ECLI:NL:RBHAA:2001:AD3501
Rechtbank Haarlem
- Hoger beroep kort geding
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake veiligheidsrisico's van koffiepads en merkrechten
In deze zaak, die op 16 augustus 2001 werd behandeld door de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, stonden de naamloze vennootschap Koninklijke Philips Electronics N.V. en de besloten vennootschap Philips Domestic Appliances and Personal Care B.V. tegenover de besloten vennootschap Albert Heijn B.V. en de besloten vennootschap Marvelo B.V. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J. van den Broek, vorderden een verbod op de introductie van koffiepads door de gedaagden, omdat zij vreesden voor aanzienlijke veiligheidsrisico's en reputatieschade. De president van de rechtbank, mr. C.J.J. van Maanen, oordeelde dat het veiligheidsrisico minder ernstig was dan door Philips werd gesteld. Dit oordeel was gebaseerd op de inhoud van de bijsluiter van de koffiepads en de reputatie van Albert Heijn op het gebied van consumentenvoorlichting.
De president concludeerde dat de vordering tot verbod op de introductie van de koffiepads niet kon worden toegewezen, omdat de belangenafweging niet in het voordeel van Philips uitviel. Albert Heijn had bovendien toegezegd om tot 17 september 2001 de naam 'Philips' niet te gebruiken in verband met hun koffiepads, wat het risico op reputatieschade verder verminderde. De president oordeelde dat de vordering tot verstrekking van koffiepads en testresultaten wel kon worden toegewezen, omdat de gedaagden daartegen geen bezwaar hadden gemaakt. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan de bevelen zouden voldoen.
De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in kort geding procedures, vooral wanneer het gaat om merkrechten en consumentenveiligheid.