ECLI:NL:RBGRO:2012:BZ0524

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
18 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
566573 VV EXPL 12-125
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen in kort geding

In deze zaak heeft eiseres [A] een kort geding aangespannen tegen haar werkgever, de besloten vennootschap Granny’s Groningen B.V., met als doel het verkrijgen van loondoorbetaling over de maanden september en oktober 2012. [A] is sinds 10 april 2012 arbeidsongeschikt wegens spanningsklachten en heeft diverse stappen ondernomen om haar re-integratie te bevorderen, waaronder het bezoeken van de bedrijfsarts en deelname aan mediation. Granny’s heeft echter betwist dat [A] aan haar re-integratieverplichtingen voldoet en heeft de loonbetaling stopgezet. De kantonrechter heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen van de bedrijfsarts, concludeert de kantonrechter dat [A] wel degelijk heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. De kantonrechter oordeelt dat er een gerede kans is dat in een bodemprocedure de vordering van [A] zal worden toegewezen. Daarom wordt Granny’s veroordeeld om het achterstallige salaris, vermeerderd met wettelijke rente en verhoging, aan [A] te betalen. Ook de gevorderde buitenrechtelijke incassokosten worden toegewezen. De vordering in reconventie van Granny’s wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 december 2012 door mr. R.Tj. Terpstra.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 566573 VV EXPL 12-125
Vonnis in kort geding d.d. 18 december 2012
inzake
[naam],
wonende te [naam], aan de [adres],
eiseres in conventie, verweerster in reconventie, hierna [A] te noemen,
gemachtigde mr. M. Arends, advocaat te Assen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Granny’s Groningen B.V.,
gevestigd te [plaatsnaam], aan het [adres],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, hierna Granny’s te noemen,
gemachtigde [B], directeur Granny’s.
PROCESGANG
Op de in de inleidende dagvaarding genoemde gronden heeft [A] gevorderd dat Granny’s bij wijze van voorlopige voorziening wordt veroordeeld:
a. om binnen 7 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te betalen het (restant) bruto salaris over de maanden september 2012 en oktober 2012, te vermeerderen met wettelijke verhoging ex artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
b. om binnen 7 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te betalen de buitenrechtelijke incassokosten ad € 625,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
c. in de kosten van de procedure.
Granny’s heeft een conclusie van antwoord ingediend en daarbij tevens een eis in reconventie ingesteld. Daarin heeft zij gevorderd dat [A] wordt veroordeeld:
a. om binnen 5 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis en gedurende haar arbeidsongeschiktheid tot nakoming van de wettelijke verplichte zeswekelijkse evaluatiegesprekken met Granny’s volgens het gestelde in artikel 7:660a BW en de Wet Verbetering Poortwachter (over te gaan);
b. om binnen 5 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis en gedurende haar arbeidsongeschiktheid tot nakoming van de wettelijke verplichte medewerking (aan het opstellen van) het plan van aanpak en dit zeswekelijks te evalueren en zo nodig bij te stellen ex artikel 7:658 BW;
c. om binnen 5 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis en gedurende haar arbeidsongeschiktheid tot nakoming van tweewekelijks telefonisch contact met Granny’s (over te gaan) teneinde de voortgang van de re-integratie te bespreken en de verstandhouding te verbeteren.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 december 2012. Partijen zijn ([A] vergezeld van haar gemachtigde en Granny’s deugdelijk vertegenwoordigd door haar directeur, [B]) ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet, [A] mede aan de hand van de door haar gemachtigde opgestelde pleitaantekeningen. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.
Het vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
In conventie en reconventie
De feiten
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.1 [A] is voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Granny’s in de functie van shopmanager tegen een laatstelijk bruto salaris van € 2.603,13 per maand.
1.2 Op 10 april 2012 heeft [A] zich ziek gemeld wegens spanningsklachten. Zij is sindsdien arbeidsongeschiktheid.
1.3 Op 6 juli 2012 heeft [A] de bedrijfsarts bezocht. De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat er (nog steeds) sprake is van beperkingen, waardoor [A] arbeidsongeschikt is voor haar eigen werk in volle omvang. Daarbij merkt de bedrijfsarts tevens op dat de achterliggende klachten voor een deel gevormd worden door spanningsklachten die samenhangen met de werksituatie. Het advies is om in gesprek te gaan met elkaar over de achtergrond van de spanningsklachten.
