5. De gronden van de beslissing
De verweten misleidende tarievenvergelijking
5.1 Bij de beoordeling van dit verwijt heeft als uitgangspunt te gelden het bepaalde in de Richtlijn 97/55/EG d.d. 6 oktober 1997 tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen, die overigens met ingang van 12 april 2002 is geimplementeerd door introductie van artikel 6:194a BW. Ingevolge bedoelde bepalingen is vergelijkende reclame, waaronder prijsvergelijking, onder voorwaarden toegestaan. Op grond van deze voorwaarden dient vergelijkende reclame te zien op één of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken, niet de goede naam van concurrenten te schaden en geen oneerlijk voordeel op te leveren ten gevolge van de bekendheid van een merk of handelsnaam van de concurrent. Een vergelijking mag voorts niet misleidend zijn, waarbij onder meer in aanmerking dienen te worden genomen a) de kenmerken van de goederen of diensten, b) de prijs of wijze van prijsberekening, en c) de hoedanigheid en kwalificaties van de adverteerder.
5.2 Met de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (KG 2002,74) wordt overwogen dat de gecompliceerde tariefstructuren voor het totale belverkeer, waarbij het soms KPN en soms een concurrent is die goedkoper is, meebrengen dat het belgedrag van de gebruiker bepalend is voor de vraag bij welke aanbieder hij het voordeligst uit is. Er is derhalve een uitgebreide en gedetailleerde voorlichting door de aanbieders aan de consument nodig, en het nodige rekentalent aan de zijde van de consument, voordat in individuele gevallen vastgesteld kan worden bij welke aanbieder de consument het voordeligst uit is. Vergelijkende reclame waarbij de aanbieder de boodschap overbrengt dat bellen bij hem het voordeligst is en waarbij niet alle relevante gegevens van het eigen systeem en van dat van de concurrent vermeld worden, is onder deze omstandigheden onrechtmatig jegens die concurrent.
5.3 Bij het hiervoor overwogene heeft de voorzieningenrechter nog betrokken dat bij telefoondiensten het product zelf - het door een telefoon kunnen spreken met iemand aan een telefoon elders of het via het telefoonnetwerk kunnen verzenden of ontvangen van elektronische data - bij de verschillende aanbieders in essentie identiek is en dat (nagenoeg) de enige variabele in de door de verschillende aanbieders aangeboden diensten is gelegen in de prijs, die op schier eindeloos verschillende manieren kan worden gedifferentieerd, bijvoorbeeld naar de duur van het gesprek, de wijze waarop die duur worden berekend, naar de plaats waarheen wordt gebeld, naar het tijdstip waarop wordt gebeld, naar de aard van het gebruik (het voeren van gesprekken of het verzenden/ontvangen van elektronische data) of een combinatie hiervan.
5.4 Ten aanzien van de markt voor telefoondiensten volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen dat het een gebruiker over het algemeen zeer veel moeite zal kosten om in zijn of haar geval het resultaat van de verschillen in de tarieven van de diverse aanbieders zelf te achterhalen. Dit brengt mee dat een vergelijking van telefoontarieven, wil zij niet misleidend zijn, zo volledig en duidelijk mogelijk dient te zijn. De in de advertentie opgenomen vergelijking van de telefoontarieven van Pretium en die van KPN voldoet niet aan deze voorwaarde.
5.5 Zo is in de advertentie niet vermeld dat Pretium, naast de wel genoemde Happy Hours- en preselecttarieven, een (hoger) selecttarief hanteert en dat de (lagere) Superselecttarieven slechts van toepassing zijn indien een gebruiker deze zowel voor nationaal als internationaal telefoonverkeer instelt. Ook is ten onrechte niet vermeld dat op grond van het Belbasistarief van KPN voor bellen binnen de regio en naar mobiele nummers een lager weekendtarief wordt gehanteerd en dat voor het bellen naar een mobiel nummer van een andere aanbieder dan KPN andere tarieven gelden. Bij de vergelijking van de buitenlandtarieven had Pretium het City-tarief van KPN niet onvermeld kunnen laten. De vermelding in de voetnoot ("kleine lettertjes") van de advertentie dat op grond van het VoordeelNummerstarief een korting van 20% voor het bellen naar het buitenland wordt gehanteerd is onjuist, nu deze korting ten tijde van het plaatsen van de advertentie 25% bedroeg.
