2. De vaststaande feiten
2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. Herben was vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002 voor de Partij van de Arbeid (verder: PvdA) lid van de gemeenteraad van Zandvoort en maakte daarbij als wethouder deel uit van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente.
b. Herben heeft binnen de afdeling Zandvoort van de PvdA kenbaar gemaakt dat zij ook een volgende termijn als wethouder ambieerde. Voor benoeming tot wethouder voor de PvdA zou, naar verwachting, alleen de als eerste op de lokale kieslijst van de PvdA geplaatste kandidaat in aanmerking komen.
c. Om (als eerste) op de lokale kieslijst van PvdA geplaatst te kunnen worden, dienden degenen die daarvoor in aanmerking wilden komen een bepaalde procedure te doorlopen. Die procedure hield het volgende in: Eerst een gesprek met de groslijstcommissie (ook wel: selectiecommissie). Nadat de groslijstcommissie met alle kandidaten had gesproken, deed zij een voordracht aan de leden van de afdeling Zandvoort van de PvdA. Vervolgens kregen de kandidaten de gelegenheid om in een ledenvergadering van de afdeling hun kandidatuur toe te lichten, waarna in die vergadering een schriftelijke stemming over de plaats(ing) voor de PvdA op de lo-kale kieslijst volgde.
d. Herben heeft als kandidaat voor de eerste plaats van de lokale kieslijst van de PvdA, genoemde procedure doorlopen. Ook G. Toonen heeft voor die plaats en daarmee voor de enige wethoudersplaats die de PvdA naar verwachting in Zandvoort zou kunnen vervullen, aan genoemde procedure deelgenomen. Eerder had Toonen laten weten dat hij het wethouderschap niet ambieerde.
e. Genoemde groslijstcommissie heeft Toonen als eerste en Herben als tweede op de groslijst geplaatst. Vervolgens is Toonen in de ledenvergadering van 13 december 2001 van de afdeling Zandvoort van de PvdA als eerste kandidaat van de PvdA op de lokale kieslijst verkozen en Herben als tweede.
f. De groslijstcommissie bestond uit drie leden, waaronder Heino.
g. Heino onderhoudt een zakelijke relatie met Toonen.
h. Herben heeft begin januari 2002 bij het bestuur van de PvdA Zandvoort aangekaart dat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling tussen Heino en Toonen waardoor de groslijst niet middels een objectieve procedure tot stand zou zijn gekomen.
i. Op 12 maart 2002 heeft Herben op een ledenvergadering van PvdA Zandvoort het woord mogen voeren over de door haar gestelde belangenverstrengeling.
j. Op 14 maart 2002 heeft Herben het bestuur en de fractie gebeld met de mededeling dat zij de PvdA Zandvoort verliet. Voorts heeft zij medegedeeld dat zij haar bij de verkiezingen van 6 maart 2002 opnieuw verworven zetel in de gemeenteraad niet zou opgeven.
k. Op 14 maart 2002 heeft Herben een persbericht op het internet doen plaatsen, waarvan de volgende passages deel uitmaken:
Aanleiding voor deze beslissing vormde het zakelijk belang dat één van de leden van de selectiecommissie, volgens Herben heeft bij de benoeming van de lijsttrekker van de PvdA Zand-voort. (...)
Mevrouw Herben: "Ik heb de reactie op de belangenverstrengeling niet kunnen verenigen met mijn gevoel van integriteit."
l. Het Haarlems Dagblad heeft op 20 maart 2002 in een artikel onder meer het volgende bericht:
Herben verwijt Toonen en Heino onder een hoedje te hebben gespeeld bij de selectie van de PvdA-kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen. Als gevolg van een 'zakelijke belangenverstrengeling' tussen Toonen en Heino - die lid was van de interne selectiecommissie - zou Herben op de kandidatenlijst achter lijsttrekker Toonen zijn geparkeerd op plek twee. (...)
Het partnerschap tussen de eigenaar van 'Circus Zandvoort' (Heino) en horecaondernemer Toonen in een van de nieuwe vaste strandpaviljoens zou de achterliggende reden zijn van het vermeende 'vuile spel' van de PvdA'ers.
m. Een in het Haarlems Dagblad van 22 maart 2002 gepubliceerd interview met Marijke Herben bevat onder meer de volgende passages:
Inmiddels had ik ook gehoord dat partijgenoot Leo Heino, een van de drie leden van de interne kandidatenselectiecommissie voor de verkiezingen, een zakelijk belang had in Toonens nieuwe bedrijf. (...) Toonen ontkende dat hij met Heino in zee was gegaan. (...) Toch voelde ik mij stevig gepakt. Zo was er immers geen sprake meer van objectiviteit van de selectiecommissie. (...) Natuurlijk, ik had er ook voor kunnen kiezen om de door mij als PvdA'er gewonnen raadszetel op te geven. Maar daarmee zou ik het gekonkel binnen de partij hebben beloond. (...) Ik kan er niet tegen als zaken in het geniep worden geregeld.
n. Op 23 maart 2002 heeft Herben in een interview op Radio ZFM Zandvoort - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende gezegd:
In januari lees ik tot mijn verbijstering in een artikel in het Haarlems Dagblad, waarin Heino geïnterviewd werd, dat Heino bevestigde dat hij aandeelhouder is in een vast strandpaviljoen. Je hoeft geen 1 en 1 bij elkaar op te tellen om te weten dat we maar 1 vast strandpaviljoen hebben op dit moment. Ik ben toen boos geworden omdat ik vond dat het duidelijk was dat er bedrog en belangenverstrengeling hadden plaatsgevonden.
o. Bij brief van 16 mei 2002 aan de raadsvrouw van Heino heeft de hoofdredacteur van het Haarlems Dagblad desgevraagd bevestigd dat het in de genoemde artikelen uit het Haarlems Dagblad puur gaat om een weergave van de mening c.q. citaat van Herben.
p. Bij e-mail van 19 april 2002 heeft de raadsvrouw van Heino een conceptbrief aan Herben gezonden met het verzoek om de tekst daarvan in het Haarlems Dagblad te plaatsen. De tekst van deze "persoonlijke brief" strekte ertoe dat Herben publiekelijk afstand zou nemen van haar uitspraken omtrent de belangenverstrengeling en de vermeende gevolgen daarvan voor de plaats van Toonen op de groslijst.