ECLI:NL:RBHAA:2002:AE6886
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van telecomkosten en geschil over contractduur
In deze zaak heeft Vodafone Libertel N.V. (hierna: Vodafone) de gedaagde, een consument, gedagvaard voor de kantonrechter in Haarlem. Vodafone vorderde betaling van een bedrag van € 886,43, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van een overeenkomst voor mobiele telecommunicatiediensten. De gedaagde had de overeenkomst opgezegd en betwistte de hoogte van de vordering, met name de duur van het contract. De gedaagde stelde dat hij een contract voor de duur van één jaar had gesloten en dat hij dit overeenkomstig de afgesproken opzegtermijn had opgezegd.
Tijdens de comparitie van partijen op 24 juli 2002 is er geen verslag gemaakt van de verklaringen, maar de gedaagde heeft zijn standpunt duidelijk gemaakt. Vodafone heeft niet kunnen aantonen dat er een overeenkomst voor een langere duur was gesloten. De kantonrechter oordeelde dat Vodafone niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde akkoord was gegaan met een contractduur van 24 maanden in plaats van 12 maanden. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Vodafone ongegrond was en heeft deze afgewezen.
De kantonrechter heeft Vodafone, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 50,-- aan reis- en verletkosten. Dit vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2002 door de kantonrechter C.J. Harts in aanwezigheid van de griffier.