5.6 Niet in geschil is dat het Happy Hourstarief voor wat betreft haar structuur anders is dan het daarmee in de advertentie vergeleken VoordeelNummerstarief en dat ook het 1637Superslecttarief wat dat betreft niet identiek is aan het daarmee in de advertentie vergeleken KPN Belbasistarief. In hoeverre de in de advertentie met elkaar vergeleken tarieven in de praktijk op hetzelfde neerkomen, zal weer afhangen van het individuele belgedrag van de gebruiker en laat zich in het algemeen, bij gebreke aan gegevens over het totale belgedrag van alle betrokken gebruikers, niet vaststellen. Om die reden dienen in een reclame-uiting als de advertentie alle gehanteerde tarieven van de in de vergelijking betrokken aanbieders, onder vermelding van alle (mogelijk) relevante verschillen te worden genoemd. Of daarbij een verwijzing, bijvoorbeeld naar in de reclame-uiting opgenomen "kleine lettertjes" afdoende is om geen verwarring te laten ontstaan en de reclame niet misleidend te doen zijn, zal afhangen van de duidelijkheid van de reclame-uiting in zijn geheel. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zijn de "kleine lettertjes" van de advertentie daarvoor in het onderhavige geval in ieder geval onvoldoende. Daarbij heeft de voorzieningenrechter niet alleen de hiervoor genoemde foutieve vermelding in de kleine lettertjes betrokken, maar ook dat deze lettertjes zo klein zijn dat ze nauwelijks leesbaar zijn, terwijl ook de verdere vormgeving ervan niet snel tot het lezen van de desbetreffende voetnoot zal aanzetten.
5.7 Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de in de advertentie opgenomen tarievenvergelijking als misleidend moet worden aangemerkt. Voor zover Pretium met haar betoog dat de voordelen verbonden aan het gebruik van de door KPN gehanteerde VoordeelNummers zo beperkt en specifiek zijn dat ze niet in de door KPN in haar hiervoor 2.d. genoemde folder hadden mogen worden meegenomen en dat dit voor Pretium één van de redenen is geweest om de advertentie te plaatsen, heeft willen aanvoeren dat de advertentie als afweervergelijkende reclame moet worden beschouwd en daarom milder moet worden beoordeeld, dient dit verweer te worden verworpen. Nu Pretium, zijnde een aanbieder met een slechts relatief gering marktaandeel, in bedoelde folder in het geheel niet wordt genoemd en ook niet is betrokken in de daarin door KPN gemaakte vergelijking, kan zij zich door die reclame-uiting van KPN niet onheus bejegend voelen en kan die folder ook geen rechtvaardiging vormen voor de in de advertentie opgenomen misleidende tarievenvergelijking.
De verweten onjuiste mededeling dat Pretium de goedkoopste aanbieder zou zijn
5.8 Anders dan zij heeft betoogd, wekt Pretium met in de advertentie opgenomen mededelingen, zoals 'het telecombedrijf dat goedkoper is dan KPN Telecom' (…) 'Bellen met Pretium Telecom is aanzienlijk goedkoper dan met KPN Telecom' (…) 'dat is de reden waarom u met Pretium Telecom belt en internet tegen de voordeligste tarieven in de markt', wel degelijk de suggestie dat zij in alle opzichten de voordeligste tarieven zou aanbieden.
5.9 Zoals hiervoor reeds is overwogen wordt het antwoord op de vraag wie voor een bepaalde gebruiker de voordeligste aanbieder is evenwel volledig bepaald door het individuele belgedrag van die gebruiker, zodat, mede bij gebreke aan gegevens over het totale belgedrag van alle betrokken gebruikers, aangenomen moet worden dat geen enkele aanbieder kan pretenderen in absolute zin de voordeligste te zijn. In ieder geval kunnen de in de advertentie gemaakte vergelijkingen van de telefoontarieven van Pretium en die van KPN een dergelijke conclusie niet rechtvaardigen, nu hiervoor is geoordeeld dat deze vergelijkingen niet volledig en derhalve misleidend zijn.
5.10 Het vorenoverwogene brengt mee dat de advertentie eveneens onrechtmatig is voor wat betreft de daarin vervatte mededeling dat Pretium de laagste tarieven zou hanteren.
De verweten misleidende mededeling omtrent de gebruikte infrastructuur
5.11 Met betrekking tot dit verwijt heeft KPN er op gewezen dat in de advertentie wordt gesteld dat Pretium gebruik maakt van één van de modernste en meest geavanceerde telecomnetwerken, dat in dit verband enige kengetallen worden genoemd en dat de lezer vervolgens wordt voorgehouden dat een en ander voor hem of haar altijd heldere verbindingen en nooit een in gesprek signaal betekent. In deze mededeling ligt volgens KPN besloten dat zulks bij het door haar gebruikte netwerk anders zou zijn, hetgeen ten enenmale onjuist is.
