ECLI:NL:RBHAA:2002:AN7515
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van Zutphen
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatieverplichtingen na ontslag op staande voet
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 8 januari 2002 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie tussen een man en een vrouw, die eerder met elkaar gehuwd waren. De man verzocht de rechtbank om de door hem verschuldigde uitkering tot levensonderhoud van de vrouw met terugwerkende kracht op nihil te stellen, omdat hij door een ontslag op staande voet in financiële problemen was geraakt. De vrouw heeft het verzoek van de man gemotiveerd bestreden, onder andere door te stellen dat de man niet in zijn onderhoud kan voorzien en dat hij mogelijk inkomen uit koopsompolissen zou kunnen genereren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man door zijn ontslag op staande voet een lager inkomen heeft en dat hij zijn onderhoudsverplichtingen jegens de vrouw niet meer kan nakomen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de onzekerheid rondom de ontslagprocedure en de gevolgen daarvan voor de financiële situatie van de man. De vrouw heeft op haar beurt ook bijstand moeten aanvragen, wat de situatie verder compliceert.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden heeft de rechtbank besloten dat het verzoek van de man tot nihilstelling van de alimentatieverplichting gegrond is. De rechtbank heeft bepaald dat de door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud van de vrouw met ingang van een bepaalde datum op nihil wordt gesteld, en dat de man is gekweten van hetgeen hij tot die datum aan de vrouw heeft betaald. Deze beslissing is genomen in het belang van beide partijen, gezien de financiële situatie van de man en de vrouw.