ECLI:NL:RBHAA:2003:625

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
1 september 2003
Publicatiedatum
9 september 2020
Zaaknummer
91590 / KG ZA 03-188
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op eigendomsrecht door aanwezigheid van klimop tegen zijgevel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 1 september 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagden]. [Eiseres] vorderde de verwijdering van klimop die door [gedaagden] tegen haar zijgevel was geplant, zonder haar toestemming. De zaak kwam ter zitting op 15 mei 2003, waar [eiseres] haar vordering wijzigde en toelichtte met pleitnotities. [Gedaagden] voerden verweer en stelden dat zij toestemming hadden gekregen van [eiseres] om de klimop te planten. Echter, uit eerdere correspondentie bleek dat [eiseres] uitdrukkelijk had geweigerd toestemming te geven voor het aanbrengen van begroeiing tegen haar gevel.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de aanwezigheid van de klimop een inbreuk vormde op het eigendomsrecht van [eiseres]. De rechter stelde vast dat [eiseres] schade had geleden door de klimop, die mogelijk leidde tot beschadiging van het metselwerk en andere delen van haar woning. De vordering van [eiseres] werd toegewezen, waarbij [gedaagden] werd veroordeeld om de klimop binnen drie weken na betekening van het vonnis te verwijderen. Tevens werd bepaald dat [gedaagden] zich in de toekomst moesten onthouden van het plaatsen van beplanting tegen de zijgevel van [eiseres]. De rechter verleende [eiseres] de bevoegdheid om de verwijdering zelf uit te voeren indien [gedaagden] in gebreke bleven, op kosten van [gedaagden]. De voorzieningenrechter maximerde de dwangsom op € 150 per dag, met een maximum van € 10.000.

De uitspraak benadrukt het belang van eigendomsrechten en de noodzaak van toestemming bij het aanbrengen van begroeiing die schade kan toebrengen aan een naburige woning. De rechter oordeelde dat het spoedeisend belang bij de vordering van [eiseres] aanwezig was, gezien de voortdurende inbreuk op haar eigendomsrecht en de schade die zij had geleden.

Uitspraak

Zaaknummer: 91590/ KG ZA 03-188
Vonnisdatum: 1 september 2003
620
RECHTBANK TE HAARLEM, VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiseres] ,
wonende te [plaats] ,
eisende partij,
procureur mr. C.M. Bom,
-- tegen --

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2] ,beiden wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. H.J. Damhoff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] respectievelijk [gedaagden]

1.Het verloop van het geding

1.1
Ter terechtzitting van 15 mei 2003 heeft [eiseres] haar vordering gewijzigd in die zin dat zij thans vordert als hierna onder 3.1 weergegeven, en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. [gedaagden] hebben tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.2
Vervolgens is de zaak pro forma aangehouden teneinde [gedaagden] in de gelegenheid te stellen om informanten op te roepen die hem behulpzaam zouden kunnen zijn bij ver­ vulling van de hen ter zitting in het vooruitzicht gestelde bewijsopdracht.
1.3
Bij faxbericht d.d. 14 augustus 2003 heeft mr. H.J. Damhoff laten weten geen bewijsmogelijkheden te zien. Voorts hebben mr. Damhoff bij voormelde brief, en mr. Bom bij faxbericht d.d. 15 augustus 2003 laten weten geen prijs te stellen op voortzet­ ting van de behandeling ter zitting.
1.4
Daarop is door partijen is vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 1 september 2003 of zoveel eerder als mogelijk.