5.12 KPN kan in dit verwijt niet worden gevolgd. In de betreffende passage uit de advertentie wordt geen expliciete vergelijking met de infrastructuur van KPN gemaakt. Ook valt uit de gehele tekst van de advertentie, in afwijking van hetgeen de kop ervan zou kunnen doen vermoeden, niet op te maken dat alles wat daarin omtrent Pretium wordt gesteld in vergelijking moet worden gezien met hetgeen op dat punt voor KPN geldt. Dat hetgeen Pretium omtrent de door haar gebruikte infrastructuur stelt onjuist, of anderszins misleidend zou zijn, is in dit geding niet aannemelijk geworden.
De verweten misleidende mededelingen omtrent de notaspecificaties
5.13 Dit verwijt richt zich tegen mededeling in de advertentie dat KPN voor een specificatie van internetkosten extra kosten in rekening zou brengen, terwijl Pretium dit niet zou doen. Volgens KPN is deze mededeling in de eerste plaats misleidend omdat Pretium heeft nagelaten te vermelden dat KPN-abonnees de mogelijkheid hebben om hun uitgesplitste telefoonkosten kosteloos op internet via Telefoonrekening.nl te bekijken. Daarnaast is deze mededeling naar de mening van KPN misleidend omdat Pretium daarbij niet heeft vermeld dat haar klanten volgens haar algemene voorwaarden slechts kosteloos een notaspecificatie ontvangen 'voor iedere maand of meerdere opvolgende maanden waarin het verschuldigde bedrag tenminste € 30,- (excl. BTW) bedroeg, tenzij het gemiddelde verschuldigde bedrag over de betreffende maanden minder dan € 5,- (excl. BTW) bedroeg'.
5.14 De juistheid van hetgeen Pretium in de advertentie omtrent haar eigen notaspecificaties stelt, te weten dat deze - hoewel ze in geval van zeer beperkt uitgaand telefoon-verkeer slechts éénmaal per jaar worden ontvangen - kosteloos zijn, is op zich door KPN niet betwist. Evenmin betwist is dat KPN voor specificaties van de kosten van internetsessies kosten in rekening brengt. Het in dat verband niet vermelden van het feit dat voor - overigens slechts een deel van - de internetgebruikers onder de KPN-abonnees de mogelijkheid bestaat om via internet gratis die specificaties te verkrijgen, is vooralsnog niet een onvolledigheid die de betreffende mededeling onrechtmatig doet zijn. Hierbij is van belang dat het zonder meer thuisgestuurd krijgen van een notaspecificatie iets anders is dan het hebben van de mogelijkheid om via internet inzage in de verschillende gemaakte kosten te verkrijgen, hetgeen bovendien niet geheel kosteloos is omdat hieraan op zich weer telefoonkosten zijn verbonden.
De verweten onrechtmatig afbrekende reclame
5.15 In dit verband heeft KPN met name gewezen op de passage uit de advertentie waarin gerefereerd wordt aan de tariefwijzigingen die zij met betrekking tot haar voicemail- en ASDL diensten heeft doorgevoerd en de daarbij gemaakte opmerkingen 'Bij Pretium Telecom ook geen onaangename verrassingen zoals regelmatig bij KPN Telecom' en 'Bent u ook zo benieuwd of KPN binnenkort weer zo'n 'verrassing' in petto heeft?' Deze mededeling heeft volgens KPN geen enkele relevantie voor de in de advertentie weergegeven (tarieven)vergelijking en zijn derhalve kennelijk slechts gedaan om haar reputatie te besmeuren. Daarnaast heeft KPN gewezen op de mededeling 'Zijn uw internetkosten een grote bron van zorg omdat ze een onbekend en onvoorspelbaar onderdeel zijn van uw maandelijkse uitgaven? En zijn uw KPN rekeningen onverwacht hoog door de internetkosten van uw "gratis" Internet Service Provider?', welke mededeling in haar visie ten onrechte suggereert dat zij ondoorzichtige telefoonrekeningen zou sturen. Beide mededeling zijn bovendien, zo heeft KPN betoogd, in nodeloos denigrerende bewoordingen gesteld.
