2. De vaststaande feiten
In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. Eiseres is eigenaar van het hotel-café-restaurant Dreefzicht met ondergrond, parkeerplaatsen, erf en verdere aan- en toebehoren aan de Fonteinlaan 1 te Haarlem.
b. Vanaf medio 2001 hebben partijen onderhandeld over de verkoop van het perceel aan Dingris. In het kader van die onderhandelingen hebben medewerkers van Dingris het gebouw en het omliggende terrein herhaaldelijk bezichtigd.
c. Op 17 augustus 2001 hebben partijen terzake een koopovereenkomst gesloten. Daarin wordt het verkochte omschreven als "het hotel-café-restaurant Dreefzicht met ondergrond, parkeerplaats, erf en verdere aan- en toebehoren, staande en gele-gen te 2012 JG Haarlem, Fonteinlaan 1, kadastraal bekend gemeente Haarlem II sectie R nummer 902, groot zevenendertig are vijfenvijftig centiare". De koopprijs bedroeg ƒ 6.700.000,- en de levering werd bepaald op 15 december 2001.
d. Artikel 1.4 van de op de overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaar-den luidt als volgt:
"Indien de door verkoper opgegeven maat of grootte van het verkochte of de verdere omschrijving daarvan of de in artikel 4 en 5 van de bijzondere bepalingen gedane opgaven niet juist of niet volledig zijn, zal geen van partijen daaraan enig recht ontlenen.
Dit lijdt uitzondering indien en voor zover de desbetreffende opgave door de wederpartij blijkens dit contract is gegarandeerd, niet te goeder trouw is geschied dan wel het een niet opgegeven feit betreft hetwelk vatbaar is voor inschrijving in de openbare registers, doch daarin op heden niet is ingeschreven."
e. Per 1 december 2001 heeft Dreefzicht de horeca-gelegenheid die zij in het ver-kochte exploiteerde beëindigd.
f. Bij brief van 5 december 2001 heeft de raadsman van Dingris Dreefzicht onder meer het volgende medegedeeld:
...
Bij de voorbereiding van de transactie heeft cliënte contact opgenomen met de Gemeente om te kijken naar de mogelijke bestemmingen van het complex en daarbij werd cliënte geheel tot haar verrassing geconfronteerd met het gegeven dat ruim 500 m2 terrein, thans in gebruik als parkeer-vakken, het eigendom van de Gemeente is en derhalve niet kan worden meegeleverd.
…...
Naar mijn stellige mening rust op U de informatieplicht om cliënte van het bovenstaande op de hoogte te brengen, niet in de laatste plaats omdat uw vertegenwoordiger bij de onderhandelingen, die tot de aankoop hebben geleid, heeft aangegeven dat bij het perceel grond alle huidige parkeer-plaatsen waren begrepen. Partijen hebben gezamenlijk rond het terrein gelopen en als zodanig is dit haar aangewezen.
Het lijdt geen twijfel dat cliënte met dergelijke informatie dan wel niet had besloten tot aankoop gezien de bestemmingscomplicaties dan wel de koop slechts had willen laten plaatsvinden tegen een aanzienlijk lagere koopprijs, gezien de ongewisse toestand waaraan boven gerefereerd.
Cliënte wenst in principe nakoming van de transactie evenwel onder gelijktijdige aanlevering van de ontbrekende stukken grond. Te uwen behoeve sluit ik een copie van het kadaster bij, waarop ge-arceerd de stuken grond van de Gemeente staan aangegeven. Het zal U duidelijk zijn dat zolang de levering van de grond niet is geregeld, cliënte de afname van het perceel wil uitstellen.
Hierbij stel ik U in gebreke en stel ik U aansprakelijk voor de schade die cliënte lijdt en nog zal lij-den als gevolg van Uw toerekenbaar tekortkomen.
...
g. Bij brief van 18 december 2001 heeft het hoofd van de afdeling Grondbedrijf van de gemeente Haarlem (hierna ook: "de gemeente") Dreef-zicht het volgende medegedeeld:
...
Naar aanleiding van het overleg van vrijdag jl. heb ik in overleg met de afdeling Natuur en Landschap en de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Stadsvernieuwing de grondverkoop rondom Dreefzicht bekeken.
Uit dit overleg blijkt dat de strook gemeentegrond aan de achterzijde van Dreefzicht, welke thans door u in gebruik genomen is als parkeergelegenheid, langs een van de belangrijkste toegangsmogelijkheden tot de Haarlemmerhout ligt. De afdeling Natuur & Landschap wenst hier een groenstrook aan te leggen, zoals ook in 1996 al per brief aan u is medegedeeld. Deze grond kan dan ook niet aan u verkocht worden en ik verzoek u de bestrating van deze strook en de bestrating van het perceeltje grond aan de noordzijde van Dreefzicht zo spoedig mogelijk, en in overleg met het Grondbedrijf, te laten verwijderen. ...
De grond die wel aan u verkocht kan worden is met enkele arcering aangegeven.
...
h. Nadat Dingris op 15 december 2001 niet was verschenen om mee te werken aan de levering van het perceel, heeft Dreefzicht op 18 en 20 december 2001 de onder c. genoemde koopovereenkomst aan Dingris doen betekenen. Voorts heeft Dreefzicht Dingris in gebreke gesteld en haar gesommeerd op straffe van verbeurte van een boete de koopovereenkomst binnen acht dagen alsnog na te komen.
i. Op 27 december 2001 heeft Dingris de onder f. aangehaalde brief van haar raadsman aan Dreefzicht doen betekenen.