ECLI:NL:RBHAA:2002:AD9775
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onder curatele stelling van een betrokkene met geestelijke stoornis ten gevolge van hersenletsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 februari 2002 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een betrokkene, die lijdt aan een geestelijke stoornis als gevolg van hersenletsel. Verzoekster, de dochter van de betrokkene, heeft het verzoek ingediend op basis van de stelling dat haar moeder niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Tijdens de procedure heeft verzoekster ook subsidiaire verzoeken gedaan tot onderbewindstelling en mentorschap, waarbij zij zichzelf als bewindvoerder en mentor heeft voorgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1946, lijdt aan een geestelijke stoornis die is ontstaan door een zware hersenbloeding. Dit heeft geleid tot forse cognitieve stoornissen en een beperkt ziekte-inzicht. De rechtbank heeft de verklaringen van de behandelend arts en verpleegkundige in overweging genomen, evenals een neuropsychologisch rapport, en geconcludeerd dat de betrokkene niet in staat is haar belangen te behartigen. De rechtbank heeft ook het verweer van de heer [naam verweerder] beoordeeld, die zich als levensgezel van de betrokkene heeft gepresenteerd en verzocht om benoeming tot curator. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de heer [naam verweerder] niet als levensgezel kan worden aangemerkt, omdat er geen gemeenschappelijke huishouding is en de relatie niet van lange duur is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om verzoekster tot curator te benoemen, omdat zij de meest geschikte persoon is om de belangen van de betrokkene te behartigen. De rechtbank heeft ook benadrukt dat het noodzakelijk is om een duidelijke aanspreekpunt te hebben in de verplegende instelling, om conflicten tussen verzoekster en de heer [naam verweerder] te voorkomen. De beschikking is gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en in lokale kranten.