1.4 Op 26 juli 2012 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden, waarin onder andere is gesproken over de eventuele re-integratie van [A].
1.5 Op 14 augustus 2012 zijn partijen in het kader van mediation bijeengekomen. Partijen hebben in dit gesprek onder andere afgesproken dat [A] per 1 september 2012 op een rustige wijze zal re-integreren.
1.6 Op 4 september 2012 is [A] op haar werk verschenen.
1.7 Op 5 september 2012 heeft [A] zich wederom ziek gemeld.
1.8 Op 21 september 2012 heeft [A] opnieuw de bedrijfsarts bezocht. In het verslag van de periodieke evaluatie staat onder andere het navolgende vermeld:
Het gaat niet goed. Betrokkene heeft ondertussen wel adequate professionele hulp geregeld. Betrokkene is in deze fase nog volledig arbeidsongeschikt.
Duidelijk is dat het werk nog steeds veel spanningen met zich meebrengt, waardoor ik tamelijk somber ben over de prognose ten aanzien van werkhervatting.
1.9 In september 2012 heeft Granny’s een bruto salaris van € 441,03 aan [A] uitgekeerd. In oktober 2012 heeft Granny’s geen loonbetaling aan [A] verricht.
1.10 Op 12 oktober 2012 heeft de bedrijfsarts gerapporteerd dat de evaluatie van 21 september 2012 nog van kracht is en dat [A] nog niet beschikt over arbeidsmogelijkheden.
1.11 Bij brieven van 8 oktober 2012 en 22 oktober 2012 heeft de gemachtigde van [A] Granny’s gesommeerd om het achterstallige salaris te voldoen. In de brief van 22 oktober 2012 heeft de gemachtigde van [A] tevens verzocht om de correspondentie uitsluitend via de gemachtigde te laten verlopen.
1.12 In reactie daarop heeft Granny’s in een aantal brieven en e-mails gesteld dat [A] niet aan haar re-integratieverplichtingen voldoet en dat de salarisbetaling om die reden niet zal worden hervat.
1.13 Op 17 oktober 2012 heeft Granny’s een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd. Het UWV heeft op 14 november 2012 geoordeeld dat er momenteel geen benutbare mogelijkheden zijn waardoor er tijdelijk geen re-integratiemogelijkheden zijn.
1.14 Op 1 november 2012 heeft er een gesprek tussen partijen plaatsgevonden over (het bijstellen van) het plan van aanpak.
1.15 In november 2012 is de loonbetaling hervat.
De standpunten van partijen
2.1 [A] heeft doen betogen dat zij aanspraak maakt op (volledige) loonbetaling over de maanden september 2012 en oktober 2012. [A] heeft voldaan aan de op haar rustende re-integratieverplichtingen. Er is geen sprake van weigering tot het verlenen van medewerking. Het feit dat [A] er voor heeft gekozen om de communicatie via een gemachtigde te laten verlopen, maakt dit gegeven niet anders. [A] onderhoudt contact met alle betrokken instanties en heeft voortdurend gehoor gegeven aan de verzoeken van Granny’s tot informatie. Door de druk die door Granny’s wordt uitgeoefend, heeft [A] echter nauwelijks gelegenheid tot herstel. Het heeft juist een averechts effect gehad.
2.2 Granny’s concludeert tot afwijzing van het gevorderde. Zij betwist de spoedeisendheid van de vorderingen. Verder stelt zij zich - kort gezegd - op het standpunt dat [A] niet voldoet aan de op haar rustende re-integratieverplichtingen als bedoeld in artikel 7:629 BW juncto 7:660a BW. [A] verleent, ondanks herhaaldelijke verzoeken, geen medewerking aan de verplichting tot het opvolgen van redelijke voorschriften tot het verstrekken van inlichtingen over de reden van haar arbeidsongeschiktheid en de verplichting tot het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak, waardoor er geruime tijd is verstreken voordat partijen met elkaar in gesprek zijn getreden over re-integratie.
De beoordeling
3. Gelet op de samenhang zullen de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk worden behandeld.
4. Anders dan Granny’s is de kantonrechter van oordeel dat [A] een spoedeisend belang bij haar vordering heeft, nu [A] er vanzelfsprekend belang bij heeft dat het achterstallige salaris wordt betaald om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien.
5. In dit kort geding moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vorderingen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is.
6. De kantonrechter stelt voorop dat [A] op grond van artikel 7:629 lid 1 BW, in beginsel recht heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte.
7. Grannys’ stelt zich op het standpunt dat [A] niettemin geen recht heeft op loonbetaling, omdat zij in de maanden september 2012 en oktober 2012 niet (voldoende) heeft meegewerkt aan haar re-integratie. De kantonrechter begrijpt dat Granny’s zich daarbij beroept op de artikelen 7:629 lid 3 sub d en sub e juncto 7:629 lid 6 BW juncto 7:660a BW.
8. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat [A] zich niet heeft gehouden aan de door Granny’s schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die zij behoeft om het recht op loon vast te stellen. [A] heeft immers haar medewerking verleend aan de verschillende onderzoeken door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts van het UWV.
9. Bovendien heeft de opstelling van Granny’s niet bijgedragen aan het herstel van [A]. Gebleken is dat Granny’s, in de persoon van [B], [A] al vanaf het begin van haar arbeidsongeschiktheid onder druk heeft gezet door haar veelvuldig via telefoon en brieven te benaderen en haar daarbij telkenmale te wijzen op de verplichtingen die zij dient na te leven in het kader van re-integratie. De kantonrechter acht het om die reden dan ook begrijpelijk dat [A] de communicatie op een gegeven moment via haar gemachtigde heeft laten verlopen.
10. Voorts is niet gebleken dat [A] geen medewerking heeft verleend aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak. Daarbij is ook van belang dat de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat er geen mogelijkheden waren voor re-integratie van [A]. De bedrijfsarts heeft [A] immers al op 10 april 2012 volledig arbeidsongeschikt verklaard, waarbij de verwachting is uitgesproken dat [A] de komende tijd geen benutbare mogelijkheden heeft en deze situatie duurt, zoals blijkt uit het deskundigenoordeel van het UWV van 14 november 2012, nog steeds voort.
11. Los daarvan is gebleken dat [A] professionele hulp heeft gezocht en dat [A] bereid is geweest om mee te werken aan mediation. Dit wijst erop dat [A] wel degelijk meewerkt aan re-integratie.
12. Op grond van het voorgaande acht de kantonrechter een gerede kans aanwezig dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat [A] heeft voldaan aan de op haar rustende re-integratieverplichtingen. De loonvordering zal daarom worden toegewezen, evenals de daarover gevorderde rente. Ook de gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW is toewijsbaar, met dien verstande dat de kantonrechter in de aard en omstandigheden van de zaak termen aanwezig acht om deze billijkheidshalve te beperken tot maximaal 25 %.
13. Voorts is op grond van de gedingstukken genoegzaam aannemelijk geworden dat de in het geding zijnde incassowerkzaamheden naar aard, omvang en daarmee samenhangende kosten als redelijk kunnen worden aangemerkt, zodat de gevorderde buitengerechtelijke kosten eveneens zullen worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten zal evenwel worden afgewezen, aangezien [A] niet heeft gesteld dat die kosten al daadwerkelijk zijn betaald aan haar gemachtigde.
14. Gelet op hetgeen is hiervoor is overwogen, is er geen grond voor toewijzing van de vordering in reconventie.
15. Granny’s zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde par¬tij, in de proceskosten worden veroordeeld, waarbij de kosten in reconventie op nihil worden begroot, gelet op de samenhang tussen conventie en reconventie.
BESLISSING IN KORT GEDING
De kantonrechter:
In conventie:
veroordeelt Granny’s om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te betalen het (restant) bruto salaris over de maanden september en oktober 2012, zijnde € 2.161,10 en € 2.602,13 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, alsmede vermeerderd met een wettelijke verhoging tot een maximum van 25% over dat bedrag;
veroordeelt Granny’s om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te betalen de buitenrechtelijke incassokosten ad € 625,00;
veroordeelt Granny’s tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van [A] tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 207,00 aan grif¬fierecht, € 92,17 aan explootkosten en € 400,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt Granny’s in de kosten van het geding, aan de zijde van [A] tot aan deze uitspraak vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 18 december 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: bb