsvinden, en de verdeling van de kosten van deze taxatie. Tevens is er een regeling getroffen omtrent de overdracht van de onverdeelde helft van de woning van [A] aan [B], onder voorwaarde dat de Direkt Bank instemt met het ontslag van [A] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire verplichtingen. Indien de notariële overdracht niet voor de gestelde datum plaatsvindt, zal de woning te koop worden aangeboden via een door partijen aan te wijzen makelaar. Daarnaast is er een regeling getroffen voor de toedeling van de waarde van de aan de hypotheek gekoppelde levensverzekering. Het vonnis bevat ook een dwangsom voor [B] indien hij niet meewerkt aan de verkoop van de woning. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 19 november 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 137196 / KG ZA 12-330
Vonnis in kort geding van 19 november 2012
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. M.R. Holthinrichs,
tegen
[B],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. J.S. Özsaran.
Partijen zullen hierna [A] en [B] genoemd worden.
1. De beoordeling
1.1. Ter zitting zijn partijen mede op instigatie van de voorzieningenrechter ter beëindiging van het onderhavige geschil tot het volgende vergelijk gekomen:
1. Uiterlijk 1 januari 2013 zal een (hernieuwde) taxatie van de voormalige echtelijke woning aan het [adres] te [woonplaats] plaatsvinden door een door deze rechtbank aan te wijzen NVM-makelaar ([naam]) danwel een door partijen in onderling overleg aan te wijzen makelaar; de kosten van deze taxatie zal door partijen worden gedeeld; de door de aangewezen makelaar verrichte taxatie wordt aangemerkt als een partijen bindend advies;
2. Bij instemming van de Direkt Bank met het ontslag van [A] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid terzake van de hypothecaire verplichtingen aangaande de voormalige echtelijke woning, zal de aan [A] toekomende onverdeelde helft van de woning vóór 1 januari 2013 aan [B] worden overgedragen; de kosten van het desbetreffende notariële transport zullen door [B] als koper worden gedragen;
3. Indien de notariële overdracht van de woning niet plaatsvindt vóór 1 januari 2013, zal de woning te koop worden aangeboden, waartoe een door partijen in onderling overleg aangewezen makelaar zal worden benaderd; deze makelaar zal een andere zijn dan degene die de onder 1 vermelde taxatie heeft uitgevoerd;
4. De waarde van de aan de hypotheek gekoppelde levensverzekering zal bij helfte aan partijen worden toegedeeld;
5. partijen dragen ieder de eigen kosten van dit kort geding.
1.2. Gewenst is dat hetgeen partijen zijn overeengekomen, in dit vonnis zal worden bekrachtigd. In dit licht zal [B] worden veroordeeld om zijn medewerking te verlenen bij de verkoop van de woning en de daartoe vereiste handelingen, zoals het inschakelen van een NVM-makelaar, het geven van een verkoopopdracht, het geven van gelegenheid tot bezichtiging van de woning en het tekenen van de koopovereenkomst. Hieraan zal een dwangsom worden verbonden.
2. De beslissing
De voorzieningenrechter
2.1. verstaat dat partijen zijn overeengekomen, zoals onder 1.1. is weergegeven;
2.2. veroordeelt [B] om, indien de aan [A] toekomende onverdeelde helft van de woning niet vóór 1 januari 2013 notarieel aan [B] is overgedragen, zijn medewerking te verlenen bij de verkoop van de woning en de daartoe vereiste handelingen, zoals het inschakelen van een NVM-makelaar, het geven van een verkoopopdracht, het geven van gelegenheid tot bezichtiging van de woning en het tekenen van de koopovereenkomst;
2.3. veroordeelt [B] om aan [A] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat hij niet aan de in 2.2. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
2.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.5. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.A.M. Dijkers en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2012.?