ECLI:NL:RBHAA:2003:AH9116
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Don
- mrs. Bijvoet
- mrs. Scherpenhuijsen Rom
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van het gebruik van vluchtgegevens in strafzaken en de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 17 juni 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van een aanzienlijke hoeveelheid MDMA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdediging voerde aan dat het opvragen van vluchtgegevens onrechtmatig was, omdat de verdachte op het moment van het verzoek nog geen verdachte was en de gegevens niet dienden voor opsporing maar voor douanecontrole. De rechtbank verwierp dit verweer, oordelend dat het verzoek van de officier van justitie op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens rechtmatig was, omdat het noodzakelijk was voor de voorkoming en opsporing van strafbare feiten.
De rechtbank oordeelde dat de vluchtgegevens rechtmatig waren verkregen en dat de verdediging niet had aangetoond dat de richtlijnen voor het bemonsteren van pillen niet waren gevolgd. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk MDMA had uitgevoerd en verklaarde hem strafbaar. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijfentwintig maanden op, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. Tevens werd een vliegticket verbeurd verklaard, dat aan de verdachte toebehoorde en dat was gebruikt bij de uitvoering van het strafbare feit.