2.De vaststaande feiten

2.1
In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. [eiseres] is eigenaresse van de woning aan de [adres] te [plaats] .
b. [gedaagden] bewonen de woning aan de [adres] te [plaats] , een van de in het kader van het project [project] te [plaats] door [ontwikkelaar] Projektrealisatie B.V. gerealiseerde woningen. De tuin van [gedaagden] grenst aan de zijgevel van de woning van [eiseres] . [gedaagden] hebben tegen de zijgevel van [eiseres] een klimop geplant.
c. Bij brief d.d. 22 december 1997 van [ontwikkelaar] Projektrealisatie B.V. aan [eiseres] is zij verzocht om toestemming voor het plaatsen van plantenrekken voor vorenbedoelde zijgevel. De schriftelijke reactie daarop van [eiseres] aan [ontwikkelaar] Projektrealisatie B.V. d.d. 29 december 1997 luidt onder meer als volgt:
Ik deel u hierbij mede dat ik beslist niet akkoord ga met het aanbrengen van deze palen tegen de achtergevel van mijn huis.
d. In een schriftelijke verklaring d.d. 22 juli 2002 van [A] , hoofd kopersbe­ geleiding van [ontwikkelaar] Interheem Groep, aan mr. Bom staat onder meer het vol­ gende vermeld:
Bij de uitvoering van ons project [project] te [plaats] hebben wij de achterzijden van de aan ons project grenzende percelen verfraaid. Achter de bestaande bergingen en schuttingen is een nieuwe doorgaande schutting geplaatst, en de aan het plan grenzende gevel van de wo­ ning van mw. [eiseres] is in kleur gesausd. Een en ander in overleg en met goedkeuring van de betreffende bewoners.
De architect heeft destijds voorgesteld om de kopgevel van de betreffende woning naast het in kleur afwerken van de gevel te verfraaien met enkele (te begroeien) opgaande aan de gevel gemonteerde rasterwerken.
Mevrouw [eiseres] kon het destijds niet eens zijn met dit voorstel en zo zijn we gekomen tot los van de gevel geplaatste verticale elementen als gerealiseerd voor de oplevering van de wo­ ning van de familie [gedaagde 1] aan de [adres] [postcode] [plaats] .
e. [B] van Bouwbedrijf [B] heeft in 2002 het dak van de woning van [eiseres] vervangen. Bij brief d.d. 12 juli 2002 heeft hij aan [eiseres] het vol­gende medegedeeld:
Betreffende inspectie van Uw Zuid-Westgevel van het perceel [adres] te [plaats] het volgende:
1. Begroeiing tegen eensteensmuur is bouwtechnisch niet aanvaardbaar, Uw gevel is op de
VWzijde gericht (regenkant) wat inhoudt dat de begroeiing het water vasthoudt, met als gevolg dat de steensmuur water aantrekt en daardoor niet kan ademen.
Vocht dringt door de muur met gevolg dat de stuclaag binnen ernstig aangetast wordt.
2. Betreffende Uw dakgoot: aan beide zijde +/- 1 m ontzet
Klimop aan de gevel kan de oorzaak zijn, n.l. de wortels dringen door, daar, waar niet ge­ wenst is en kunnen het houtwerk ontzetten.
f. In een mailbericht d.d. 23 april 2003 van [C] van het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten aan [D] van de Stichting Woningborg staat onder meer het volgende vermeld:
Het begroeien van metselwerk met klimop zal op termijn een gedeeltelijke deformatie van het voegwerk met zich meebrengen. De wortels van deze plant zetten zich voornamelijk vast in de voegen, afhankelijk van de oppervlakte, geaardheid en hardheid van de steen kan dit ook in het keramisch materiaal zijn.
Bij massieve muren kan dit leiden tot watertransport door de wand, bij spouwmuren met vol­ doende (rest) luchtspouw is dit risico veel minder.
Wel zal altijd bij het wegnemen van de begroeiing zichtbare schade aan het metselwerk zicht­ baar zijn waardoor reinigen en herstel noodzakelijk is.

