ECLI:NL:RBHAA:2002:AD9778
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van Zutphen
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake erkenning van een minderjarige door de biologische vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 februari 2002 uitspraak gedaan in een verzoek tot verklaring voor recht, ingediend door een man die de biologische vader is van een minderjarige, geboren op 14 december 1999. De man, die de Britse nationaliteit bezit, verzocht de rechtbank om een verklaring voor recht als bedoeld in artikel 1:204 lid 1 sub e van het Burgerlijk Wetboek, teneinde de minderjarige te kunnen erkennen. De vrouw, de moeder van het kind, oefent van rechtswege het gezag uit over de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw een affectieve relatie hebben gehad en dat er een nauwe persoonlijke band bestaat tussen de man en het kind. De rechtbank heeft ook de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld, gezien de nationaliteit van de betrokkenen en de woonplaats van de minderjarige. De rechtbank oordeelde dat het Nederlandse recht van toepassing is, ondanks het feit dat de man de Britse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijs is dat de man een nauwe persoonlijke relatie met de minderjarige onderhoudt, en heeft het verzoek van de man toegewezen. De rechtbank verklaarde voor recht dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de man en de minderjarige.