ECLI:NL:RBHAA:2002:AE6886

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
175621
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J. Harts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van telecomkosten en geschil over contractduur

In deze zaak heeft Vodafone Libertel N.V. (hierna: Vodafone) de gedaagde, een consument, gedagvaard voor de kantonrechter in Haarlem. Vodafone vorderde betaling van een bedrag van € 886,43, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van een overeenkomst voor mobiele telecommunicatiediensten. De gedaagde had de overeenkomst opgezegd en betwistte de hoogte van de vordering, met name de duur van het contract. De gedaagde stelde dat hij een contract voor de duur van één jaar had gesloten en dat hij dit overeenkomstig de afgesproken opzegtermijn had opgezegd.

Tijdens de comparitie van partijen op 24 juli 2002 is er geen verslag gemaakt van de verklaringen, maar de gedaagde heeft zijn standpunt duidelijk gemaakt. Vodafone heeft niet kunnen aantonen dat er een overeenkomst voor een langere duur was gesloten. De kantonrechter oordeelde dat Vodafone niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde akkoord was gegaan met een contractduur van 24 maanden in plaats van 12 maanden. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Vodafone ongegrond was en heeft deze afgewezen.

De kantonrechter heeft Vodafone, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 50,-- aan reis- en verletkosten. Dit vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2002 door de kantonrechter C.J. Harts in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Zaaknummer 175621
uitspraak 21 augustus 2002
Rechtbank Haarlem
Sector kanton, locatie Haarlem
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER TE HAARLEM
in de zaak van
de naamloze vennootschap Vodafone Libertel N.V.
te Maastricht
eiseres
nader te noemen: Vodafone
gemachtigde: mr. P.L.J.M. Guinee
tegen
[g[gedaagde]
te Beverwijk
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
De loop van het geding
Vodafone heeft [gedaagde] doen dagvaarden op 21 mei 2002.
Vervolgens heeft [gedaagde] geantwoord overeenkomstig de door de griffier gemaakte aantekeningen.
Op 24 juli 2002 heeft ingevolge een op 19 juni 2002 gewezen tussen vonnis een comparitie van partijen plaats gevonden. Met goedkeuring van partijen is ervan afgezien de griffier aantekeningen te laten maken van hetgeen daar is verklaard.
De vordering
Vodafone vordert samengevat [gedaagde] te veroordelen tot beta-ling van een bedrag van € EUR 886,43 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2002 over € EUR 694,75, een en ander tezamen een bedrag van €EUR 1.750,00 niet te bovengaande, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
Vodafone baseert deze vordering op de volgende gronden. Vodafone heeft met [gedaagde] een overeenkomst gesloten in het kader waarvan Vodafone mobiele telecommunicatiediensten heeft geleverd. De overeenkomst is aangegaan voor bepaalde, in de overeenkomst aangegeven periode, waarna behoudens opzegging, met inachtneming van een termijn van drie maanden, de overeenkomst voor onbepaalde tijd doorloopt. [gedaagde] heeft ondanks sommatie daartoe de verschuldigde kosten niet betaald op grond waarvan Vodafone de dienstverlening heeft beëindigd. [gedaagde] is de afsluitkosten en de vaste kosten over de resterende looptijd van de overeengekomen minimumperiode verschuldigd. Totaal is [gedaagde] €EUR 743,62 inclusief EUR€ 48,87 rente verschuldigd.
Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing, welke een beding kennen met betrekking tot de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten. Vodafone heeft diverse incassowerkzaamheden laten verrichten Vodafone heeft aanspraak gemaakt op betaling van de buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van €EUR 136,--.
Het verweer
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van deze vordering en voert daartoe het volgende aan. [gedaagde] heeft een contract gesloten voor de duur van een jaar. Hij heeft de overeenkomst opgezegd met inachtneming van de afgesproken opzegtermijn.
Beoordeling van het geschil
Vodafone heeft niet onderbouwd dat partijen zijn overeengekomen dat het contract een duur van 24 maanden in plaats van 12 maanden kende. Met name heeft zij niet aangetoond dat het zogenaamde wijzigingsformulier al voordat dit door [gedaagde] werd getekend was voorzien van de tekst: "Zomer aktie + 24 mnd i.p.v. 12 mnd."
Vodafone heeft ook niet onderbouwd dat als al die tekst op het Wijzigingsformulier heeft gestaan toen het door [gedaagde] werd getekend, partijen over en weer aan die tekst de betekenis toekenden dat een overeenkomst werd aangegaan voor 24 maanden. Dit ligt ook niet voor de hand. Gezien de stukken is veeleer de bedoeling van het wijzigingsformulier dat de ondertekenaar zich akkoord verklaart met toepassing van de algemene voorwaarden van Libertel. [gedaagde] heeft ook onweersproken verklaard dat alle klanten twee contracten moesten tekenen.
Uit niets blijkt dat [gedaagde] andere bedragen dan bedragen die te maken hebben met de betwiste duur van het contract onbetaald heeft gelaten. De vordering van Vodafone wordt dan ook als ongegrond afgewezen.
Vodafone wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroor-deeld in de kosten van deze procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Vodafone in de proceskosten, welke tot aan deze uit-spraak aan de zijde van [gedaagde] begroot worden op € EUR 50,-- aan reis- en verletkosten.
Dit vonnis is gewezen en ondertekend door mr. C.J. Harts, kanton-rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van bovenge-noemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.