5.16 Ten aanzien van evenbedoelde tariefwijzigingen van KPN wordt overwogen dat niet ter discussie staat dat hetgeen daaromtrent in de advertentie wordt vermeld feitelijk juist is. Voorts kan niet worden gezegd dat deze mededeling voor de geadresseerden zonder zakelijk belang is geweest, nu het een feit van algemene bekendheid is dat veel abonnees van KPN onaangenaam verrast waren door de afschaffing van gratis voice-mail en de verhoging van de ASDL-tarieven. Pretium heeft met het noemen van deze tariefwijzigingen klaarblijkelijk aan de geadresseerden willen duidelijk maken dat een dergelijke handelwijze met betrekking tot de telefoontarieven van haar niet verwacht behoeft te worden. Weliswaar is bedoelde mededeling niet in de meest zakelijke bewoordingen gesteld, maar niet kan worden gezegd dat deze bewoordingen ongepast zijn, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat de onderhavige advertentie zich richt tot het lezerspubliek van De Telegraaf en het Algemeen Dagblad. Met betrekking tot de mededeling terzake de onverwacht hoog uitgevallen telefoonrekening wordt overwogen dat de daarin door KPN gestelde afbrekende suggestie in deze mededeling niet kan worden ontwaard. Ook overigens kan de bewoording van de advertentie niet als onnodig grievend worden aangemerkt.
De merkenrechtelijke grondslag
5.17 Voor zover hiervoor is geoordeeld dat geen sprake is van door Pretium gepleegd onrechtmatig handelen kan de merkenrechtelijke grondslag van de vordering niet tot een ander oordeel leiden. Daartoe wordt in de eerste plaats overwogen dat KPN geen vordering heeft ingesteld met betrekking tot het gebruik van het haar toekomende merk. Voorts geldt dat voor zover de mededelingen in de advertentie niet als mislei-dende of onrechtmatig afbrekende reclame zijn geoordeeld, Pretium deze mededelin-gen niet heeft kunnen doen zonder gebruik te maken van het merk 'KPN' en zij der-halve in zoverre een geldige reden voor dat gebruik heeft gehad.
De vordering voor het overige
5.18 Het onder 1. gevorderde verbod is te ruim geformuleerd en komt als zodanig niet voor toewijzing in aanmerking. Wel bestaat aanleiding tot het geven van een verbod tot het herhalen van de publicatie van de advertentie als hierna te melden.
5.19 Voorts komt de onder 2. gevorderde opgave niet voor toewijzing in aanmerking. Daartoe redengevend is dat Pretium met nadruk heeft gesteld dat zij de advertentie slechts twee maal heeft gepubliceerd, te weten in De Telegraaf en het Algemeen Dagblad op 4, respectievelijk 8 februari 2002. KPN heeft dit niet weersproken en heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de advertentie elders zou zijn verschenen, ofschoon zij dit betrekkelijk eenvoudig had kunnen controleren.
5.20 Het vorenoverwogene brengt tevens mee dat de onder 3. gevorderde rectificatie slechts in De Telegraaf en het Algemeen Dagblad dient te worden gepubliceerd. De tekst van deze rectificatie wordt met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen vastgesteld als hierna te melden.
5.21 Het onder 5. gevorderde bevel tot het verzenden van een rectificatiebrief zal worden toegewezen, waarbij de tekst van deze brief eveneens zal worden aangepast met in-achtneming van hetgeen hiervoor is overwogen en de termijn waarbinnen aan dit bevel voldaan dient te zijn op vier weken wordt gesteld. De onder 6. gevorderde veroordeling tot het verstrekken van een door een accountant opgemaakte opgave zal worden toegewezen omdat dit een doelmatige middel is om te verifiëren of Pretium dit bevel heeft nageleefd.
5.22 De onder 4. en 7. gevorderde dwangsommen zullen worden toegewezen, met dien verstande dat deze worden gematigd en gemaximeerd als hierna te melden en dat slechts een dwangsom wordt verbeurd voor iedere dag dat Pretium zich niet aan het gegeven verbod dan wel de gegeven bevelen houdt.
5.23 Tenslotte zal Pretium als de overwegend in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1 Verbiedt Pretium, vanaf de betekening van dit vonnis, de hiervoor onder 2.e. bedoelde advertentie te herhalen of op enigerlei andere wijze openbaar te maken.
6.2 Beveelt Pretium om na betekening van dit vonnis in de eerst mogelijke editie van De Telegraaf en het Algemeen Dagblad op eigen kosten de navolgende advertentie te plaatsen ter grootte van omstreeks 20 cm bij 25 cm, opgemaakt naar goed drukkersgebruik, in een rood kader met het logo van Pretium, zonder enig commentaar of toevoegingen in welke vorm dan ook, en met de koptekst 'RECTIFICATIE' in letters ter grootte van 2 cm: