ECLI:NL:RBHAA:2001:AD3501

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
16 augustus 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
76902/KG ZA 01-449
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • C.J.J. van Maanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake veiligheidsrisico's van koffiepads en merkrechten

In deze zaak, die op 16 augustus 2001 werd behandeld door de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, stonden de naamloze vennootschap Koninklijke Philips Electronics N.V. en de besloten vennootschap Philips Domestic Appliances and Personal Care B.V. tegenover de besloten vennootschap Albert Heijn B.V. en de besloten vennootschap Marvelo B.V. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J. van den Broek, vorderden een verbod op de introductie van koffiepads door de gedaagden, omdat zij vreesden voor aanzienlijke veiligheidsrisico's en reputatieschade. De president van de rechtbank, mr. C.J.J. van Maanen, oordeelde dat het veiligheidsrisico minder ernstig was dan door Philips werd gesteld. Dit oordeel was gebaseerd op de inhoud van de bijsluiter van de koffiepads en de reputatie van Albert Heijn op het gebied van consumentenvoorlichting.

De president concludeerde dat de vordering tot verbod op de introductie van de koffiepads niet kon worden toegewezen, omdat de belangenafweging niet in het voordeel van Philips uitviel. Albert Heijn had bovendien toegezegd om tot 17 september 2001 de naam 'Philips' niet te gebruiken in verband met hun koffiepads, wat het risico op reputatieschade verder verminderde. De president oordeelde dat de vordering tot verstrekking van koffiepads en testresultaten wel kon worden toegewezen, omdat de gedaagden daartegen geen bezwaar hadden gemaakt. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan de bevelen zouden voldoen.

De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in kort geding procedures, vooral wanneer het gaat om merkrechten en consumentenveiligheid.

