ECLI:NL:RBHAA:2002:AF0088
Rechtbank Haarlem
- Hoger beroep
- mr. Toeter
- mrs. Sicking
- mrs. Wolfs
- Rechtspraak.nl
Luchtverkeersleiding en gevaar voor luchtvaartveiligheid op Schiphol
In deze zaak, die zich afspeelt op 10 december 1998 op de luchthaven Schiphol, zijn drie verdachten aangeklaagd voor het op gevaarlijke wijze geven van luchtverkeersleiding. De verdachten, werkzaam als assistent-verkeersleider, aspirant-verkeersleider en verkeersleider, hebben tijdens beperkte zichtomstandigheden handelingen verricht die hebben geleid tot een potentieel gevaarlijke situatie voor een passagiersvliegtuig van Delta Airlines en een gesleepte Boeing 747 van KLM. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten, ondanks de moeilijke omstandigheden, niet de nodige voorzichtigheid hebben betracht, wat resulteerde in een bijna-ongeluk. De verdediging voerde aan dat de verdachten geen verwijtbare betrokkenheid hadden bij het incident, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank oordeelde dat de verdachten wel degelijk verantwoordelijk waren voor hun handelingen en dat hun gedrag niet voldeed aan de vereiste zorgvuldigheid. De rechtbank vernietigde de eerdere vonnissen van de kantonrechter en verklaarde de verdachten schuldig aan het tenlastegelegde feit, maar legde geen straf of maatregel op, gezien de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en het feit dat de verdachten niet eerder voor strafbare feiten zijn veroordeeld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtverkeersleiders en de noodzaak om altijd de veiligheid van de luchtvaart voorop te stellen.