ECLI:NL:RBHAA:2003:AF4599
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Boogaart
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering na beëindiging arbeidsovereenkomst en rechtsgeldige beëindiging
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 januari 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H.J. Klip, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de weigering van een WW-uitkering, die verweerder had gebaseerd op het standpunt dat eiser niet werkloos was. Eiser was van 1 juli 2000 tot 1 oktober 2000 als vakantiehulp werkzaam bij een restaurant en had daarna zijn werkzaamheden op basis van een contract voor bepaalde tijd voortgezet. Door financiële problemen van het bedrijf heeft eiser vanaf 27 maart 2001 geen werkzaamheden verricht, maar is hij per 1 mei 2001 weer aan de slag gegaan. Eiser werd per 1 oktober 2001 ontslagen.
De rechtbank heeft overwogen dat er geen sprake was van een rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, omdat eiser op 1 mei 2001 een nieuwe mondelinge arbeidsovereenkomst was aangegaan. Dit leidde tot de conclusie dat eiser op 1 oktober 2001 niet werkloos was, omdat hij recht had op loondoorbetaling. De rechtbank volgde eiser niet in zijn standpunt dat er sprake was van een doorlopende arbeidsovereenkomst, omdat het voorlaatste dienstverband op 31 maart 2001 eindigde en het nieuwe dienstverband pas op 1 mei 2001 begon. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat er geen recht op een WW-uitkering bestond.
De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Boogaart, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. J.H. Bosveld. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2003.