ECLI:NL:RBHAA:2002:AE7142
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- A.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke geschil tussen Rentex en IPI over gebruik van de naam RentEX voor een beurs
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, vorderde Rentex Nederland B.V. in kort geding dat IPI zou worden verboden de naam 'RentEX' te gebruiken voor een beurs die van 12 tot en met 14 september 2002 zou plaatsvinden. Rentex, een franchise-organisatie op het gebied van textielreiniging, stelde dat het gebruik van de naam door IPI inbreuk maakte op haar merkrechten en handelsnaamrechten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Rentex merkrechten bezit die zijn geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau en dat IPI de naam 'RentEX' gebruikt voor een beurs gericht op verhuurbedrijven.
Tijdens de zitting op 22 augustus 2002 heeft Rentex haar vordering toegelicht, terwijl IPI verweer voerde. De voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat Rentex pas kort voor de beurs met haar vordering kwam, wat het voor IPI moeilijk maakte om aan een eventueel verbod te voldoen. De rechter heeft geconcludeerd dat, hoewel er mogelijk sprake is van merkinbreuk, de belangenafweging in dit geval in het voordeel van IPI uitvalt. De beurs zou slechts drie dagen duren en de voorbereidingen voor een volgende beurs zouden pas over twee jaar beginnen. Dit gaf Rentex voldoende tijd om in een bodemprocedure duidelijkheid te krijgen over de toelaatbaarheid van de naam.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van Rentex afgewezen, met de overweging dat er geen onmiddellijke schade was die een voorziening rechtvaardigde. Rentex werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van IPI werden begroot op € 896,36. De uitspraak werd gedaan op 29 augustus 2002, en de rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.