ECLI:NL:RBHAA:2002:AE1936
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. van der Valk
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie tussen werkneemster en werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 maart 2002 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkneemster, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, ISS Care BV. Het verzoek is ingediend op 13 februari 2002 en is gebaseerd op artikel 7:685 BW, waarbij de werkneemster stelt dat er sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. De werkneemster heeft in haar verzoekschrift aangegeven dat zij na een langdurige ziekte in 2000 op een onheuse wijze is gedegradeerd en dat haar werkgeefster, ISS, haar sindsdien heeft genegeerd en afwijzend heeft behandeld. Dit heeft geleid tot psychische klachten en een uitval van haar werkzaamheden eind september 2001.
De mondelinge behandeling vond plaats op 5 maart 2002, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. ISS heeft het verzoek tot ontbinding betwist en stelt dat er geen reden is voor ontbinding, aangezien zij aan haar verplichtingen als werkgever heeft voldaan. ISS heeft de loonbetalingen steeds doorgezet en heeft geprobeerd om de werkneemster te reïntegreren, maar de werkneemster zou niet meewerken aan haar eigen reïntegratie en enkel gericht zijn op financiële compensatie.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen voldoende gewichtige gronden zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter heeft vastgesteld dat ISS niet kan worden verweten dat zij haar reïntegratiepogingen heeft gestaakt, aangezien de werkneemster zelf niet op reïntegratie uit was maar enkel op een financiële vergoeding. De rechter heeft het verzoek tot ontbinding afgewezen en iedere partij in de kosten belast. De uitspraak benadrukt de wederzijdse verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in het reïntegratieproces.