Uitspraak

Zaaknummer: 76902/KG ZA 01-449
Zittingsdatum: 16 augustus 2001
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE HAARLEM
Proces-verbaal zitting in kort geding
Ter terechtzitting van 16 augustus 2001 van de fungerend-president van de arrondissementsrechtbank te Haarlem, mr. C.J.J. van Maanen, zitting houdend in kort geding, bijgestaan door mr. H.E. van Erp-van Harten, griffier, zijn ter behandeling van het bij dagvaarding aanhangig gemaakte geding met zaaknummer: 76902/KG ZA 01-449 tussen:
1. de naamloze vennootschap KONINKLIJKE PHILIPS ELECTRONICS N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende Eindhoven,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PHILIPS DOMESTIC APPLIANCES AND PERSONAL CARE B.V.,
eisers,
gevestigd en kantoorhoudende te Groningen,
advocaat mr. B.J. van den Broek te Amsterdam,
procureur mr. P. Heidinga,
-- tegen --
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALBERT HEIJN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zaandam, gemeente Zaandijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MARVELO B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zaandam, gemeente Zaandijk,
gedaagden,
advocaat mr. K.Th.M. Stöpetie te Amsterdam,
eisers tezamen hierna ook aan te duiden als Philips; gedaagden als Albert Heijn en Marvelo,
verschenen:
· Philips, bijgestaan door haar advocaat mr. Van den Broek voornoemd;
· Albert Heijn en Marvelo, bijgestaan door hun advocaat mr. Stöpetie voornoemd.
Philips heeft overeenkomstig de dagvaarding d.d. 21 juni 2001 geconcludeerd en gevorderd. Na verweer van de zijde van Albert Heijn en Marvelo aan de hand van pleitnotities en verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd.
Daarop heeft de president het navolgende overwogen:
3. Hoewel de president geen technicus is, en zich dus niet begeeft in de beoordeling van hetgeen partijen hebben gesteld over de technische aspecten van de zaak, komt de president nochtans tot het voorlopige oordeel dat het veiligheidsrisico aanzienlijk minder ernstig is dan Philips heeft gesteld. Dit oordeel berust op de volgende twee gronden:
· in de bijsluiter "Attentie/belangrijk" - die bij uitstek bedoeld zal zijn om de veiligheidsvoorschriften op een rijtje te zetten - wordt niet aanbevolen om uitsluitend DE-Senseo koffiepads te gebruiken; terwijl er ook andere apparaten op de markt waren die koffiepads gebruiken, en deze "pad-markt" zich ook nog verder zou kunnen uitbreiden;
· de door Philips erkende reputatie van Albert Heijn op het vlak van de consumentenvoorlichting; ook na alle waarschuwingen waarmee Philips Albert Heijn de afgelopen maand heeft bestookt, durft Albert Heijn het kennelijk aan om de introductie van haar koffiepads door te zetten.
4. De president zegt daarmee niet dat het veiligheidsrisico geheel afwezig is, doch dat niet aannemelijk is dat het risico zo ernstig is als door Philips is betoogd.
5. Verder heeft Albert Heijn toegezegd dat zij tot 17 september 2001 op geen enkele wijze de naam "Philips" zal noemen in verbinding met haar pads. Daartoe zal de president Albert Heijn ook op straffe van een dwangsom bevelen. Dat reduceert het risico dat een eventueel ongelukje bij deze of gene consument aanstonds zal leiden tot reputatieschade bij Philips.
6. Dat risico wordt nog verder gereduceerd doordat het gaat om een periode van slechts vier weken; die tijd is immers voor Philips voldoende om het door haar gevreesde veiligheidsrisico hard te maken, waarna zij zich desgewenst opnieuw in kort geding kan voorzien.
7. Het voorgaande overziende, acht de president de schadedreiging onvoldoende zwaarwegend om te besluiten tot onrechtmatigheid van de introductie.
8. Voorzover de vordering tot verbod op het aanbieden van de koffiepads is gebaseerd op het merkenrecht en op een commune onrechtmatige daad, stuit zij af op het vorenstaande. Dan resteren nog twee grondslagen: de belangenafweging en (de dreiging van) misleidende reclame.
9. Een enkele belangenafweging is evenwel onvoldoende voor het treffen van een ordemaatregel; er moet sprake zijn van schending van een rechtsplicht, hetgeen de president hier niet ziet. Die grondslag faalt dus eveneens.
10. De laatste grondslag faalt op grond van de toezegging van Albert Heijn om tot 17 september 2001 niet te verwijzen naar Philips of Senseo.
11. De vordering tot verstrekking van 1.000 koffiepads uit vier verschillende productiebatches zal worden toegewezen, nu Albert Heijn en Marvelo hebben verklaard geen bezwaar tegen toewijzing te hebben. Ook zal Albert Heijn en Marvelo bevolen worden tot afgifte van de testresultaten van Opinion en Precon, omdat zij ook daartegen geen bezwaren hebben aangevoerd. Voor alle zekerheid - ter voorkoming van een volgend kort geding - zal ondanks de toezegging van Albert Heijn en Marvelo op deze veroordelingen een gematigde en gemaximeerde dwangsom worden gesteld.
12. In de omstandigheid dat een zeer belangrijke rol heeft gespeeld dat Albert Heijn geen gebruik zal maken van de tekens "Philips" en/of "Senseo" - hetgeen bij Philips tot op heden niet bekend was - wordt aanleiding gezien de proceskosten tussen partijen als na te melden te matigen.
Vervolgens heeft de president de volgende beslissing uitgesproken.
Beslissing
De president:
· Beveelt Albert Heijn en Marvelo om vóór 17 augustus, 16.00 uur, te bezorgen op het adres Europaweg 8 te Groningen 1.000 exemplaren van de AH koffiepads, die zij voornemens zijn op de markt te introduceren, in gelijke aantallen per smaak en in gelijke aantallen afkomstig uit vier verschillende productiebatches, zulks op straffe van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag, met een maximum van ƒ 50.000,--, voor elke dag dat Albert Heijn en Marvelo hiermee na betekening van dit vonnis in gebreke zijn.
· Beveelt Albert Heijn en Marvelo om vóór 17 augustus, 16.00 uur, te bezorgen op het adres Europaweg 8 te Groningen de testresultaten van de door onderzoeksbureaus Opinion en Precon op de AH koffiepads uitgevoerde tests, zulks op straffe van een dwangsom van ƒ 5.000,-- per dag, met een maximum van ƒ 50.000,--, voor elke dag dat Albert Heijn en Marvelo hiermee na betekening van dit vonnis in gebreke zijn.
· Verbiedt Albert Heijn om tussen heden en 17 september 2001 tegenover het publiek, op welke wijze dan ook, de tekens "Philips" en/of "Senseo" te bezigen in verbinding met hun product Perla Café Crème, doch met uitzondering van de verdere distributie van het lopende nummer van Allerhande, zulks op straffe van een dwangsom van
ƒ 50.000,-- voor elke overtreding van dit verbod na betekening van dit vonnis, met een maximum van ƒ 500.000,--.
· Compenseert de proceskosten aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
· Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
· Wijst af het meer of anders gevorderde.
Waarvan proces-verbaal,