ECLI:NL:RBGRO:2012:BZ0518
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering wegens onvoldoende onderbouwing en onredelijke benadeling van gedaagde
In deze zaak vorderde VT Diensten VOF van gedaagde [A] een bedrag van € 7.407,52, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van een (doorlopende) overeenkomst van opdracht. De kantonrechter heeft op 13 december 2012 uitspraak gedaan na een comparitie van partijen op 30 november 2012. Tijdens deze comparitie hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar de kantonrechter oordeelde dat VT Diensten haar vordering onvoldoende had onderbouwd. De dagvaarding bevatte geen duidelijke uitleg over de totstandkoming van de overeenkomst of de berekening van het openstaande saldo. VT Diensten had wel producties ingediend, maar deze waren niet adequaat toegelicht, wat leidde tot onduidelijkheid over de vordering.
De kantonrechter merkte op dat de wijze van procederen door VT Diensten in strijd was met de artikelen 21 en 111 lid 2 onder d en lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die vereisen dat partijen tijdig alle relevante feiten en omstandigheden aanvoeren. De kantonrechter concludeerde dat [A] onredelijk in zijn belangen was geschaad door de late en onvoldoende onderbouwde toelichting van VT Diensten. Hierdoor was [A] niet in staat om adequaat te reageren op de vordering. De kantonrechter wees de vordering van VT Diensten af en veroordeelde haar in de proceskosten van [A].