ECLI:NL:RBHAA:2002:AE6898
Rechtbank Haarlem
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Uitoefening van taxidiensten zonder toestemming op luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 27 augustus 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 mei 2002 op het luchtvaartterrein van Schiphol zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de exploitant, NV Luchthaven Schiphol, taxidiensten heeft aangeboden. De verdachte werd beschuldigd van het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten door het uitspreken van de woorden 'taxi, taxi' tegen aanwezige personen in de aankomsthal van terminal 1. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld aan de hand van verschillende bewijsmiddelen, waaronder proces-verbalen van de Koninklijke Marechaussee. De verdachte heeft verklaard dat hij als taxichauffeur werkzaam was en dat hij klanten op Schiphol kwam ophalen. De rechter overwoog dat het aanbieden van taxidiensten zonder toestemming van de exploitant in strijd is met de regelgeving die geldt op het luchtvaartterrein.
De kantonrechter concludeerde dat de verbodsbepaling in het Aanvullend Luchthaven Reglement Luchthaven Schiphol onvoldoende concreet en duidelijk was, waardoor de verdachte niet in staat was zijn gedrag daarop af te stemmen. Dit leidde tot de conclusie dat het bewezen verklaarde feit niet als strafbaar kon worden aangemerkt. De rechter heeft de verdachte dan ook ontslagen van alle rechtsvervolging, en het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.