3.De vordering en de grondslag daarvan

3.1
[eiseres] vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagden] zal veroordelen binnen een week na betekening van dit vonnis de klimop, beplanting dan wel begroeiing volledig te (doen) verwijderen van de zij­ gevel van de woning van [eiseres] , welke in zuid-westelijke richting gesitueer­ de zijgevel grenst aan de tuinzijde van de woning van [gedaagden] , dit alles op zoda­ nige wijze dat geen verdere schade aan de woning van [eiseres] wordt toege­ bracht, onder verbeurte van een dwangsom van€ 150,--, althans een door de voor­ zieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagde 1] c.s. niet voldoen aan het gevorderde;
2. zal bepalen dat [gedaagden] zich voor nu en in de toekomst zullen onthouden van zodanige maatregelen zoals bijvoorbeeld het plaatsen van zodanige beplanting en/of voorwerpen tegen of zodanig dichtbij de aan de tuin van [gedaagden] grenzen­ de zijgevel van de woning van [eiseres] dat beplanting en/of voorwerpen zich kunnen hechten aan deze zijgevel, alles onder verbeurte van een dwangsom € 150,--, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor el­ ke dag of deel daarvan dat gedaagden niet voldoen aan het gevorderde;van
3. [eiseres] zal machtigen om, indien [gedaagden] gedurende een week na de bete­ kening van dit vonnis in gebreke blijven aan het hiervoor bepaalde te voldoen, de geboden handeling zelf uit te voeren of door een derde te doen uitvoeren op kosten van [gedaagden] met behulp van al die maatregelen en bevoegdheden zoals bijvoor­ beeld de toegang tot het perceel van [gedaagden] , het plaatsen van steigers, enzo­ voort, in de meest ruime zin bedoeld en benodigd voor de door [eiseres] althans die derde te verrichten werkzaamheden tot verwijdering van de begroeiing van de in zuid-westelijke richting gesitueerde zijgevel van [eiseres] , eveneens onder verbeurte van een dwangsom voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagden] dat on­ mogelijk maken;
met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van dit geding.
3.2
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagden] onrechtmatig jegens haar handelen door inbreuk te plegen op het eigendomsrecht van [eiseres] . Zij stelt dat [gedaagden] zonder haar toestemming klimop laten groeien tegen haar zijgevel, waardoor zij schade heeft geleden en/of zal lijden, onder meer in de vorm van bescha­ digde dakgoten, beschadigd metsel- en voegwerk en loslatend stucwerk. Verder heeft [eiseres] aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagden] handelen in strijd met artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek (BW) door zonder toestemming van [eiseres] klimop te laten groeien binnen een afstand van een halve meter van de grenslijn van haar erf.

4.Het verweer en de slotsom daarvan

[gedaagden] heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader wor­ den ingegaan.

5.De gronden van de beslissing

5.1
Vooreerst hebben [gedaagden] zich op het standpunt gesteld dat aan de vordering van [eiseres] het spoedeisend belang ontbreekt. Dat verweer faalt. [eiseres] heeft haar vordering gebaseerd op een voortdurende inbreuk op haar eigendomsrecht ten gevolge waarvan zij reeds schade heeft geleden en verdere schade zal lijden. Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening is daarmee gegeven.
5.2
[gedaagden] hebben betwist dat zij onrechtmatig jegens [eiseres] hebben gehandeld, en hebben gesteld dat [eiseres] aan [gedaagden] toestemming zou hebben gegeven om klimop te planten tegen haar zijgevel. Bij voormeld faxbericht d.d. 14 augustus 2003 van mr. Damhoff hebben [gedaagden] echter laten weten de gestelde toestemming niet te kunnen bewijzen. Nu bovendien uit de brief d.d. 29 december 1997 van [eiseres] aan [ontwikkelaar] alsmede uit de schriftelijke verklaring van [A] als onder 2 d weergegeven blijkt dat [eiseres] uitdrukkelijk niet heeft ingestemd met het plaatsen van (te begroeien) plantenrekken tegen haar zijgevel, kan als vaststaand worden aan­ genomen dat van toestemming als gesteld geen sprake is.
5.3
[gedaagden] hebben betwist dat [eiseres] schade heeft geleden dan wel zal lijden vanwege de klimop tegen haar zijgevel. Zij hebben verwezen naar een brief d.d. 1 mei 2003 van makelaar [makelaar] aan mr. Damhoff, waarin onder meer is vermeld dat de klimop in het onderhavige geval niet tot schade kan lijden aangezien deze tegen een blinde muur is gegroeid, en deze muur met siliconenverf is gecoat. Ter zitting heeft [eiseres] ten bewijze van de door haar geleden schade foto's overgelegd, waarop onder meer valt te zien dat vocht door de muur heen is getrokken waardoor stucwerk heeft losgelaten. Voorts heeft zij verwezen naar de onder 2 e weergegeven brief waarin J.0. Keur aangeeft dat de stuclaag binnen door klimop ernstig aangetast wordt
en de klimop aanwijst als mogelijke oorzaak van het ontzetten van de dakgoten. Ook uit de onder 2 f weergegeven mededeling blijkt dat de klimop tot schade aan voeg­ werk kan leiden. Gezien bedoelde foto's, brief en mededeling is voldoende aanneme­ lijk geworden dat [eiseres] ten gevolge van de klimop tegen haar zijgevel schade heeft geleden en verdere schade zal lijden. De aanwezigheid van klimop vormt daar­ mee een inbreuk op het eigendomsrecht van [eiseres] , welke zij bij gebrek aan daartoe gegeven toestemming niet behoeft te dulden. De gevraagde voorzieningen zijn nodig om die inbreuk ongedaan te maken. Het gevorderde zal derhalve worden toe­ gewezen, met dien verstande dat een iets langere termijn zal worden gesteld om de klimop te verwijderen en de sub 2 en 3 gevraagde voorzieningen iets anders zullen worden geredigeerd.
5.4
De voorzieningenrechter ziet aanleiding de gevorderde dwangsom te maximeren op na te melden wijze.
5.5
[gedaagden] zullen als de overwegend in het ongelijk te stellen partij worden veroor­ deeld in de kosten van deze procedure.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter:
6.1
Veroordeelt [gedaagden] om binnen drie weken na betekening van dit vonnis de klimop, beplanting dan wel begroeiing volledig te (doen) verwijderen van de zijgevel van de woning van [eiseres] , welke in zuid-westelijke richting gesitueerde zijgevel grenst aan de tuinzijde van de woning van [gedaagden] , dit alles op zodanige wijze dat geen verdere schade aan de woning van [eiseres] wordt toegebracht.
6.2
Bepaalt dat [gedaagden] zich voor nu en in de toekomst zullen onthouden van het plaatsen van zodanige beplanting en/of voorwerpen tegen of zodanig dichtbij de aan e tuin van [gedaagden] grenzende zijgevel van de woning van [eiseres] dat beplan­ ting en/of voorwerpen zich kunnen hechten aan deze zijgevel.
6.3
Machtigt [eiseres] om, indien [gedaagden] gedurende in gebreke blijven aan het hiervoor sub 6.1 bepaalde te voldoen, de geboden handeling zelf uit te voeren of door een derde te doen uitvoeren, en daartoe de maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om tot verwijdering van de genoemde begroeiing te komen, een en ander op kosten van [gedaagden] .
6.4
Bepaalt dat [gedaagden] een dwangsom verbeuren ten bedrage van € 150,-- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagden] nalaten aan het hiervoor onder 6.1 en/of 6.2 be­paalde te voldoen, tot een maximum van€ 10.000,--.
6.5
Veroordeelt [gedaagden] in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van [eiseres] begroot op€ 286,16 aan verschotten en€ 703,-- aan sala­ ris voor de procureur, zulks op de voet van artikel 243 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te voldoen aan de griffier van deze rechtbank.
6.6
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6.7
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 1 september 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.